Veel dingen die opvallen op de eerste dag van Dekmantel: de veranderingen aan het terrein (waar is het Connects-podium?!), het impressive Sunflower Soundsystem van Floating Points, en oh ja, hoe zaaaaalig het eigenlijk ook alweer is om lekker te grooven. Maar uiteindelijk leiden alle wegen toch naar Four Tet.

‘Woahhhh!’ Een Britse dude kijkt verbluft naar een massive houten speakerkast in de Greenhouse. Laat zijn blik ronddwalen. Telt er nog acht, verspreid over de kas. ‘Woahhh!’ Ha, welkom bij het Sunflower Soundsystem, het zelfgebouwde soundsystem van Floating Points. Drie dagen lang strijkt hij ermee neer in het Amsterdamse Bos. Een crazy passieproject, waarover de Britse dj/producer al vertelde aan Resident Advisor: hij liet zich inspireren door de Jamaicaanse soundsystemcultuur, door talloze clubs en soundsystems, van het modulaire Despacio-systeem van James Murphy en de gebroeders 2MandyDJ’s tot aan de analoge set-up van de Paradise Garage. Kijk eens, zie je die tweeter arrays in het midden van het dak? Een directe knipoog naar de New Yorkse oerclub! Er staan schijnbaar zelfs speakers uit Plastic People, de Londense nachtclub die hem vormde (en met hem headliner Four Tet, die vanavond The Loop afsluit). Het soundsystem blijft hier ook het hele weekend staan, Floating Points programmeerde de tent samen met Dekmantel en trapt op vrijdag zelf af met een marathonset van opening tot sluit: een dubbeldikke tien uur b2b met Dekmantel-huisvriend Palms Trax (en daarmee de allerlangste dj-set op Dekmantel OOIT).

Cool voor de speakerfetisjisten, maar… hoe sick is dat systeem nou echt, voor de matig audiofiele dansvloerganger? Da’s nog niet zo duidelijk, wanneer je de kans binnenwandelt om drie uur ’s middags en slechts de kale kop van Palms Trax ziet (zou Floating Points nou nog ergens wat afstellen?!). Even de oren spitsen: zit er nou meer push in die italo-discoplaten, of verbeeld ik me nou? Klinken die vocals in die Sinichiro Yokota-plaat nou echt beter?

The hype is real, blijkt een paar uur later. FloPo is ondertussen ook terecht en draait in blokjes om-en-om met Palmsie, en in de bonkende bassen van hun stevige houseplaten hoor je hoe goed dat systeem klinkt: loeihard maar warm, veel power in het laag, overal in de zaal klinkt het goed. Dat hoor je zeker wanneer Palmsie drie volvette UK garage-platen opgooit. En al helemaal wanneer Floating Points daarna overpakt met loeizware dub die de neusvleugels doet trillen. Kijk, dat pluchen zonnebloemetje op de booth begint zowaar een beetje te shaken van de subs!

Selectors

De Connects-stage is weg, de UFO I is een nog donkerder technohol

Vet hoor, maar er is natuurlijk veel meer te doen dan de hele dag blijven plakken in de Greenhouse. Het is maar een half minuutje naar de Selectors, waar het nieuwe stagedesign meteen opvalt: het lijkt wel een zeilschip, zoals die doeken aan de bomen zijn gespannen (of is het een knipoogje naar het wapperende sjaaltje van Ricardo Villalobos?!). Er staat ook een nieuwe betonnen booth, ideaal voor de vele vinyl-dj’s die hier dit weekend draaien. De UFO II is een maatje groter. En verder? Verder is er ook duidelijk bezuinigd: het Connects-talentenpodiumpje is verdwenen, een aantal stages zijn de vloeren kwijt. En bij de UFO valt het al helemaal op: geen planken meer op de vloer, geen lichtbalken, geen verhogingen naast de booth. 

Ach, het is dan ook een donker technohol. Sluit je ogen en je hebt niks door. Wacht, wat is dat? Een op hol geslagen tondeuze? De mondhygiënist die met dat venijnige kleine boortje je achterste kies te grazen wil nemen? Zomaar wat geluiden die tot je komen bij Quelza, een Fransman die van honderd tinten gepiep, gekraak en geknars houdt in zijn warse techno. De in Berlijn woonachtige dj werd over de afgelopen paar jaar een favoriet onder de technonerds, juist omdat-ie de geen voorrang geeft aan de kick (letterlijk en figuurlijk) en zijn sets soms ook meer geluidscollage zijn dan lekker swingen. (Of dat je smaak is, is een tweede.) Vrijwel elke dansbare plaat countert hij wel weer met gefreak en gefröbel. Hoogtepunt: de ellenlange arpeggio waar hij over gaat lopen freaken, de kicks langzaam in- en uitfadend.

