Bamboebossen, onheilspellende verborgen paden, een bibliotheek tussen de bomen, poeltjes om in te zwemmen, verborgen hutten waar je op een muzikale ontdekking stuit, een podium in een kas waar de vlinders om de artiesten heen fladderen: welkom op Wilde Weide! Een schuine blik op het affiche verraadt dat er op muzikaal gebied minstens net zo veel valt te ontdekken. Eens kijken welke waaghalzen het aandurven om territoriaal en muzikaal te verdwalen tijdens deze tweede editie van dit live-zusje van Wildeburg.

‘Wilde Weide, dit zijn wilde tijden,’ rijmt Mula B op het groen aangeklede hoofdpodium, dat omringd is door net zo groene grasvelden en bomen. ‘Er is meer liefde nodig. In Congo, in Palestina, in Nederland,’ vervolgt hij. Afgelopen maand verklaarde de Haagse artiest zijn Narcopop-era nog dood, maar hier in Kraggenburg blaast hij het met een fantastisch optreden vol trappy hiphopbeats en catchy refreinen nieuw leven in, omdat we allemaal wel wat liefde en saamhorigheid kunnen gebruiken. 

Dit is voor talloze hippe, jonge randstedelingen de reden om jaarlijks af te reizen naar dit idyllische natuurgebied in Flevoland. Dat gebeurt al jaren voor Wildeburg, maar sinds vorig jaar ook voor het live-zusje Wilde Weide. Op hetzelfde verdwaalterrein ligt de focus niet op dance en elektronische muziek, maar op livemuziek. Op beide strandjes draaien de hele dag dj’s (eentje gehost door RadioRadio), maar op de andere podia kan je zomaar stuiten op je nieuwe favoriete indiepopband of hiphopartiest, deels uitgenodigd door vier curatoren. Dit jaar zijn dat Pip Blom, Goldband, Moody Mehran en Joep Beving. En waar de festivalgangers van het eerste uur vorig jaar nog niet door leken te hebben dat Wilde Weide zich onderscheidt van Wildeburg, lijkt de ontdekkersmindset waar de artiesten en het terrein om vragen er dit keer lekker in te zitten.

Een dansje hier en daar

Toch hebben veel acts op verschillende manieren een bepaalde dance-crossover. Neem de noiserock van Chalk, die aan hun bak herrie techno-invloeden toevoegen. Of de Franse hyperpop van UTO, uitgevoerd door een quirky duo dat over het podium kruipt, van outfits wisselt en met elkaar tikkertje speelt in de crowd (ja, dat lees je goed). Een muzikaal en theatraal hoogtepunt. Ook ISAÏ, die afgelopen jaar de Popronde uitspeelde en zijn hiphop mengt met rave- en clubmuziek, verlaat het bossige terrein met een hoop nieuwe fans. Wilde Weide lijkt voor te sorteren op mensen die lekker willen dansen, en bij het opvallend jonge publiek lijkt dat goed te werken. 

Soms kan het echter een beetje doorslaan. Vooral op vrijdag, wanneer een heel rijtje groovemachines elkaar opvolgt. Het begint met de Khruangbin-esque muziek van Cocobolo. Funky, vol filmische grooves om de heupjes op te wiegen. Maar tegelijk zijn het vooral liedjes die uitnodigen om doorheen te praten. Vervolgens door naar het zeskoppige disco- en funkmonster Another Taste. Een beetje hetzelfde verhaal, al trekt deze gitarist een viezer gezicht en neigt het wat meer naar 70’s disco, maar echt spannend wordt het ook zelden. Er lijkt geen einde aan te komen. Ver voordat de avond is begonnen staat het hoofdpodium bijvoorbeeld weer vol bij de zonnige en zeer luchtige popliedjes van Goldkimono. Het zijn artiesten die continu vragen: ‘Zijn we al een beetje opgewarmd?!’, en we moeten concluderen: nee, eigenlijk niet. 

Daardoor is het even schrikken later op de dag wanneer Elmer met haar springerige elektronische hiphopliedjes ineens laat zien wat energie is. Het is een van de drukste en meest theatrale shows van het weekend. ‘Open die kringverjaardag’ (lees: moshpit), schreeuwt ze. Het is een bomvolle kringverjaardag, en een hele gezellige. Maar toch een beetje gek, na dat alsmaar voortkabbelende begin van de dag. Het voelt een beetje alsof je na een ijskoude vlucht vanuit Nederland uitstapt in de zonnige Algarve, maar je nog wel je lange broek en trui aan hebt. 

