Hoe komt het toch dat de cultuursector elke keer onderaan de prioriteitenlijst bungelt? Hoe komt het dat de nieuwe staatssecretaris geen vuist weet te maken, dat de theaters en concertzalen hun verhaal niet over weten te brengen in Den Haag? Hoe komt het OMT tot wederom een onwerkbaar voorstel, dat voelt als pure pesterij? Voor mensen in de culturele sector zelf is het inmiddels gekmakend. Elke keer weer krijgen zij een vuist recht in het gezicht, en ook nu weer lijkt het OMT er niets van te begrijpen. Maar eigenlijk is het helemaal niet zo’n groot raadsel. Het culturele leven is koren op de molen van een besmettelijk virus. Het draait namelijk om verbinding, interactie, menselijk contact. Om de zorg te ontlasten moesten we ons daar twee jaar lang van onthouden, maar intussen kunnen we stellen dat zowel de sector als de maatschappij snakt naar juist dat menselijke contact. En nu de pandemie onmiskenbaar uitdooft (Gommers: ‘slechts een handvol omicron-patiënten op de IC’) mag de cultuursector zich niet nog een keer laten schofferen.
Als het aan het OMT ligt mag het culturele leven weer van start. Maar dan wel tot… uiterlijk acht uur. Het kabinet beraadt zich of het die sluitingstijd overneemt, en terecht, want voor theaters en concertzalen is elke sluitingstijd voor 23.00 uur een pure schijnvertoning. Het culturele leven begint na acht uur, en dat weet ieder OMT-lid dondersgoed.
Gehakkel van Rutte
De angst voor dat menselijke contact zit diep, en daarmee ook de angst voor wat allemaal gebeurt als de zon ondergaat. Het is nauwelijks voor te stellen, maar al bijna twee jaar is het volstrekt verboden om iets te organiseren in de nacht. Twee weken waren daarop de uitzondering, en wat er toen gebeurde was de ultieme nachtmerrie voor het kabinet: de discopiek. Die kwam natuurlijk helemaal niet door het tijdstip van al dat menselijke contact, maar door een dodelijke cocktail van slecht beleid rond het coronatoegangsbewijs (Dansen met Janssen) en de besmettelijke nieuwe Deltavariant, die dwars door het schild van de vaccinatie heen toch mensen wist te besmetten. Maar het kabinet schrok zo hard dat de nacht direct weer taboe werd.
Het was surrealistisch om een paar maanden na de discopiek op Amsterdam Dance Event rond te lopen, en vijf dagen lang met eigen ogen te aanschouwen hoe het nachtleven een op een te kopiëren is naar de dag. Je kon die week in Amsterdam om elf uur ’s ochtends een club in stappen en het gevoel hebben dat het vier uur in de nacht was. Het maakte totaal geen verschil.
Die grens van de dag ligt inmiddels niet meer om middernacht, maar veel vroeger. De angst voor de nacht strekte zich verder uit tot acht uur in de avond. Met de kippen op stok, luidt nu het devies. Dat was ook zo voor de huidige lockdown begon, in het najaar van 2021. We mochten wel uit eten, maar lang tafelen, dat kon niet. Ook de supermarkten moeten aan die regel gehoorzamen, en premier Rutte lijkt zelf niet eens te weten waarom. Toen BNR-verslaggever Thomas van Groningen hem bij een van de laatste persconferenties vroeg waarom de supermarkt niet gewoon tot tien uur open zou mogen, had Rutte niets dan gehakkel als antwoord. En dat terwijl de regel volstrekt onlogisch is. Door de openingstijden te verkorten, vergroot je juist de kans op menselijke interactie. De gevreesde menselijke interactie.
Volle agenda's
De roep om heropening van de cultuurwereld is inmiddels luid. De voorzitter van de Veiligheidsraad, burgemeester Hubert Bruls, riep afgelopen week op om zo snel mogelijk te openen. Ook de nieuwe staatssecretaris, Gunay Uslu, sprak zich openlijk uit voor snelle heropening. Het OMT verkrampt bij de gedachte aan mensen die samen komen en stelt restricties voor die een volstrekte klap in het gezicht van het culturele leven zijn. Het cultuurleven begint na acht uur, dat weet ieder OMT-lid maar al te goed. Cultuur, daar hebben mensen tijd voor na hun andere verplichtingen. Na het werk, na de boodschappen en het eten, na de kinderen. Dan trekken we erop uit, dan zoeken we dingen op die ons leven mooier maken, die inspiratie geven. We maken ons leven mooier met concerten, voorstellingen en films. En nog belangrijker: we zoeken elkaar op.
Het zou natuurlijk kunnen dat het OMT stapsgewijs ruimte wil bieden aan het culturele leven. Dat dit een tijdelijke stap is, en dat over twee, drie weken veel meer mogelijk is. Maar deze stap is een cynisch fopcadeau. Culturele ondernemers, theaters, organisatoren van evenementen, hebben helemaal niets aan deze minimale versoepeling. Ze hebben programma gemaakt, investeringen gedaan. Ze hebben de agenda vol met evenementen waarvan ze willen weten: mag het doorgaan, of niet? Ze hebben niets aan de boodschap: wat je bedacht hebt mag niet, maar je kunt wel iets nieuws verzinnen tot acht uur. Dat is precies hetzelfde als tegen IKEA zeggen: je mag open, maar alleen van 02.00 tot 06.00 uur 's nachts. Volstrekt idioot.