Ze spreken elkaar nog steeds eens in de maand, met online contact erbij zelfs nog wel meer. Je zou ze vrienden voor het leven kunnen noemen, Joop van Brakel en Toon Bressers. Ze zaten samen in de band Nasmak, een van de critics' darlings van het tijdperk nét na de punk. Nasmak zat op gepaste afstand van de smeulende kraakpanden in de hoofdstad, ver van de industriële vooruitgang van Rotterdam, nog veel verder van de muzikale broeinesten in Londen, Sheffield en New York. En toch hadden ze daar onder de rook van Eindhoven uitstekend in de gaten waar het heen ging met de underground. De bandleden woonden daar samen in één huis. De foto van een besneeuwd huize Divoe is nog te vinden op de website van de band, maar het was eigenlijk de kippenschuur áchter het huis waar het om draaide. Daar was een ruime studio ingericht, waar de band elke dag in dook en in korte tijd een aardig groot oeuvre bij elkaar schreef.
‘Wat je aantrof als je daar naar binnen liep?’, zegt zanger Joop van Brakel. Hij is een opvallende verschijning met zijn spierwitte sik en volkomen kale kop. ‘Dat ligt eraan op welk moment je er binnen liep. Er was een moment dat je ons vol vuur muziek zag maken. Alles kon, maar we hadden één regel: als het al bestond of als we al zoiets gemaakt hadden, was het niet goed. Als je een jaar later binnen was gelopen had je ons lamlendig onderuitgezakt gezien. Althans, zo voelde ik het. Ik had net een paar studiosessies gedaan met Dirk Polak van Mecano, en daar was ik zeer door geïnspireerd.’
De Nederlandse undergroundscene van die tijd was bevangen door de revolutie van de vernieuwing. Het vuur van de punk was nog maar net ontstoken, en in Nederlandse steden bloeide en broeide het. Ultra, noemde de scene in Amsterdam zich, en het Brabantse Nasmak vond er aansluiting door te tekenen bij Plurex, het label van Minny Pops frontman Wally van Middendorp. Kortom: ze zaten midden in de golf van creativiteit. In vijf jaar tijd verschenen vier volledige albums, en ook nog eens een aantal cassettes met bij elkaar uren aan uniek materiaal. Maar voor alles was Nasmak een live-band. ‘We repeteerden veel, omdat we echt strak wilden zijn’, vertelt Toon Bressers, drummer en regelaar van de band. ‘Maar we speelden nooit het werk dat we al uitgebracht hadden. Het ontstond op het podium, we namen het op, en dan gingen we door met het volgende. We waren er dan zelf al klaar mee. Dat paste ook bij hoe mensen in die tijd naar optredens gingen. Je kwam om verrast te worden, niet om te horen wat je al kende.’
Ze bestonden vijf jaar, en in die vijf jaar onderging de band minstens vier incarnaties. Postpunk/no wave band Nasmak uit het Brabantse Nuenen stond nooit stil en was zelfs te snel voor zichzelf. ‘Ik ben benieuwd wat er gebeurd was als ik was gebleven. Maar op dat moment had ik het gevoel dat het inzakte.’ In samenwerking met Excelsior verschijnt nu eindelijk hun hele oeuvre opnieuw, plus een album waar ze de laatste vijf jaar aan werkten.
Met de noorderzon
Nasmak was jong, twintigers, maar toch al een eind richting de dertig. Op één bandlid na: zangeres Truus de Groot. Die was amper twintig en ze dwarrelde binnen via Foolsband, een voorloper van Doe Maar. Truus de Groot werd een blikvanger voor Nasmak, iemand met een aantrekkelijke energie. In het grote Ultra-boek van Harold Schellinx memoreert zij de Nasmak periode vooral als een tijd waarin ze voortdurend als een blok voor andere muzikanten viel. ‘Ik had in de tijd dat we met Nasmak de [debuut] plaat opnamen denk ik nog verkering met Wally. Min of meer. Kweet het niet meer precies. Wel dat ik er ook een gegeven moment op een heel wrede manier een einde aan heb gemaakt. Zo van, hé, I’m moving on, weet je wel. See you! Maar zo waren die tijden. Als jong meisje, zoals ik dat toen was, deed je zoiets gewoon.’ Truus vertrok halverwege het bestaan van Nasmak met de noorderzon naar New York, om daar verder te gaan als dance-punk-act Plus Instruments en nooit meer terug te komen.
