Als er iets is wat echt iedereen leuk vindt, is het disco. En dat blijkt maar weer: het veld bij Franc Moody staat rammetje vol. De Britten Ned Franc en Jon Moody — ondersteund door een drummer met hanenkam en ongetwijfeld de allercoolste bassist van het weekend — hebben de welbekende grooveformule een eigen draai gegeven. Franc Moody klinkt als JUNGLE, maar dan alsof ze met een noodgang de stratosfeer in zijn geschoten. Oldschool string-samples knipogen naar de jaren zeventig, spacey synths doen alsof het al 2085 is. Binnen no time showen zelfs de meest doorgehaalde vrijdagnachtdruilers hun beste moves. Over het veld ontstaan spontane danscirkels die langzaam uitgroeien tot heuse disco-moshpits. Ja, dat ziet er inderdaad net zo chaotisch en misplaatst uit als je denkt. Als je nu nog steeds geen zin hebt om de nacht weg te dansen, kun je beter direct je tent in rollen. ‘We’re partying with you tonight, we’ll see you around,’ belooft de band. Zij zijn er in ieder geval sowieso bij.
De zaterdag van Down The Rabbit Hole was werkelijk uitmuntend: veel shows die gierden van de emoties, maar er was ook voldoende plek voor rare streken.
9. Franc Moody
8. Joey Valence & Brae
Voordat Joey Valence & Brae ook maar een voet op het podium hebben gezet, heeft de MC het publiek al helemaal gek gemaakt. Tijdens een drum 'n bassremix van ‘Break Stuff’ van Limp Bizkit, en ‘We Like To Party’ van Vengaboys gaan de eerste liters bier al de lucht in. Als het schorem vervolgens daadwerkelijk het podium op komt, wordt het al helemaal een chaotische koortsdroom. Beastie Boys partyrap met loeiharde, volstrekt onnodige dubstep drops, Dragon Ball Z-verwijzingen, en een MC die met zijn soundboard zorgt voor de adlibs in de vorm van vergeten memes (denk ‘bruh’ en ‘ohhhh my gaahhhwwd’). Halverwege komt er ineens een stukje brat langs met ‘365’ en wordt er opgeroepen tot een beetje sociale cohesie: ‘Make a new friend right fucking now!’ Waarna er twee volle minuten worden ingelast voor ongemakkelijke smalltalk met een vreemde.
Het enige voorspelbare aan deze show zijn de constante moshpits en het woord ‘booty’ – dat blijft terugkomen in bijna ieder nummer. ‘Does anyone even know who the fuck we are?’ vraagt Brae zich in alle oprechtheid af. De meeste mensen hier hebben waarschijnlijk geen flauw idee. Maar dat doet er niet toe. Want wat hier gebeurt is een krankzinnig, baldadig rapfeestje, en de hele tent staat op z’n kop.
7. Saint Levant
Waar we gisteren bij Massive Attack nog geconfronteerd werden met al het verschrikkelijke leed dat de Palestijnse genocide met zich meebrengt, heeft Saint Levant één boodschap voor ons: we zijn hier nog, we zijn trots, en we zullen nooit vergeten worden! En dat uitdragen is op zichzelf al een grootse vorm van verzet. De Palestijnse cultuur zal gevierd worden, en hoe, met een prachtige stem en een uitgebreide band inclusief traditionele viool, fluit, drums en buisklokken. De rapper laat ons zelfs compleet in katzwijm achter als hij tijdens een smooth R&B-liedje een sexy partijtje saxofoon speelt.
Maar daar blijft het niet bij; Saint Levant drinkt met zijn Egyptische MC uitgebreid thee op die herkenbare witte tuinstoelen, op de feestelijke muziek komt de hele band samen voor een volksdans (of tien), we krijgen lesjes Arabisch... Verrassing! Dan komt papa opeens een dj-setje spelen, en alles gaat de lucht in: mic stands, diezelfde tuinstoelen, hoppa - de tafel, de theepot, alle handen van het publiek en vooral alle Palestijnse vlaggen op Down The Rabbit Hole. ‘This is a genocide. Your existence is resistance!’
6. Fat Dog
Zit! Ren! Af! Frontman Joe Love van het knotsgekke Londense Fat Dog commandeert ons alsof we zijn hondjes zijn — en tijdens dit uurtje klezmer-dance-punk zijn we dat eigenlijk ook. ‘Good dogs,’ zegt hij tevreden als iedereen keurig op de grond gaat zitten of de longen uit het lijf rent op zijn bevel.
