Het is dringen in de toch al krappe gangen van de Desmet Studio’s. Het epicentrum is de kleedkamer waarin de cameraploeg focust op de vier Hang Youth-leden die de openingsscenes voor de ‘Ik Lach Maar Ik Huil’-videoclip spelen. Drummer Nout Kooij staat met ontbloot bovenlijf achter een strijkplank en er moet snel geschoten worden, want de professioneel aangebrachte tranen druppelen al naar beneden. 'Verdrietig kijken. Nu lachen. En slikken. En kijk opzij.' Zijn blik gaat richting frontman Abel van Gijlswijk, die voor een spiegel zit maar vooral in de verte staart. Rechts van hem hem knipt gitarist Kaj Bos zijn baard, terwijl bassist Ben Kraak links van hem aangeslagen op de bank ligt. Na de cut verspreidt het circus zich door het pand.
‘We doen straks de scene waarin we in een talkshow zitten,’ zegt Nout in de gang. ‘Er zit een heel vet effect in waarbij de tranen er echt uitknallen.’ Het eerste special effect voor Hang Youth ooit? Nout, grijnzend: ‘Nee man, vorige week hebben we iemand in de fik gestoken. Bij Damen Shiprepair in Noord. Er is ook met molotovcocktails gegooid. Zo vet.’
Had Hang Youth een paar jaar geleden voorspeld dat ze nu fancy videoclips zouden opnemen, en ze waren allevier in lachen uitgebarsten. Helemaal omdat Hang Youth bedoeld was als project van één maand. In 2015. Een week na de videoclip-opnames willen ze er wel herinneringen aan ophalen, aan die vier albums, die eigenijk weinig losmaakten. Niet dat ze trouwens een grote respons hadden verwacht. Kaj: ‘Daar ging het niet om. In de maand mei waren we Hang Youth.’ Nout: ‘Elke week één album.’ Kaj: ‘Daarna zeiden we heel bewust: dat was top, nu gaan we weer door met onze andere shit.’ Abel: ‘Goed gewerkt jongens.’ Kaj: ‘Maar we vroegen ons tijdens corona af: waar zijn de punkbands? We wilden Hang Youth eigenlijk niet meer doen. Als je er weer aan zit, wordt het misschien slecht. Maar het was obviously de tijd ervoor. Alleen, als er één ding was waar we niet op hadden gerekend, was het dat Hang Youth het ding zou worden. Liedjes van één minuut waarin je je de hele tijd kanker schreeuwt? Nee. Maar dan sta je opeens op tv en shit.’ Abel: ‘Omdat er veel mensen zijn die het vet vinden, kun je meer weirde shit doen. Dat is deze plaat. Met een echte producer. Waarvoor we de tijd nemen. Een paar synthesizers erbij doen. In een dure studio opnemen. Een paar lijpe clips maken. De speeltuin is gewoon open. Het heeft veel opgeleverd.’
Het gaat over ER IS HOOP*, het Hang Youth-album dat deze week verschijnt. Wat voor 99 procent van de bands de orde van de dag is, is in het Hang Youth-universum volstrekt weirde shit. Liedjes van drie minuten! Met tempowisselingen!! Met de gevoelige snaar!!! De vier jeugdvrienden uit Amsterdam Noord die de afgelopen jaren alleen punk van één minuut in kapitalen maakten, hebben nu muzikaal de diepte gezocht. Die producer, dat is de in Parijs woonachtige Thomas Azier, bekend van zijn elektronische, melodieuze pop. ER IS HOOP* is een rijke, gevarieerde plaat geworden, waar genoeg energie in zit maar waar nummers ook midtempo mogen zijn, waar de maatschappij wordt aangevallen maar ook ruimte is voor liefde en verdriet, waar gitaarriffs vet klinken, een saxofoon voorbij zwiert en de tracks vol zitten met ideeën die soms prominent, soms subtiel in zijn gevuld. En toch is het Hang Youth-DNA nog in elke seconde aanwezig. Natuuriljk als het, letterlijk, over het maken van een bom gaat in de single ‘BOM’, maar ook als een heilig koortje klinkt. Voordat ze het oefenhok in het Haarlemse Slachthuis ingaan, schuiven ze hier in de kantine bij de picknicktafel aan.
Hoe kwamen jullie op het idee om muzikaal een andere kant op te gaan?
Kaj: ‘Onze setlist bestaat uit acht A4’tjes. Je speelt vijftig nummers en dat waren we een beetje zat. Ook live. Bij het vierde A4’tje beginnen we moe te worden en gaan we meer domme grappen maken. En dan pikken we het richting het einde weer op. Je merkt het ook aan het publiek. Is er net een pit aan de hand, is het nummer weer afgelopen. We hadden behoefde aan meer dynamiek. Downscalen dus. Al die A4’tjes zijn ook niet goed voor het milieu.’
Abel: ‘Op een gegeven moment gingen mensen zelf nummers bedenken die van Hang Youth hadden kunnen zijn. Sommige copycat-dingen waren zo één-op-één, zo fucking goed, dat we dachten: als iedereen het kan voorspellen, is het niet meer leuk om zelf te doen.’
Kaj: ‘Voor ons kwam de vraag: wat kan Hang Youth nog meer zijn behalve kankersnelle liedjes van één minuut? Daarvan hadden we al drie albums in twee jaar tijd. En een EP.’
Abel: ‘We nailed it. Zoals bij GTA dat je alle side missions hebt gedaan. Of de master sword in Zelda hebt.’
Hoe weet je welke kant je vervolgens op wilt?
Ben: ‘Dat wisten we helemaal niet.’
Nout: ‘We zijn gewoon iets gaan maken.’
Kaj: ‘Trial and error. Dingen gevonden die we sick vonden, dingen gevonden die we niet sick vonden. Die hebben we weggegooid. Ieder van ons had wel een paar dingen in zijn hoofd. Die zijn we gaan verkennen. Het hoefde niet per se snel, dan krijg je automatisch een lager tempo, en wordt het wat wijder met meer tekst.’
Was er snel consensus over wat jullie wel wilden?
Dwars door elkaar: ‘Nee.’ ‘Geen consensus.’ ‘Nul.’
Kaj: ‘Het was een zoektocht. Juist omdat we de formule loslieten. Anything goes. Dan grijp je naar dingen die je zelf heel sick vindt. Maar misschien vindt de ander dat niet zo sick. Hoe gaan we dat oplossen?’
Zoiets kan heel erg mis gaan.
Abel: ‘Het ging ook af en toe mis. Dat hoort erbij. Het is ook interessant aan het proces. Het moet juist mis gaan. Je moet een paar keer op je bek gaan.’
Kaj: ‘We doen niet aan concessies in de band. We gaan geen tussenversie bedenken als twee het niet met elkaar eens zijn. Dan wordt het één van de twee versies. Dat moet je met elkaar uit zien te bekvechten. Dat kan inderdaad hoog oplopen.’
Nout: ‘We hadden hiervoor een ding dat goed werkte. Ook in de samenwerking. Als je daarmee gaat kutten, heb je per definitie een conflict. Vooral als je voor het proces een lange tijd neemt, wat wij hebben gedaan. Omdat we een goede plaat wilden schrijven.’
Kaj: ‘Er waren ook dingen die we meteen vet vonden. Ik had dat heel erg bij "Ik Lach Maar Ik Huil". Volgens mij hadden we allemaal iets van: whoo, sick, harde pokoe! En door naar de volgende.’
(tekst gaat verder onder de video)