Ja, jongens kunnen er wat van, maar meiden? Onderschat ze niet. King Princess wijdt haar hele derde album aan Girl Violence. Het gemene, het erotische, het aantrekken en keihard afstoten. En ja, ze maakt zich er zelf ook schuldig aan. ‘I hate it but I kind of like it.’

Toen Michaela Straus twee zomers geleden Down The Rabbit Hole aandeed, was er nog niet al te veel aan de hand. Het was mooi weer, er was bij de backstage een bootje dat ogenschijnlijk van niemand was. King Princess - zo kennen we haar beter - ging er rustig in zitten en droomde weg. Ze dacht aan waterskieën. Jep, dat is een hobby van King Princess. ‘Waterskiën voelt voor mij als vliegen. Dat maakt me sterk. Het is het dichtst bij vliegen dat ik ooit zal komen. Toen ik mijn ogen sloot, hoorde ik precies de geluiden van mijn huis. Voor even was ik thuis, midden in Nederland.’

Twee jaar later heeft ze haar hele basis overhoop gegooid. Haar relatie liep op de klippen, ze verhuisde terug van Los Angeles naar Upstate New York, en ze verliet major label Sony en tekende bij indie Section1. ‘Niets daarvan was makkelijk’, zegt ze, kouwend op een broodje, nonchalant petje op haar hoofd. ‘Maar wat ik altijd probeer te verbeteren, is: kansen nemen op mezelf en mijn interne klok, mijn kompas, vertrouwen. De afgelopen jaren voelde ik: er klopt iets niet in mij. Door therapie, en door te praten met mijn familie, vrienden en mijn community, ben ik gaan isoleren wat niet werkte. Of wat ervoor zorgde dat ik mezelf niet volledig kon zijn. Het is te veel om in één keer te overzien. Dus ben ik stukje bij beetje dingen gaan veranderen. Verhuizen naar New York was daarbij een enorme stap, want ik voelde dat ik naar huis moest.’

Niet voor watjes

New York, daar werd King Princess 26 jaar geleden geboren. Haar wieg stond praktisch ín een muziekstudio, want ze kwam ter wereld als dochter van recording engineer Oliver H. Straus Jr. en Agnes Mullaney, ouders die niet lang bij elkaar bleven. Of dochter, eigenlijk bevindt King Princess zich ergens in het midden van het genderspectrum (pronouns: she/they/it). Ze valt bovendien op vrouwen, en op basis van Girl Violence kunnen we wel stellen: heftige vrouwen. ‘Is het mogelijk om van vrouwen te houden zonder chaos? Als dat zo is, laat het me weten. Er zit iets van nature gewelddadigs in de hoeveelheid emotionaliteit die in een lesbische relatie gaat. Het is chaos op de best mogelijke manier. Het kan de best mogelijke manier zijn. Maar het is niet voor watjes.’

Ze vervolgt: ‘Elke song is eigenlijk een verkenning van de verschillende vormen van ‘girl violence’ die ik heb meegemaakt of zelf heb veroorzaakt. Toen mijn eerste plaat uitkwam zeiden mensen dat die ging over onbeantwoorde liefde, maar als je dat afpelt, is dat gewoon girl violence. Ik heb het gevoel dat ik al sinds mijn dertiende over girl violence schrijf.’ Ze zingt inderdaad volop over schurende relaties waarin overweldigende seks en slaande deuren hand in hand gaan. Ze zingt niet zomaar over gebroken harten, maar over breuken die je vermorzelen. In het populairste liedje van het album bijvoorbeeld, ‘RIP KP’:

Outside and the sun is shining
Her lips look like cherry ice
With whip creme and a perfect smile
My girl could destroy your life
Like she did to mine
I been cut to pieces

Mijn hele pussy

King Princess zoekt de chaos en de heftigheid graag op. Ze wentelt zich in de prikkels die de stad New York haar biedt. In de kakofonie van claxons en sirenes hoort ze een symfonie: ‘New York ís muziek. Het is een symfonie van chaos. Daar maak ik dingen waar ik echt mijn hele pussy in leg.’

Ze voedt zich met die energie, niet alleen in de studio maar ook in het nachtleven. In eigen stad organiseert ze Bazongas, een queer verkleedfeest waarin de absurditeit en trots van de scene worden gevierd. Zelf verscheen ze er al als Lord Voldemort, een sekswerker uit de Zwarte Dood, een MILF en zelfs gewoon ‘de dood’. ‘Mijn lichaam is gewoon een flesh suit waarmee ik kan spelen,’ zegt ze. Maar achter de uitbundigheid gaat ook een diepe verbondenheid schuil: ‘Het is magisch om de speelsheid, de trots en de schoonheid van de queer community te zien. New York steunt mij, en ik steun New York.’

En toch – wie goed luistert, hoort in Girl Violence ook het verlangen naar rust. Michaela Straus is evenzeer een huismus. Wanneer ze niet tourt of nachtenlang feesten organiseert, is ze te vinden in haar huis in Upstate New York, tussen de bomen en de stilte. ‘Mijn werk is reizen – hoe fucking lucky dat ik naar Amsterdam, Parijs en Londen mag. Maar uiteindelijk ben ik ook een huismus: het gelukkigst op mijn eigen bank, met vrienden, tv en een enorme joint.’