Wie de fak is Sophie Straat? Ja, da’s de grote vraag van het nieuwe album van de Amsterdamse protestzangeres, die zich op haar nieuwste album opwindt over het demonstratierecht, de genocide in Gaza en het blinde superioriteitsdenken van Nederland, dat helemaal niet zo progressief is als het denkt. Genoeg om te bespreken dus in de A La Carte: wij stellen een menu samen met meerdere vragen per gang, zij kiest welke ze wil beantwoorden. ‘Als ik de opkomst zie van een demonstratie voor Gaza, dan is er niks wat me meer kracht geeft.’

. Bekijk de kaart

Aperitief: Wat is de leukste plek waar je de afgelopen tijd bent geweest?

Oeh, dit vind ik een leuke vraag. We wonen hier in de Nieuwmarktbuurt, en ik heb één lievelingsweg die ik pak als ik moet fietsen, hier om de hoek. De Sint Antoniebreesteeg heet het, volgens mij. Ken je het? Als je de Jodenbreestraat hebt en richting de Nieuwmarkt fietst, dan heb je ervoor een supermooi, historisch steegje aan de linkerkant, vlak na het Waterlooplein, na het Rembrandthuis. En dat steegje… tja, dat vind ik de allermooiste architectuur van Amsterdam. Heel typisch jaren zeventig, sociale huur. Betonnen huizen met van die ronde gele en blauwe balkonnetjes. Je denkt: alles is kut, het zijn allemaal koophuizen en alles is opgeknapt. Maar die mooie sociale huurhuisjes zijn er ook nog.' 

Zijn het nog steeds sociale huurhuizen?
‘Als het goed is wel. Maar mijn moeder bijvoorbeeld, die woont in de Pijp en daar zijn ze alle sociale huurhuizen aan het opkopen. Er zijn wel heel veel demonstraties.’ Grinnik. ‘Dat zijn dan tien mensen uit de straat die daar staan te protesteren tegen wooncorporatie Ymere, maar ze staan er wel.’

Gaat je moeder er ook heen?
‘Ja, echt cute. Enerzijds is het een sociale aangelegenheid, ze doet het samen met mensen uit de straat en woont er al heel lang. Anderzijds vindt ze het ook belangrijk dat haar huis geen koophuis wordt. Ik vind het heel mooi dat ze het doet.’

Amuse: Wat is je plan B?

‘Hmmm… het onderwijs heeft me altijd interessant en leuk geleken. Dat was altijd al mijn plan B, ook op de kunstacademie. Het is belangrijk om kennis te krijgen van iemand die je gelooft én vertrouwt. Als je je niet gezien voelt, geef je sneller op en heb je geen zin meer.’ 

Had je leraren die het verschil maakten?
‘Ja. Wat ik lastig vond aan de kunstacademie: je kiest een richting in plaats van je docenten. Binnen fotografie waren er twee richtingen, fictie en documentair, en ik ben drie keer geswitcht omdat ik steeds iets dacht te missen. Dat bleek uiteindelijk altijd over de docenten te gaan: met die en die kon ik beter praten over mijn werk, maar dan miste ik die en die weer. Ik zie het niet per se als een plan B, maar ik zou het misschien wel ernaast willen doen. Nu heb ik er alleen geen tijd voor…’

Waar ben je dan allemaal mee bezig?
‘Nou, ik heb nu een nieuw project, Nightmare People From Hell. Met een vriendin van me, de bassist van de band Devon Rexi. We doen dj-sets, met hele weirde funky beats om op te dansen. Elke set heeft een thema, met live samples van politieke gelegenheden. Op Into The Great Wide Open, onze eerste grote gig, was het thema surveillance. We hadden een visueel kunstwerk van de kunstenaar Vera van de Burg, met AI-geprogrammeerde bodycams van de politie, waarmee demonstranten gelabeld worden. En samples van hele rare vlogs. Soms zit ik dagenlang in de krochten van het web. Dan kijk ik filmpjes van zes uur en haal ik er een sampletje uit. Heel tijdrovend, maar ook heel leuk. Ik merk dat ik fotograferen mis, en ik ben bezig met printmaking. Voor de afgelopen Protestfest heb ik een zine gemaakt. Kijk…’ Ze springt op, pakt een Protestzine uit haar slaapkamer, schuift dan weer aan de eettafel aan en bladert door artikelen, gedichten en songteksten. ‘Leuk he? Ik wil alles proberen. Toen ik met muziek begon sloten alle kamertjes in mijn brein. Er was alleen ruimte voor muziek, verder niks. Misschien omdat ik iets nieuws moest leren. Nu bestaat die scheiding tussen muziek en visueel niet meer in mijn hoofd, het is één grote fruitsalade. Echt een opluchting.’

