Vier jaar is in poptijd een eeuwigheid, en soulzangeres Joy Crookes werd er eerlijk gezegd wel een beetje zenuwachtig van. Maar nu is ze terug met het album Juniper, een album dat begon met een confronterende blik in de spiegel.

Je kent het wel. Zo’n feestje dat eigenlijk te vol is, met muziek die nét iets te hard staat om echt iets te voelen, en gesprekken waarin mensen wel praten maar niet luisteren. Halverwege de avond beland je in een tl-verlicht toilet, je handen onder de kraan, het water te koud voor het uur. Je kijkt op, ziet jezelf in de spiegel en denkt: je bent mooi, maar God, wat ben je moe. Precies zo’n moment had Joy Crookes, de Britse soul- en R&B-zangeres. Niet als metafoor, maar letterlijk: een foto, genomen ergens tussen twee drankjes en drie gesprekken door, waarin ze zichzelf terugzag met een glimlach die klopte en ogen die iets anders vertelden. Dat ongemakkelijke moment werd de kiem van Juniper, haar nieuwe album.

Joy Crookes is pas 25 maar voelt al lang als een vaste waarde. Ze brak in 2019 door met een reeks EP’s waarin ze haar Zuid-Londense roots, Bengaals-Ierse achtergrond en oldschool soulproductie tot een eigen signatuur smeedde. Met Skin - haar debuut uit 2021 - zette ze zichzelf neer als een van de meest veelbelovende soulstemmen van haar generatie: warm, zelfverzekerd, met een gevoel voor melodie dat bijna ouderwets goed is. De vergelijkingen met Amy Winehouse en Jorja Smith kwamen snel, maar Crookes hield al vroeg vast aan haar eigen route.

Alleen: na Skin werd het stil. Te stil, naar haar eigen zin. Vier jaar in poptijd is een halve eeuw; artiesten worden tegenwoordig sneller van de radar geduwd dan dat ze erop verschijnen. ‘Soms dacht ik echt: tegen de tijd dat ik iets nieuws uitbreng, is iedereen me vergeten,’ zegt ze. Voor iemand die haar debuut onder grote aandacht uitbracht, voelde de pauze als een hiaat waar ze geen grip op had. En ze was niet de enige met dat gevoel: tijdens een gesprek met Ellie Rowsell van Wolf Alice hoorde ze haar achteloos zeggen: ‘Ja, als iemand ons nog herinnert...’ Crookes: ‘Ik dacht: je bent Ellie! Maar ik snapte precies wat ze bedoelde.’

Juniper is geen tweede Skin geworden, geen herhaling van het succesrecept. Waar haar debuut gedrenkt was in de kleur en chaos van Londen verschuift de blik op Juniper naar binnen. Crookes draait het licht iets zachter en kijkt naar de rafelranden die ze eerder vooral probeerde weg te lachen. De foto in de badkamerspiegel is daar een helder voorbeeld van: het moment waarop het nachtleven zijn glans verliest en iets anders zichtbaar wordt.

Die omslag hoor je terug in de muziek. De productie is dieper, meer gelaagd, zonder de warmte van Skin te verliezen. Crookes zegt zelf dat ritme dit keer het uitgangspunt was: ‘Bas en drums, ritme was heel belangrijk door het hele album heen.’ Dat hoor je terug. De plaat leunt sterker op een stevige basis van bas en drums, waardoor haar stem en verhalen anders landen. Waar Skin ging over de wereld om haar heen, gaat Juniper vooral over hoe zij zich daarin beweegt.

De persoonlijke onderwerpen liggen ook dichter aan de oppervlakte dan voorheen. Neem ‘Mother’, het breekpunt van de plaat, een nummer dat Crookes zo snel schreef dat ze zich het schrijfproces amper herinnert. ‘Soms schrijf je vanuit je onderbewuste,’ zegt ze. Het nummer gaat over intergenerationele patronen, over opgroeien in een migrantenfamilie waar liefde en stilte soms hand in hand gaan. De dubbele betekenis in de regel ‘hurt in the bloodline I’m gonna break’ zegt eigenlijk alles: doorbreken én gebroken worden.

Tegelijkertijd staat Juniper niet alleen in het teken van zwaarte. Crookes noemt zichzelf in die periode ook ‘naughty’: uitgaan, grenzen opzoeken, veel te weinig slapen. ‘Ik was aan het feesten. Ik had een fuck-it energie.’ Die lichtvoetigheid sijpelt door in nummers als ‘Paris’, volgens haarzelf het best gelukte liedje dat ze ooit heeft opgenomen. ‘Alles viel op zijn plek’, zegt ze. De melodie, de tekst, de opnames: ‘Het is zó moeilijk om een liedje te maken dat op alle niveaus klopt. Maar bij ‘Paris’ klopt het.’

Het nachtelijke spiegelbeeld was misschien het kantelpunt, maar Juniper is vooral een plaat van iemand die een paar jaar ouder is geworden. Minder bravoure, meer detail. Geen grote woorden, gewoon: leven, schrijven, opnieuw beginnen. ‘Je moet tijd nemen om te leven,’ zegt Crookes. De rest hoor je vanzelf in de muziek.