Wie ooit een aflevering van Dog Whisperer heeft gezien, weet: als je een hond wil trainen, moet je direct en met autoriteit spreken. En dat doet hij. Op twee nummers na schreeuwt hij álles vanaf de barricade het publiek in. ‘Go and fuck yourself!’ brult hij recht in het gezicht van een vrouw op leeftijd. Intussen zie je de saxofoniste moeite doen haar gezicht in de plooi te houden, terwijl ze de zoveelste waanzin live moet begeleiden.
In de moshpits zie je twee duidelijke types: de keihard stampende, wild zwaaiende maniak, en de meer weloverwogen ska-danser, die netjes de choreografie volgt van de saxofonist en gitarist. Maar blaffende honden bijten niet: ‘Let’s make some peace, these fuckers need it,’ zegt Joe. Met ‘Peace Song’ laat hij zien dat zelfs de wildste viervoeters soms een aai over de bol verdienen.
5. Wunderhorse
Daar gebeurt het, in slotnummer ‘Rain’: koppies naar elkaar gericht, totale hyperfocus, vanuit rust een lange jam. Een kleine vonk. Een vlammetje. Een wild uitslaande bosbrand! Schudt Jacob Slater opeens een razende surflick van Dick Dale uit z’n mouw. Godverdomme hey, wat is die Slater een frontman. Neurotisch trillend komt-ie op, tandenknarsend, in openingssong ‘Midas’ de gekte er al uit. Meer nog dan op hun twee albums klinken de ingetogen songs grungey en somber, opruiende liedjes nog net iets venijniger, en zelfs een rootsy song als ‘Teal’ zit live vol Sturm und Drang. Geen wonder dat alle Fontaines D.C.-fans zich afgelopen jaar tot Wunderhorse-fanaat hebben omgedoopt, na die voorprogramma’s in AFAS Live. Wat een band!
4. Zaho de Sagazan
‘When I started to cry on the piano, it changed my life’, bekent Zaho de Sagazan. Ze is een soort jonge Wende van Frankrijk, die in eigen land ‘une vedette de la pop’ begint te worden, maar hier ook gerust de Ronda vult. Ze brengt haar grote chanson ‘La symphonie des éclaires’ met een natuurlijk gevoel voor theater. Subliem is het hoe ze de vrouw vooraan in de gaten krijgt die keihard staat te wenen, de fotopit in loopt en recht voor haar gaat staan om het alleen voor haar te zingen. Echte emotie! Hele tent brok in de keel. Ze heeft een slagwerker mee die de halve ijzerwarenwinkel heeft uitgestald, maar veel belangrijker nog: een stel bakbeesten van modulaire synths. Je hoort het al in die ontroerende chanson, wanneer er opeens een ijle elektronische melodie over de piano heen glijdt. Maar dan: on y danse! En dan blijken Kraftwerk en Soulwax net zo inspirerend als Barbara en Brel. Echt een topshow, die eindigt met een applaus dat minutenlang aanhoudt, alsof ze iedereen hier zojuist een miljoen heeft overgemaakt.
3. Underworld
Wat heeft een mens op dit punt van het weekend nog meer nodig dan één van de meest iconische dance acts van de wereld, lasers, een geweldige show aan gekleurde spots, en nog meer lasers?! Waar we gisteren nog een politieke klap in het gezicht kregen van headliner Massive Attack, brengt Underworld ons juist in complete extase. Karl Hyde en Rick Smith weten na zoveel jaar natuurlijk hartstikke goed wat ze doen – en zo roepen er dan ook genoeg veertigers uitgelaten hoe ze hier al tien jaar op hebben gewacht!! – maar kunnen ze op deze leeftijd nog tippen aan hun gloriejaren? Zijn ze nog steeds diezelfde pioniers bovenaan de rave vloedgolf? Het antwoord is zonneklaar – dit is een band die een performance neer weet te zetten die je voor de rest van je leven onthoudt, al is het maar omdat je handen als vanzelf hemelwaarts gaan bij het horen van de intro van ‘Born Slippy (Nuxx)’.
Lees hier de hele recensie.