CV Sophie Schwartz

1994: Geboren in Amsterdam
2020: Debuutalbum ’T is niet mijn schuld
2021: Wint een Edison in de categorie Hollands
2021: Tweede Kamer met Goldband
2022: Maakt VPRO-documentaire Mijn club: een ode aan voetbal met Hilde Barwegen
2023: Album Smartlap Is Niet Dood
2025: Album Wie de fak is Sophie Straat

Voorgerecht: Wie de fak is Sophie Straat?

Ze kijkt naar de kaart en schiet in de lach. ‘Dit zijn allemaal goeie vragen! “Wie de fak is Sophie Straat?”, daar heb ik een essay over geschreven. Zal ik die voorlezen?’ 

‘Wie de fak is Sophie Straat? Mensen vragen mij wel eens of Sophie Straat een alter ego is. Vaak is mijn antwoord geïrriteerd. Nee, ik ben gewoon ik. En als ik in een goede bui ben: op het podium ben ik een uitvergrote versie van mezelf. Het echte antwoord heb ik eerlijk gezegd niet. Als ik naar mezelf kijk op de platen, hoezo herken ik mezelf dan niet? Ik was daar een poos teleurgesteld over, maar tegenwoordig vind ik het precies de lading dekken. Ik denk dat we ruimte nodig hebben om te kunnen en mogen veranderen van mening, gevoel of smaak. Weet ik veel wie de fuck Sophie Straat is en of ik het echt of niet echt ben. Iedereen vormt toch wel een mening, een illusie, een oordeel. Ik heb het hier met mijn tweelingboer over, want hij kent mij natuurlijk als geen ander. En als ik hem vertel dat journalisten stellen dat het album anders klinkt dan dat ze van me gewend zijn, antwoordt Jacob, mijn broer, dat hij het alleen maar grappig vindt. “Dit ben jij!” Muzikaal gezien ligt het inderdaad dichterbij waar ik vandaan kom dan mijn oudere werk. De breakbeats, de UK bass en een beetje punk. Dus wanneer ik hem vertel dat mensen me zien veranderen, zegt hij: “Jij bent nooit veranderd.” En ik geef hem gelijk. Toch kan ik niet ontkennen dat het anders klinkt dan voorheen. Ik ontwikkel. Godzijdank, mijn muziek gaat met me mee. Tijd, de juiste mensen en ervaring geven me voor het eerst muziek waar ik zelf graag naar luister.’

Ze stopt met lezen. ‘Misschien tot daar.’ 

Herkende je jezelf hiervoor niet in je muziek?
‘Nou… er zijn elementen waarin ik me herken, zeker zoals ik was in die tijd. Ik herken mezelf meer in de EP dan in het debuutalbum, bijvoorbeeld. Bij het eerste EP’tje klopte ik met mijn idee aan bij Wieger, we hebben het supersnel gemaakt. Maar dat debuutalbum was - achteraf gezien - eigenlijk meer een Wiegerproject.’

Is het lastig om trouw te blijven aan je eigen creatieve visie, als je muziek maakt met je geliefde?
‘Nou, toen ik Wieger ontmoette had ik zelf nog niet eerder muziek gemaakt, ik vond mezelf geen muzikant. En ik denk wel dat iets mij klein hield. Ik weet niet of hij dat was, het lag ook aan mij. Maar het was wel altijd: “Jij bent de frontvrouw! Het geeft niet dat je niet muzikaal bent. Laat ons het echte werk maar doen, wij lossen het wel op.” Alsof ik niet bijdroeg aan het muzikale skelet.’

