Het immer gezellige West-Vlaamse Het Zesde Metaal mag de avond in Luxor openen. Nu is iedereen extra blij wanneer Roosbeef het podium bestijgt, blij dat zij wel verstaanbaar is.
Maar eerst de documentaire. ‘Roos Rebergen - Weet ik niet zo goed…’ van Bas Berkhout. De docu doet een boekje open over de boerderij in Duiven waar Roos dertien jaar gewoond heeft. Hier gaat dan ook het nummer De Boerderij over. Misschien schept dit kijkje in Roos’ leven een stukje duidelijkheid, misschien gaan we haar nu begrijpen. Maar nee, de korte film is open, grappig en nuchter. Leuk gedaan, maar Roos blijkt in het dagelijks leven precies zo authentiek als op het podium.
Wannes Capelle, frontman van Het Zesde Metaal, zingt en speelt ook een nootje mee. Nu echter wel in verstaanbaar Nederlands. Roos staart met een ondoorgrondelijke blik haar publiek in. Niemand weet wat er omgaat onder die rossige bos. En al weet je dat niet en snap je niet altijd waar haar nummers over gaan, het maakt niet uit wat Roos zingt. Je gelooft haar meteen. Raar maar waar, haar lichaamstaal spreekt boekdelen
Ze durft de stilte te laten vallen, om haar publiek daarna weer wakker te schudden. Dit doet ze met name bij Te Heet Gewassen en Meisjes. Het is duidelijk dat hier een volgroeide en krachtige eenheid staat. Het al eerder genoemde nummer De Boerderij wordt alleen met pasgeknipte gitarist Reinier van den Haak in een intieme setting gespeeld. Daarna wordt het nieuwe nummer, Nieuwe, geïntroduceerd. Dit past helemaal binnen de contouren van waar Roosbeef mee bezig is. Niets nieuws, maar nog steeds leuk.
Voor de toegift keert ze nog even terug met een accordeon. Het meisje dat de inspiratie voor haar teksten zomaar oppikt uit gesprekken die ze afluistert op terrasjes. Uitspraken die ze samenvoegt tot ze haar verhaal vertellen. En wanneer het je niet aanspreekt, wijst ze je wel aan.
In de docu vertelde de artieste dat ze het gelukkigst is wanneer ze op het podium staat en het goed gaat. Ik denk dat ze die vrijdagavond in Luxor Arnhem heel gelukkig is geweest.