Voor de onoplettende luisteraar is Brunzyn níét serieus te nemen. Zijn flow hobbelt als een dronken toerist achter de beat aan, zijn posse is één chaotische bende, en in plaats van te pochen over merkkleding of Mocro Maffia-straatverhalen rapt hij over het halen van cola en Mars, of over z’n scheve kaak. In de virale 101Barz-sessie waar hij ook op zijn debuutalbum naar verwijst, zien we hoe Stuntkabouter (aka piano man, sinds het Songfestival) patat uitdeelt en Joost Klein en Appie Mussa de draak steken met de gangbare supporters van de drillers op 101.
Brunzyn is dan ook niet van de straat – verre van. Geen ruige jeugd, geen moeilijke thuissituatie. Lieve ouders, vertelt hij op een vrijdagmiddag op een terrasje in Amsterdam, hij heeft zelfs bijna het gymnasium afgemaakt. Terwijl de meeste rappers pronken met hun struggles, gooit ‘de allerdomste tatta’ met achteloze nonchalance hooguit daarover een rijm. Hoe kan deze man met zijn koortsdroom van een 101 sessie meer dan 1.7 miljoen streams pakken? ‘Mensen kijken niet verder dan mijn persona op internet. Het is ook meer dan dat grappige, memerige.’