Wieger’s smaak is ook een stuk poppier en gelikter dan de hoek waar jij vandaan komt, toch? Je nieuwe plaat is geproduceerd door producers uit de Amsterdamse clubscene, het klinkt rauwer en meer punk. Dat ligt dichterbij hoe je op me overkomt vanaf het podium.
‘Ja, dat is 100% zo. Ik liep op tegen de regels van de popmuziek. Wieger was daar heel erg mee bezig: wat is de verse, de bridge, de chorus en de pre-chorus? Terwijl ik dacht: boeien, als het goed klinkt, is het toch gewoon goed? Ik moet zeggen: ik heb veel van hem geleerd, ik ben hem dankbaar voor de carrière die eraan heb overgehouden, het publiek en de following. Maar ik ben nu eindelijk vrij van die kaders. Nu heb ik mijn eigen spelregels. Ik denk alleen dat het nieuwe album niet zo mainstream gaat raken als voorheen, dat ik kleinere zalen ga spelen. Maar… ik heb nu de juiste mensen om me heen om de muziek te maken die ik wil maken. Voor mij voelt dat heel succesvol.’

Tussengerecht: Hoe lijken jij en je tweelingbroer op elkaar?

‘Mensen zeggen altijd dat ik leo energy heb: dat is een performer, iemand die van aandacht houdt. Ik geef ze geen gelijk, maar mijn tweelingbroer is precies op hetzelfde moment geboren en hij heeft helemaal géén leo energy. Het tegenovergestelde zelfs. Maar we zijn ook allebei heel eenkennig: we hebben allebei onze oude vrienden van onze basisschool, hechten veel waarde aan vroeger. Zijn loyaliteit vind ik heel mooi.’

Zijn jullie close?
‘Jazeker, in ups en downs. Soms spreken we elkaar een tijdje wat minder, maar we zijn er wel altijd voor elkaar als het nodig is, bijvoorbeeld met break-ups. Toen we onze muzieksmaak ontwikkelden waren we heel goed bevriend. We gingen naar alle feestjes samen: drum ’n bass, jungle, dub en tekno. We gingen uit bij grassrootsplekken in de Spuistraat zoals Vrankrijk en The Minds, we reisden het hele land af voor undergroundfeestjes in de free party scene, we gingen naar België. Al die mensen met wie we naar die breakbeatparties gingen, dat is nog steeds zijn vriendengroep. En we vieren elk jaar onze verjaardag samen. Soms vindt hij het wel irritant dat het overgrote deel van de mensen voor mij komt, maar ja.’ Grinnik.

Komt hij je vaak supporten bij je shows?
‘Nee! Bij de afgelopen Protestfest zei ik: “Nu moet je echt een keer langskomen!” Hij was één keer eerder geweest, bij de release van de smartlappen-EP. Nou, hij was er en hij was supertrots.’

Hoofdgerecht: Hoe houd je hoop in deze wereld?

Ze kijkt naar de kaart. ‘Wie zou ik vermoorden met welk wapen? … Hmm… Netanyahu, maar dat is vanzelfsprekend. Die eerste vraag vind ik ook interessant: hoe houd je hoop in deze wereld? Ik shift heel erg in mijn perspectief: de ene keer ben ik pessimistisch en denk ik dat het al te laat is. “Er zijn al zoveel mensen dood gegaan in Gaza, we kunnen toch niks doen want elke keer dat we de straat op gaan worden we gecriminaliseerd.” Soms verlies ik de hoop dat het goed kan komen. Maar nu zit ik weer middenin een shift: er zijn nog zoveel mogelijkheden waarvan we niet weten dat ze bestaan, daaruit put ik hoop.’