2. Model/Actriz
‘Down The Rabbit Hole, I wanna love you forever… I wanna FUCK YOU… I WANNA FUCK YOU DOWN THE RABBIT HOLE, I DO!!!’, gilt frontman Cole Halden middenin het publiek. Wie het aandurft om hem aan te kijken? Die krijgt z’n gezicht in z’n snoet! Of tenminste een dwingende blik. Kortom: wat een opwindende frontman is Halden, een besnorde frontdiva met glitterhandtasje die de energie in zo’n tent stuurt als een bliksemafleider. Hij paradeert, poseert en danst. Draait pirouettes. Bespeelt zijn publiek. Flirt. En wanneer hij over de barrier springt, vliegt het publiek op hem af als fruitvliegen op een rottende perzik. Het publiek raakt steeds extatischer, steeds verder opgezweept.
Dat is ook het idee achter Pirouette, de tweede plaat van de New Yorkse gitaarband: het gevoel een dampende dansvloer vertalen naar noisy industrial. Drummer Rubin Radlauer is daarin instrumenteel. En ook: dat superscherpe gitaargeluid, alsof er een baksteen in de glasbak is gevallen. Een tikkeltje grimmig op een lekkere manier, en zeer meeslepend. ‘Can I be the one to be embodied?’, smeekt Halden in ‘Departures’, en ziet voor zich één dampende, kolkende massa. Zo is Model/Actriz een totale in-your-body-experience, zoals je niet vaak ervaart.
1. FKA twigs
Voel je dat? Die tinteling in de toppen van je vingers? Dat gekriebel op dat ene plekje op je slaap, dat echt veeeeeeel te goed voelt? De onweerstaanbare drang om zachtjes je eigen bovenbeen te strelen? Zij voelen het wel, hoor. Die ene guy staat met het shirt over z’n koppie getrokken keihard te dansen op een kick die in zijn hoofd eindeloos doorgaat, maar in werkelijkheid al lang is gestopt. Ondertussen zitten de andere dansers van FKA twigs met elkaar te knuffelvrijen alsof hun lichamen zijn versmolten tot één sensueel wezen met één hartslag. twigs zelf gaat uitgeput en voldaan op een stoel zitten, laat een onhoorbare extatische zucht, een klein glimlachje om haar mond. Dit gevoel is dus EUSEXUA, het meesterlijke album dat werd geboren na een nacht doorhalen op een illegale rave in Praag. Een sensationele show, die godzijdank alle problemen heeft overleefd: twigs moest de streep zetten door de ene na de andere datum, cancelde zelfs de hele Amerikaanse tour inclusief Coachella wegens allerlei productionele tegenslagen. Ze moet er tonnen op hebben verloren.
Godzijdank staat ze nu wel hier voor een kunstzinnig popspektakel dat zijn gelijke niet kent, en toch niet topzwaar wordt. twigs staat met pretoogjes tussen de dansers waar de euforie vanaf spat, vliegt over de paaldanspaal, laat zich via de stellages naar beneden zakken. Soms zingt ze niet live, maar de performance en dans zijn net zo essentieel voor deze show. Bij ‘Two Weeks’ verschijnt een doodenge, zeker tien meter breed, gevleugeld monster dat ingenieus door de dansers tot leven wordt geblazen. Bij andere artiesten was dit hét special effect dat twintig minuten wordt uitgemolken, hier is het slechts een van de vele wonderschone trucs, het duurt zelfs maar twee minuutjes. Vanuit de high en extase van de rave komt ze via de comedown van drie heerlijke CAPRISONGS-liedjes en het Madonna-esque ‘Feels So Good’ uiteindelijk bij het verdriet van ‘cellophane’: in haar eentje begeleid door slechts een piano schiet haar stem de ijlste hoogtes in, en dwingt ze een indrukwekkende stilte af. In een tent voor dik 10.000 mensen. Om 23.30u ’s nachts. Overal natte oogjes, ontroerde gezichten, mensen die niet meer weten wat ze met hun emoties aanmoeten en na een ugly-cry door vreemden worden omhelst. Wauw. We waren hier toeschouwer van iets heel bijzonders.
Ook gezien
Royel Otis
Iedere generatie verdient zijn spring-in-’t-veld-gitaarband, zo eentje die je tien jaar lang in het middagzonnetje op mainstages kunt gaan boeken. Two Door Cinema Club. The Wombats. The Kooks! Voor Gen-Z wordt dat Royel Otis: ‘Oysters In My Pocket’ en ‘Sofa King’ zijn bonafide indie-anthems, en ze zullen die covers van Sophie Ellis-Baxtor en The Cranberries ook nog wel een decennium met zich meedragen. Maar na vijf van zulke vrolijk-rondhups-liedjes begint het toch wat te vervelen.