Altijd op zoek naar avontuur, altijd op weg naar het volgende. Die mentaliteit en de bijbehorende strengheid voor zichzelf maakte dat het razendsnel ging, en dat de band zelf nooit echt stil stond bij wat er gebeurde. Altijd was daar het volgende idee. Het beste idee, als je nu terug luistert, is 4Our Clicks, het tweede album dat Nasmak begin 1982 uitbracht, een woest opwindende en opvallend dansbare no wave plaat, overduidelijk geïnspireerd door bands als Gang Of Four in Engeland en de Amerikanen van Talking Heads. Het was productioneel een flinke stap vooruit ten opzichte van het debuut, dat veel ruwer klinkt. ‘Toen de plaat net uitkwam stond niemand daar bij stil hoor. Het publiek was maar klein, een enkele journalist schreef er positief over, maar veel verkochten we er niet van’, zegt Toon Dressers. ‘Pas een jaar of vijf later begonnen steeds meer mensen het erover te hebben. Het album sluimerde en in 2008 stond het ineens in OOR’s lijst van beste albums uit vijftig jaar Nederpop. Net na de Golden Earring. Daar stonden we wel van te kijken, ja.’
Na 4Our Clicks maakte Nasmak nog twee albums. Aan de eerste denkt Joop van Brakel niet graag terug, al was hij er toen zelf nog bij. Te gelikt, voldeed niet aan zijn toverwoord ‘satisfriction’, de juiste balans tussen bevredigen en schuren. Toon Bressers geeft toe: ‘Qua mix is die plaat niet goed gelukt. De intentie was om er een heel percussieve plaat van te maken, maar er zit te weinig bas in. Maar ja, het moest altijd anders hè, bijna dwangmatig. Het moest een reactie zijn op het vorige album.’ Toon Bressers bleef Nasmak samen met bassist Theo van Eenbergen en gitarist Henk Janssen. Ze maakten nog een afscheidsalbum genaamd Silhouette. Achteraf had Joop van Brakel destijds misschien langer moeten blijven, denkt hij nu. ‘Het is net als een relatie. Als je meteen weggaat als het moeilijk wordt, laat je ook een kans liggen. Het was mijn eerste bandje, het was me veel waard en de ontwikkelingen waren stormachtig. Ik ben benieuwd wat er gebeurd was als ik was gebleven, maar op dat moment had ik het gevoel dat het inzakte.’
Nieuwe incarnatie
En toch zitten we hier, anno 2023. De deur ging niet definitief dicht, niet voor Joop en ook niet voor Truus de Groot, die nog altijd in Amerika woont maar die ook deel uitmaakt van Nasmak PM, een nieuwe incarnatie van de band. De bandleden zijn altijd contact met elkaar blijven houden. De meesten bleven ook min of meer actief in de muziek. In andere bands, soms met mede-Nasmakkers, in het theater, als engineer in hun eigen studio, en de laatste jaren ook met een steeds grotere stapel hele en halve ideeën met de naam Nasmak erop. Het zijn er minstens zestig, waarvan er negen op een nieuw album staan: It’s Long Since You Did Me. ‘Het is lang geleden dat je me een beurt gaf’, vertaalt Joop van Brakel het maar even. ‘En dan is natuurlijk de vraag uit wiens perspectief je dat moet zien.’
‘Ik denk zelf dat dit album eigenlijk min of meer is zoals we toen hadden willen klinken’, zegt Toon Bressers over de staccato ritmes, de metaal-achtige loops en de tongue in cheek teksten. ‘Het is ongelofelijk wat voor technieken we nu allemaal tot onze beschikking hebben.’ ‘Ik heb zelf maar ternauwernood de overstap naar de computer kunnen maken, back in the day’, zegt Joop. ‘Ik stond op het punt af te haken. Ik had een computer gekocht, maar kwam er niet uit. Ik dacht: hier ga ik niet aan beginnen. Toen was er gelukkig iemand die zei: ja daag, kom op zeg, ik ga je erbij helpen. Daar ben ik nog altijd dankbaar voor. Als dat niet was gebeurd zou ik nog altijd op viersporenrecorders opnemen.’
Naast het album It’s Long Since You Did Me is nu voor het eerst de hele catalogus van Nasmak beschikbaar op de streamingdiensten. Op de cassettes moet je nog even wachten.