Wat is jouw ervaring met die protesten?
‘Ik ga als ik kan. In de periode dat de Maccabi-hooligans naar Nederland kwamen liep het echt uit de hand. Toen werd een demonstratieverbod ingezet. Ik zat al niet lekker in mijn vel, ben naar een demonstratie gegaan en werd door een politieagent tegen de grond geklapt. Daarover gaat ‘Om 6 gaan we eten’. Iedereen werd gearresteerd die dag, we werden op de bus gezet en ergens in Nieuw-West gedropt omdat er te veel mensen waren opgepakt. Er ging in die bus een golf van eenzaamheid door me heen, ik besefte hoe gevaarlijk het is als je vrijheid om te demonstreren wordt afgenomen. De staat ontneemt een basisrecht: het enige wat demonstranten kunnen met hun gevoelens van onmacht is protesteren, en als dat wordt ontnomen staan we al helemaal machteloos. Daar word ik héél pessimistisch van. Aan de andere kant: als ik de opkomst zie van een demonstratie voor Gaza, is er niks wat me meer kracht geeft.’

Wat voel je op zo’n moment?
‘Ik geloof echt dat we een revolutie kunnen starten voor het leven. Ook toen we de universiteit hadden bezet, toen we solidair waren met de studenten van de Universiteit van Amsterdam. Ik dacht: “Mijn God, dit is een kantelpunt in de geschiedenis!” Maar toen kwam de politie en klapte alles in elkaar. Daarom is zo’n concert van Kneecap, of Protestfest bijvoorbeeld, zo belangrijk. Mensen vragen mij wel eens: “Ben je niet de hele tijd preaching to the choir?” Maar het is zo belangrijk om zo'n plek te faciliteren. Mensen willen gewoon ‘Free Palestine!’ schreeuwen zonder tegen de grond te worden geklapt. Of: ‘Fuck Israel!’. Het is belangrijk dat daar een plek voor is. Dat hoop ik met Protestfest te faciliteren.’

Kaas: Waar gaat je nieuwe album nu echt over?

‘Ik ontdek de hele tijd weer nieuwe kanten van het album. Het is een album over hoe Nederland volgepropt is met regels, waarin al lang vaststaat wie de winnaars en wie de verliezers zijn. Het is een album over de teleurstellingen van het leven. Over onrecht, en hoe we ons daarbij voelen. Over de kaders die bepalen wat normaal is, waarin we allemaal leven in dezelfde rijtjeshuizen met dezelfde bakstenen en alles wat afwijkt hoort er niet bij. We zitten allemaal in ons eigen wereldje, we zijn allemaal ons eigen hoofdpersonage, maar vergis je niet: de wereld was geen haar anders geweest als ik er niet was.’

Enerzijds is het een strijdbare plaat over onrecht, anderzijds laat je zien hoe zwaar al dat onrecht op je kan drukken. Dat de wereld zo ingewikkeld, zo fucking vermoeiend is dat je denkt: pfff, ik wil gewoon een jaar in bed blijven liggen. Laat me met rust!
‘Ja, en: waar zijn we nou allemaal mee bezig?! We leven in zo’n individualistische ieder-voor-zich-wereld, maar ik heb ook hoop dat we met zijn allen deel kunnen zijn van iets groters. Dat we ons wat meer opstellen als een collectief en zo al die ongelijkheid kunnen opheffen.’

Dessert: Wie is je grote voorbeeld?

Ze glundert. ‘Mijn vrienden zijn allemaal mijn grote voorbeeld. Ik ken veel vrienden van opgroeien in Amsterdam, en daaromheen bewegen weer allerlei andere vriendengroepen. Nu we allemaal dertig zijn, ontdekken we de waarde van vriendschap op een veel diepere manier. Op emotioneel gebied, op dat collectievere gebied waar ik het over had. We worden wijzer, zien in dat we dom zijn en worden daardoor samen wijzer. Vriendschap is niet alleen warm en fijn, maar ook leerzaam.’

Heb je veel creatieve vrienden?
‘Ja, maar ook veel vrienden die belangrijk werk doen. Dat is mijn struggle met het artiestschap: terwijl zij werken in de daklozenopvang, vluchtelingenwerk doen of ander functioneel werk, sta ik in een glitterpakje op het podium. Het gaat allemaal om mij uiteindelijk, en ik kijk op tegen vrienden die dat níét doen.’

Hoe inspireren ze je?
‘We bespreken het nieuws, onze eigen struggles in het leven en reflecteren op hoe we daarmee omgaan. Ik denk dat we daardoor allemaal actief blijven, dat we niet emotioneel afgestompt raken.’