Het gaat weer goed met Sam Vano: zijn debuutalbum Selfhelpingmehelpmyself is uit, en in juni staat hij in Paradiso als finalist van de Zonneprijs. Maar de plaat markeert ook een periode waarin hij even helemaal de weg kwijt was. We spraken de Amsterdamse indiefolk artiest over de valkuilen van zelfhulp, kicken op akkoordenschema’s, en jezelf klonen in de studio.

Liefkozende synthpads gloeien in je oren. Je zakt langzaam weg in je matras, terwijl een oudere man met een rustgevend Schots accent een verhaaltje voor het slapengaan vertelt:

You take a wander through the glossy white gates of the local botanical garden… and walk past the perfectly kept flower beds…

Maar dan hoor je buiten de eerste vogels al fluiten.

Wie net als Sam van Ommen (Sam Vano) ooit heeft gekampt met slapeloze nachten, moet bekend zijn met dit soort begeleide slaapmeditaties. Het is slechts een van de vele vormen van zelfhulp die hij aangreep in de periode waarin hij zijn debuutalbum Selfhelpingmehelpmyself schreef. ‘Ik had het heel druk gehad en mijn batterij was helemaal leeg’, vertelt de Amsterdammer. ‘Ik was even helemaal de weg kwijt, maakte geen muziek en wist niet waar ik het zoeken moest.’ 

Hij twijfelt even: ‘Ik wil het echt niet melodramatisch laten klinken, zo van “ik ben zo zielig, kijk mij nou”. Maar ik liep aan tegen iets waar veel twintigers die dingen maken tegenwoordig tegenaan lopen. Het is een chaotische wereld, en iedereen om je heen lijkt wél succes te hebben. Dan is het makkelijk om jezelf even kwijt te raken.’ 

Dus sloeg van Ommen fanatiek aan het zelfhelpen: meditatie, zelfhulpboeken, wandelen, na jaren weer een skateboard kopen – alles om zich beter te voelen. ‘Ik vond veel dingen te intens. Dus luisterde ik naar van die chille mannen die vertellen hoe je door een botanische tuin loopt, of naar het geluid van een antiekwinkel, ‘s avonds in de regen… En qua muziek heb ik een tijd lang exclusief naar Chet Baker en Brian Eno’s Music For Airports geluisterd.’

Maar na een tijdje begon het hem te dagen: als je constant met je eigen gedachten bezig bent, wordt dat een soort nieuwe obsessie. ‘Het nam eigenlijk de plek in die muziek maken eerst had. Je raakt als het ware verslaafd aan de stem in je hoofd. En ik ging me pas weer beter voelen toen ik uit die cirkel brak en weer muziek ging maken. Uit die ironie is Selfhelpingmehelpmyself geboren.’

Jezelf klonen in de studio

We kennen Sam van Ommen al langer als gitarist bij o.a. Tim Knol, en voorheen als onderdeel van het duo Sam & Julia. Naast zijn lidmaatschap van folkband Community TV, ligt zijn artistieke focus tegenwoordig vooral op het soloproject Sam Vano. Debuutalbum Selfhelpingmehelpmyself staat vol autobiografische liedjes – ‘met een disclaimer voor ‘Murder Machine’, ik ben géén moordenaar haha!’ – met een wat soberdere, eerlijkere sound dan op zijn eerste EP Solitaire (2023). ‘Ik merk dat mijn smaak verandert. Ik ben nu meer bezig met zo eerlijk mogelijk vangen wat in de ruimte gebeurt. Ik denk dat het ook te maken heeft met steeds zekerder worden in mezelf als artiest, als soort vertolker van de liedjes. Die eerste EP was gelaagder, met veel dubs. Nu wil ik me niet meer verschuilen achter honderd lagen. De nieuwe ideeën waarmee ik bezig ben worden waarschijnlijk nóg kaler!’

Hij nam de plaat op met goede vriend Andrew Riezebeek (Mannahatta), in zijn piepkleine studiootje in de Pijp. ‘Dat was een fijne periode! We konden daar maandenlang bijna dagelijks heen, het werd echt een tweede thuis. Ik wilde dat de plaat zou klinken alsof een hele band samen live speelt. Maar we waren met z’n tweeën, dus hoe ga je dat doen? Nou, we namen twee lagen tegelijk op, waarna we de room-mic lieten staan en van instrumenten wisselden. Dan krijg je een soort nep-bandgeluid. Zo kloonden we onszelf eigenlijk. Soms kwamen bandleden (Niels de Jonge – drums, Guido Nederstigt – bas en David Gram – gitaar) langs om partijen in te spelen, maar verder waren we lekker langzaam aan het bouwen en knutselen.’

Kicken op mooie akkoordenschema’s

Wie ook op die manier te werk ging? Elliott Smith, die tranentrekkende Amerikaanse songwriter aan wie Sam Vano met zijn melancholische liedjes en double tracked fluisterzang aardig doet denken. ‘Hij was absoluut een invloed, niet per se specifiek voor dit album, maar wel als songwriter. Van alle onderdelen van muziek, kickte hij zelf het meest op mooie akkoordenschema’s. Dat heb ik ook: ik hou ervan als ze mooi oplossen of verrassen. En hij was echt een Beatles-fanaat, net als ik, dus ik zie daar ook een soort rode draad of bloedlijn die mij inspireert. Net als Bob Dylan: ik kijk het meest op naar dat soort artiesten, die gewoon écht goede liedjes schrijven. Ik hoop zelf ook ooit op zo’n level te komen.’

Wat wel leuk is: ‘Mijn broertje noemde ‘Winter Baby’ een soort reverse ‘Blackbird’. Niet dat ik denk dat het zó goed is hoor, maar het heeft dezelfde soort gitaarpartij. In plaats van dat het omhoog gaat, gaat het omlaag. Dan ben ik wel echt gevleid, want ik weet dat hij ook een grote fan is.’

Sam Vano staat 5 juni als finalist van de Zonneprijs in Paradiso. Hij neemt het met zijn liveband op tegen zeven andere acts – waaronder BUG en Honey I’m Home – in strijd om een geldbedrag van 10.000 euro. ‘Ik hoop natuurlijk dat we winnen, want dan kan ik weer een nieuwe plaat maken. En ik heb de band alvast beloofd dat we dan in een mooi kasteel of een villa ergens in Italië gaan zitten, in plaats van opgesloten in een hokje. Die upgrade hebben ze wel verdiend.’