Snoeiharde punk, mierzoete indiefolk

Al blijkt uiteindelijk dat er aan variatie geen gebrek is. Een energieke show hoeft niet altijd dansbaar te zijn. Wat er gebeurt bij de recht-voor-je-raap-punk van Ploegendienst en Maria Iskariot heeft namelijk weinig met dansen te maken. Springen, ja, maar dan tegen elkaar aan. Zonder ritme. Vergeet niet omhoog te blijven kijken. Grote kans dat bij laatstgenoemde de über-energieke zangeres Helena Cazaerck over je heen zweeft. En voor een ijzersterke hiphopshow kan je nog steeds aankloppen bij Mr. Grote Grijns Dio, die dit jaar na bijna 10 jaar volwassener dan ooit terugkeerde met zijn nieuwe album de vluGtlaan. Wat weet hij ingetogen en pijnlijk eerlijke tracks als ‘PIJNSTILLERS’ gevoelig te brengen, en wat blijkt hij nog steeds een geboren entertainer wanneer hij in zijn befaamde tijdmachine stapt en energieke hits van vroeger speelt. 

Ook is er genoeg ruimte om het rustiger aan te doen. Zo lelijk als het woord ‘Kraggenburg’, zo mooi is bijvoorbeeld de meerstemmige wegdroomfolk van Pitou, Luwten en Naaz. Of de americana van het Vlaamse BLUAI, zo zoet als een Cherry Chouffe (om dan maar een biertje uit hun thuisland te noemen). Hoogtepunten kunnen uit allerlei hoeken komen. Een bomvol en vrij hallucinant optreden van Nonchelange bijvoorbeeld, waarbij een slechte woordgrap kan leiden tot een gesloopte tent (Wilde Wei de tent slopen of wat?!). De Utrechter met tiktoktalent beweegt in een overvolle kas van springerige pop naar sarcastische ballads en ‘ouwemannenrock’. Elk schattig popliedje kan veranderen in een clubby kraker en het gevaar dat een liedje uiteindelijk ontspoort in ‘I Gotta Feeling’ van Black Eyed Peas ligt altijd op de loer. Gelukkig gebeurt dit slechts één keer. 

Joh, en is dit allemaal niet je ding: niet getreurd. Kijk lekker om je heen. Vlinders, uniek aangeklede podia, lichtmasten in de vorm van insecten. Anders loop je een stukkie voor een massage bij De Zweefhut. Voor fans van trillende hangmatten: die zijn er ook. Desnoods zoek je het frikandellenbos op. Niemand hoeft erachter te komen. Op drie verschillende locaties is het mogelijk om te pingpongen, en bij het strandje kan je niet alleen luisteren naar dj’s, maar ook uitstekend chillen en zwemmen. Verveling staat niet in het woordenboek van Wilde Weide. 

Wilde Weide wereldwijd

Muzikale eentonigheid ook niet, zelfs niet qua herkomstlocatie van de artiesten. Tuurlijk, bovenal zijn veel indie-darlings en opkomende artiesten uit Nederland te zien. De Haagse curatoren Goldband maken er bijvoorbeeld een heel lokaal feestje van. De Haagse hiphop van Mula B en ISAÏ kwamen uit de koker van deze feestmannen, net als de psychedelische Haagse rock van Heath. Dieper op het affiche staat zelfs een opvallende dj-set van de Haagse Iliassopdebeat (ja, die van die Wilde Westen-trapbeats). De hele stad is uitgenodigd. Eigenlijk missen alleen de gladde jongens van Flaire. Een beetje extra boefie energy kan nooit kwaad. 

Daar tegenover staan echter artiesten uit allerlei delen van de wereld. Spanje, Frankrijk, Turkije, maar ook psychedelische Japanse folkband Mitsune, en een hele rits aan pan-Afrikaanse artiesten. De kleine highlife-queen Florence Adooni brengt het kenmerkende geluid uit Ghana op grootse wijze, en het tweekoppige Madalitso Band zorgt voor een totale staat van euforie. Vooral wanneer de meneer op de babatoni (een eensnarig basinstrument) een hele hoge zangstem in huis blijkt te hebben. Het is genieten geblazen bij deze blije mannen in Malawi-shirt en een knalgele broek, die erbij zitten alsof ze op het allergezelligste huisfeestje van Kraggenburg zijn beland. En hoe Yosefe Kalekeni tegelijk gitaar speelt, zingt én zijn stoel gebruikt als drum door er met zijn hak tegenaan te tikken, is ronduit knap. Hetzelfde geldt voor de vuilnispunk van Kin’Gongolo Kiniata. Niet denigrerend bedoeld: dit vijftal uit Congo maakt hun instrumenten daadwerkelijk van vuilnis, en levert daarmee in de stromende regen de meest opzwepende show van het weekend.

