Voordat Taylor en haar bandleden Amyl and The Sniffers begonnen, waren ze huisgenoten in Melbourne. ‘Ik ging vijf dagen per week naar shows, zij speelden allemaal al in andere bands. ‘Het was al tijden een grap: “Laten we een band beginnen zodat we op huisfeestjes kunnen spelen.” En toen deden we het gewoon. In één avond maakten we de vier tracks, de dag daarna brachten we het uit als de eerste EP in 2016. Allemaal omdat ik freestyle begon te rappen als ik dronken was. Dat was mijn party trick.’ Ze grinnikt. ‘Eigenlijk vind ik rap nog steeds heel inspirerend. De manier waarop ze het verwoorden, maar ook waar ze het over hebben. Zelfs ‘WAP’ is zó’n politiek nummer. Het is duidelijk een liedje om fucking vies op te dansen, maar wat het zegt over vrouwelijke seksualiteit is behoorlijk empowering.’
Dat is ook een terugkerend thema op de nieuwe Amyl and the Sniffersplaat. ‘They sexualise my body and get mad when I exploit it,’ gilt ze gefrustreerd op ‘Capital’. Het is niet alleen frustratie: Taylor draagt in het donker altijd een mes bij zich. Ik wil gewoon in het park kunnen lopen, zingt ze gefrustreerd op ‘Knifey’. ‘Out comes the knifey / this is how we get home nicely / please stop fucking me up.’ ‘Volgens mij is het niet paranoïde maar realistisch. Het komt uit angst. Als je de kleren draagt die ik op het podium draag, dan kom je niet veilig thuis. Ik ben zo vaak aangesproken door mannen of ik een prostituee ben. Ja, die track is agressief, maar het is gewoon overlevingsdrang. Niemand wíl een wapen bij zich hoeven dragen.’
Effe terug naar ‘Capital’. Die track is een boze aanklacht tegen, je raadt het, kapitaal. ‘Ik ben opgegroeid in een schuur met één kamer die ik samen met mijn moeder, vader en zus deelde. We wasten onszelf en de kleren in dezelfde watercontainer, we verbouwden ons eigen voedsel. Mijn vader werkte in de bouw, mijn moeder bij het postkantoor. Arm waren we niet, maar er waren altijd geldzorgen. Nu verdien ik mijn geld met shows, en ik voel me er haast schuldig over. Ik kan een appartement betalen, wat eigenlijk wel het minimum is van wat je je moet kunnen permitteren, maar ik voel me een belachelijk rijke yuppie. ’
Ze zegt het met een knipoog, maar haar frustraties voor de working class, die zijn hartstikke oprecht. Daarom voelt ze ook zo’n verbintenis met de Britse postpunkers van Sleaford Mods, met wie ze vorig jaar nog een track uitbracht. Ze delen al een paar jaar een label, en toen de Britse band voor het eerst werd gevraagd naar hun mening over Amyl and the Sniffers, zeiden ze: “In ieder geval zijn ze echt uitschot, in plaats van dat ze doen alsof.” Taylor grinnikt. ‘Ik hóú van die gasten. Jason is de enige person in de muziekindustrie die ik om advies zou vragen. Hij is niet bang om kritisch te zijn. De meeste mensen lopen altijd op hun tenen, maar Jason zegt gewoon: “Dit is bottom of the barrel shit. Doe het beter.” Dan wil je het ook beter doen. En ik kijk op naar hun teksten. Sleaford Mods komen op voor de werkende klasse, en die moet méér gevierd worden. Voor een boel mensen wordt het steeds moeilijker, zowel in Australië als het Verenigd Koninkrijk. Niemand hoort op die manier te worden platgetrapt.'