The Bloody Honkies en C/4 zwepen Bosch op

Retro garage-rock en rap-metal: onwaarschijnlijke maar succesvolle combinatie

Tekst: Fred Hubers Foto's: Pim Geerts, ,

Na Bettie Serveert en de Club 3voor12-avond kon men bij Kultuurhuis Bosch op 23 februari voor de derde keer in een maand veel volk verwelkomen. Je zou er soms aan twijfelen, maar livemuziek leeft nog steeds in Arnhem. Zeker als een lokale band wordt gecombineerd met een band die ook landelijk naam aan het maken is.

Retro garage-rock en rap-metal: onwaarschijnlijke maar succesvolle combinatie

De term 'lokale band' is bij rap-metal crossover formatie C/4 natuurlijk niet negatief bedoeld. Deze mensen hebben immers in de finale van de Grote Prijs gestaan en een fantastische cd uitgebracht. Die trouwens op dit moment in Japan een cultstatus aan het opbouwen is. C/4 kampt tijdens de gig met een matige geluidsafstelling waardoor de scratcher en de drummer veel te zacht klinken. Dat is jammer want aan de stevige nummers ontbreekt daardoor een beetje de groove. De band zelf speelt uitstekend en heeft het prima naar hun zin op het podium. Zelfs oud-rapper Benoni doet nog een nummer mee. De nieuwe nummers zijn ondertussen volledig geïntegreerd in de set. Het koste de rappers dan ook geen moeite om de zaal mee te krijgen bij de nieuwe publieksfavoriet "Net als je denkt dat je alles hebt gehad". Tijdens de toegift deed ondergetekende even zijn oren dicht vanwege een cover van Hans de Booij's Annabel, maar voor de rest vermaakte ik me prima met de show van deze oudgedienden. Na de thuiswedstrijd van C/4 staan de Achterhoekse Bloody Honkies aanvankelijk voor een minder volle zaal. Dat maakte ze echter niet uit. Sterker, deze jongens gaan zo op in hun garage-rock a la Stooges en MC5 dat ze waarschijnlijk niet eens weten dat er publiek in de zaal staat. Dat hun lange haren voortdurend voor hun gezicht hangt zal ook niet hebben meegeholpen. Dit is niet negatief bedoeld, want het is duidelijk dat de Honkies met maar met één doel op het podium staan: rocken tot ze erbij neervallen. Hun set kent vrijwel geen rustpunten en alles wordt met volle kracht eruit gegooid. Helaas ontbreekt het de eigen nummers nog aan catchy refreinen, waardoor de muziek snel eentonig wordt. Op zo'n moment was de cover van TV Eye een welkome afwisseling. Na een half uurtje krijgt het optreden langzamerhand iets demonisch: de muziek wordt intenser, de nummers langer en vanaf dat moment zitten we met zijn allen in een psychedelische draaikolk waarin het niet meer uitmaakt welk nummer ze spelen, als ze maar spelen.