Met open vizier

Zo staat er op Wilde Weide voor elk wat wils, maar is er ook veel ruimte om buiten de gebaande paden te treden en je comfortzone te verlaten. Mooi om te zien dat zoveel waaghalzen dit aandurven. Tuurlijk, het is druk op het strand wanneer dj’s als Rozaly of curator Moody Mehran draaien. De hipste nieuwe zonnebrillen komen tevoorschijn, obscure voetbalshirtjes worden uit de kast getrokken en ook khaki broeken maken een comeback. Maar eigenlijk kan iedere act in ieder genre rekenen op enthousiasme. Togolese protestliedjes of een vrolijk DIY-duo uit Malawi worden met net zoveel gejuich ontvangen als de populaire elektronische popliedjes van Maan of Goldband. 

Zo lijkt Wilde Weide haar publiek op deze tweede editie meer te hebben gevonden. Een publiek dat de bamboebossen bewandelt (zelfs wanneer deze op de laatste dag modderig zijn), met open vizier. Een publiek dat durft te ontdekken, verrast te worden en van gedachten te veranderen. En dat is waardevol in tijden als deze.

(door Philippine Bulsing van 3voor12 Noord-Holland)

Wie de klimtocht naar het Vuurtoreneiland zaterdag weet te maken, wordt het warme, broeierige, o-zo-gezellige househuisje van RRFM (de radiozender van de Amsterdamse club Radio Radio) ingezogen. De line-up, gevuld met vrienden van RRFM én residents, schreeuwt uit: dit wordt de uitvalsbasis voor de housebouncers die eigenlijk nooit naar huis willen.

Geroezemoes verandert in geschreeuw als RRFM-residents Andy b2b Monty DJ losgaan op de Monkey Shoulder-stage op Vuurtoreneiland. “Gaan.” “Blijven.” “Nee, ik wíl gaan!”, wordt er over clubbanger Ah! Bats! ge-mc’t door een ruziend stel in het tjokvolle houten huisje dat aanvoelt als een warme, gezellige huiskamer. Aan aankleding komt niets tekort, met onder andere lp’s met gloeilampen aan het plafond en cassettebandjes aan de muur geplakt (ook niet zo gek als het dezelfde ontwerpers zijn als die van Woodstock). Duidelijk is dat de één met de handen in de lucht geen zin heeft om weg te gaan, terwijl de ander absoluut terug naar de tent wil. Kyra Khaldi b2b Yòp sluiten de zaterdag af met diepe, duwende houseplaten als Ring Ring van Andry Nalin, die haarfijn aan elkaar worden genaaid door de twee dj’s - terwijl er ondertussen iemand uit enthousiasme in de paaltjes klimt om he-le-maal los te gaan. Geen stemvork kan hier de toon zetten.

Zondag zijn de residents partners in vibe-crime. En potverdorie, wat is het gezellig in het ramvolle househuisje als Aurelius met een sloot soulvolle house de regenachtige zondag aftrapt. Wie niet binnen past, danst als vriendengroep gewoon buiten in de volle regen op de picknicktafels - in choreografisch gelijke pas, met een poncho als kostuum. De vuistjes gaan uit de mouwen van de poncho’s als Trust - Metromigation het slotakkoord inluidt: ineens vliegt er ergens een roze regenjas ritmisch als een lasso door de lucht. Headponcho’s alom. Met alleen maar vingers in de lucht is de sfeer een paar uurtjes later nog steeds loeihoog als RRFM-residents Annebel en Teqmun gemeen goeie platen aan elkaar rijgen. Als een remix met de lyrics “Free Palestine, free, free Palestine” over het giga schaakbord meets dansvloer schalt, zwaait er een Palestijne vlag op de maat mee. En met alleen fistpumpen kom je hier niet weg: bij duwend euforische techhouseplaten als Changes van EKDK hoort natuurlijk een gekke move - bijvoorbeeld met het pingpongbatje waarmee hard gepongd wordt om de hoek van het huisje. Het is hier een speeltuin voor volwassenen die heel hard kunnen housen.