Kokoroko
Terwijl de eerste druppels van het weekend vallen, drinken festivalgangers slaperig een kop koffie of roken een twijfelachtig smakende sigaret. De echte bikkels zitten natuurlijk al aan hun derde biertje. Gelukkig is daar Kokoroko, dat de vroege middag in glijdt met een zonnige mix van afrobeat, jazz en funk. De echte regen blijft uit — of wordt simpelweg weggeblazen door hun warme slowjams. Tuff Times Never Last is de naam van hun aankomende album — aka: die kater verdwijnt wel.
Throwing Bricks
Ha, wat klinkt daar tussen de bomen?! Dat keiharde screamogebraak, komt dat vanuit dat gruizige punkhol daar? Zo loop je per ongeluk binnen bij Throwing Bricks, een Utrechtse blackmetalband zoals je die kent uit het Roadburncircuit: loeizwaar, met logge sludgemetalgrooves die opeens omschakelen naar blastbeats, en tegelijkertijd een klein hartje herbergen. Coole ontdekking!
Iggy Pop
‘Zo hé, ik voel mijn benen al na een dagje Down The Rabbit Hole,’ zegt een jongen, verbaasd knipperend naar Iggy Pop. Welja, de 78-jarige proto-punkvader geeft nog altijd alles wat-ie heeft in ‘Lust For Life’, blijft, hijgt, rolt zelfs over de grond bij ‘I Wanna Be Your Dog’. Maar kijk hoe stroef hij omhoog krabbelt, kijk naar zijn lede oogjes en dat-ie toch weer een stukkie strammer loopt dan een paar jaar geleden, en je moet concluderen dat… eh… de bodem van de emmer misschien toch in zicht komt? Ach joh, deze man blijft performen tot hij erbij neervalt.
Wet Leg
Sapperedosio, in aanloop naar album twee is Wet Leg van een band nu een ACT geworden. Met een look: Rhian Teasdale is een heuse muscle mommy. Met een windmachine ook, die haar haren nog eens extra laten wapperen. Met on stage een rood telefoontje als stageprop. En met poses: telkens weer flext Teasdale haar dikke biceps en triceps in openingsnummer ‘catch these fists’, over vervelende gasten die zich aan je opdringen en denken je zo te kunnen versieren. Teasdale heeft het enige juiste antwoord: klap op je kanus kun je krijgen! ‘Wet Dream’ en ‘Chaise Longue’ (met slappe lach gebracht door de rowboat sitdown en de crowdsurfer op een opblaasbootje) scoren een dikke 10 op de schaal van indie anthem, maar ze spelen ook iets teveel krappe zesjes voor zo’n belangrijke mainstage-show.
Nieve Ella
Nieve Ella en haar band lijken op dat coole groepje van je middelbare school die tijdens de kleine pauze sigaretten rookten en je niet uitnodigden voor hun feestjes. De nummers vallen binnen vrij voorspelbare poprock, maar wel met af en toe een mooie harmonie en een goed geplaatste hook. Het publiek lijkt net iets ouder dan haar doelgroep, want dit is duidelijk pov: you’re the main character in a coming-of-age movie muziek.
Marie Davidson
De dansvloer bestaat uit meer dan alleen maar euforie en extase – in ieder geval, als je het Canadese artiest Marie Davidson vraagt. Ze zet een hele coole hybride live set neer, waarbij ze de Rex omver blaast met haar donkere, punky electro, die ze haastig in elkaar weet te puzzelen terwijl ze ondertussen het podium op- en afklimt om ons met kwijnende, haast gekreunde spoken word te vertellen dat we van ons af moeten bijten. En dat ze onze ballen wil laten zweten. En dat we moeten werken! Work! Work!
Glintsal
In de Bossa Nova, een knus bostheatertje ergens in een uithoek van het terrein, speelt Glintsal. Het dak gaat eraf, en dat Faisal (die o.a. IJSLAND produceerde voor Abel en Sef) een dubbelleven leidt als dj, hoor je in de manier waarop hij zijn platentas omkiepert in zijn sample-heavy producties (van ‘Smack My Bitch Up’ tot Modjo, van soulvoller spul tot ‘Aciiiid’-referentie). Zeer effectief, als je je partyhiphop graag met een flinke portie kaas eet.