Philippa Pacho is daar het volstrekte tegenovergestelde van: bij deze Zweedse (wiens naam sinds een jaar of twee steeds vaker oppopt) staat de groove wel degelijk op 1, dus stroomt de UFO na Quelza al gauw veel voller. Soms is het zelfs nauwelijks meer dan die kick en een open hihat die motorisch doorrollen, vaak bouwt ze spanning in snelle venijnige breaks, om die direct keihard in te lossen. Hoewel je daar in de UFO als dj niet veel meer dan een zwakjes uitgelicht, nauwelijks zichtbaar stipje bent, straalt haar vuur er toch vanaf: kushandjes zwaaiend, meeklappend, in haar eigen trip hangend. En UFO-afsluiter Mulero? Die schakelt qua intensiteit nog eens flink bij. Dan is dat minimale lichtplan (met die flitsende strobes in blauw en rood en die twee mega-spots) helemaal on point.

Doorrollen richting de after

Muziek die doorrolt, die doet het sowieso goed op deze vrijdag van Dekmantel. En dan met name op de Selectorsstage, tussen de bomen. Fred P en DJ Dustin krijgen er een stevig openingsslot, met NYC-deephouse en emotionele Gieling-muziek vol warme pads, gedempte strings en zachtjes fluisterende stemmen. Ideaal om de dag mee te openen. De Spaanse dj Sugar Free geeft daarna iets meer push, ze is het type *digger* wiens speelse vinylplaten je onmogelijk kunt Shazammen. Platen die niet bestaan uit grote piekmomenten, maar waarin alsnog genoeg gebeurt: proggy baslijnen die bubbelen als de klodders in een lavalamp, een gekke melodie, een ratelende snare, en dan constant blijven hangen in die groove.

En dat kan al helemaal bij Ogazón, de Spaans-Luxemburgse dj die tegenwoordig tien keer per jaar in de Berghain staat, maar ooit de kneepjes van het vak leerde in de afterhoursscene van Amsterdam. Deze set is voor haar een throwback, met platen die ze al sinds die tijd meedraagt, en ze krijgt een prachtig slot als afsluiter van de Selectors. Die ligt er ook uiterst fraai uit 's avonds, met het doek verlicht door een zachtroze gloed, die ook overslaat op de wilgenbladeren. Ogazón is een geduldige dj: op peaktime durft ze te draaien alsof het zes uur ’s morgens is, met minimal platen die je heeeeeel geleidelijk, heel ongedwongen in een roes duwen, met een dubbasje hier, warme pads daar. En dan weer een stevig zetje, totdat je gevoeligsmatig door en door en door kunt rollen richting de ochtend, ver voorbij de after.

Oh nee wacht, eerst op zoek naar avontuur!

Maar goed, genoeg muzikale waaghalzen op Dekmantel die niet willen doorrollen. Die staan vandaag bij The Nest (die dubstep-iconen Coki & Joker vandaag daadwerkelijk doormidden záááágen met hun dubbeldikke dubstrepdrops, wat een gestoorde energie!), en die staan vandaag… bij de mainstage? Echt hoor, Blawan primetime voor headliner Four Tet op The Loop, dat ze dit soort muzikale waaghalzerij aandurven bij Dekmantel! Verwacht maar niet binnen te lopen bij euforische Britse ravemuziek. Nee, het ene moment klinkt stroperig trage muziek op 85 bpm, vijf minuten later is Blawan op 130 bpm beland, met een kick die als stuiterbal in een wc heen en weer knalt. Oh, en opeens vertraagt hij weer 30 procent. Het klinkt nog gruwelijker dan die toch al industriële weirdotechno die hij de laatste jaren uitbracht.

Nee, zo weird wordt het natuurlijk niet bij headliner Four Tet, de man die hier ooit nog doodleuk Fugazi en een monoloog van jazz-trompettist Don Cherry draaide als headliner. Maar wie aanschuift in het laatste uurtje, die ziet dat de grootste superster van de UK dance nog steeds van een gekke kwajongensstreek houdt. Hij draait veel dwarser dan de solide 127-bpm-doorklapset die hij tijdens Amsterdam Dance Event gaf, in de Gashouder met Awakenings. Daar stond-ie ook al de hele tijd met z'n telefoon in de handen, om als een tourist op de grachten grijnzend het ene na het andere filmpje te maken, maar hier draait hij een totaal andere set. Vanuit zijn eigen shufflehouse schakelt hij opeens twee tandjes bij in energie met een UK wobbeltune van Denham Audio en een plaat die klinkt als het evil tweelingbroertje van ‘flight.fm’, om via dubstep het tempo te halveren naar 70 bpm. Waaaaa, wat een loeizware plaat, alsof je een EBM-plaat vertraagd tot dubtempo, totdat je er compleet in weg kunt zakken. Om vervolgens half-time dubstep te laten weerklinken met een spookachtige triphopvocal die door The Loop heen echoot, en even later via Australische speedgarage bij zijn eigen ‘Looking At My Pager’ te belanden. Een en al gejuich op het veld, want duh, Four Tet doet gewoon nog steeds precies waar hij zin in heeft. Genoeg gebabbeld, nu op zoek naar die after?!