Bijna ging de Britse postpunkgroep shame aan het succes ten onder. Frontman Charlie Steen werd geplaagd door angsten en surrealistische nachtmerries, maar vond een bijzonder medicijn: het schilderen van kneuterige landschappen. Nu is er toch een tweede album, waarop de band graaft naar zijn identiteit. ‘Het is soms zo fucking moeilijk om bij jezelf na te gaan wie je precies bent.’

Toen de wereld ruim een jaar geleden tot stilstand kwam, zocht de 23-jarige Charlie Steen zoals zo’n beetje iedereen op aarde naar een nieuwe manier om zijn tijd in te vullen. De frontman van de Britse vijfkoppige postpunkband Shame greep naar een kwast en wat olieverf en begon met het schilderen van pittoreske schilderijtjes. Je ziet het niet zomaar voor je, toch? Steen, we kennen hem als festivalhooligan die vanaf de eerste noot in het publiek hangt, tierend en spuwend met de branie van een wereldkampioen? Steen, die staat nu op zijn zolderkamertje weelderige landschappen te schilderen? Met een paar penseelstreken zet hij nu koeien op een weiland. Het is dus niet heel gek dat Drunk Tank Pink rustiger en evenwichtiger klinkt dan hun debuutalbum. Nog steeds vol met schokkerige gitaren en de blufferige quirky energie die je van de Britten gewend bent, maar dan met de rust van volwassen wordende jongens. En dat schilderen? Het was de meest logische keuze die Steen dit jaar maakte, vertelt hij. ‘Het is fucking geweldig om in een band te zitten, maar wanneer je met de band aan het werk bent, werk je altijd voor anderen. Je luistert naar de meningen van je bandleden, gaat daar mee verder en maakt samen een plaat. Schilderen is echt iets van mij. Ik kies elke weg die ik insla en dan bepaal ik zelf wel of ik naar de meningen van anderen luister.’ 

‘Het laatste dat ik heb geschilderd is een portret van Simon Tickner, de oude eigenaar van onze inmiddels opgeheven stamkroeg, The Queen’s Head in Brixton’, vertelt Steen vanaf zijn bed in Zuid-Londen. Stamkroeg is misschien wel wat zacht uitgedrukt voor de betekenis die die plek heeft voor de band. Tickner gaf de toen nog piepjonge jochies na school een plek om te hangen en waar ze hun eerste uren als de band shame doormaakten. In de voetsporen van de beruchte Fat White Family, die de Zuid-Londense pub jaren eerder had omgetoverd tot hun hoofdkwartier. ‘Simon verblijft tegenwoordig in Noorwegen en ik ben hem een maand gaan opzoeken. Ik heb hem daar in zijn luie stoel neergezet, we hebben zo’n kartonnendoos wijn opengetrokken en ben ik hem gaan schilderen.’

Toch schildert hij voornamelijk in zijn eentje. Of nou ja, in zijn eentje: Voor Steen voelen de schilderijen hetzelfde aan als zijn bandleden. Hij heeft zelfs dezelfde gesprekken met zijn kunstwerken als met zijn bandleden. ‘Als ik ga schilderen raak ik vaak in een soort manische staat van zijn. Ik pomp ‘Sabotage’ van Beastie Boys door mijn speakers, schenk mezelf een drankje in en die terpentine die je voor het schilderen gebruikt werkt ook prima voor een flinke snuif op zijn tijd. Ik werp tijdens het schilderen een hoop beledigingen op de schilderijen, ik scheld ze uit dat ze niet de goeie kleur zijn, word boos dat het niet is wat ik in m’n hoofd had. Dat soort dingen. Met mijn mates van shame kan het er soms ook zo aan toe gaan, maar juist omdat we zo van elkaar houden werkt dat goed. En gek genoeg kom ik door dit soort momenten heel dichtbij mezelf.’

Waarom we het nu al zo lang over zijn schilderhobby hebben, en niet over die geweldige tweede plaat van shame? Omdat hij via dat schilderen eindelijk weer met zichzelf in contact kon komen, en in de jaren daarvoor was hij zichzelf juist helemaal kwijtgeraakt. Hij was bijna kapotgegaan aan het hedonistische bestaan van een band die voor het eerst van succes proeft. ‘We hebben heel veel geweldige avonden gehad. Ik werd in St. Tropez bijna opgepakt, omdat ik het een goed idee vond om driekwart fles pastis achterover te tikken en vervolgens naakt door gebouwen begon te rennen. In New York raakte ik per ongeluk aan de praat met JoJo Rabbit regisseur Taika Waititi, we werden allebei compleet mashed en een maand later kwam hij met de hele JoJo Rabbit crew naar onze show in L.A. We waren in Australië om een uur of elf ’s ochtends in de backstage van een festival. Wij kwamen allemaal brak de ruimte in gestommeld en er zat al een jong meisje met haar moeder te wachten. Ik stelde me aan haar voor en zij zei: ‘Hi, I’m Billie.’ En ik zei: ‘Hi, Billie, wil je een biertje of iets?’ En zij zei: ‘Nee, ik ben zestien.’ En ik dacht: ‘Ja, dus?’ Dat was het moment dat ik dacht: Zij gaat fucking famous worden en wij niet. En ja, kijk waar Billie Eilish nu staat.’

Paniekaanvallen

Hoe leuk en heldhaftig deze verhalen ook klinken, voor Steen eiste het vele touren, veel drinken en weinig slaap zijn tol. Op een avond tijdens hun tour in Duitsland wordt de frontman geteisterd door paniekaanvallen. ‘Waar veel mensen van paniek juist naar een drankfles grijpen, stopte mijn lichaam met werken. Ik kon niets drinken, nauwelijks eten. Dat was heel heftig. Maar het was ook niet gek dat het gebeurde, we deden zes shows in zes dagen in zes verschillende landen en dat in van die krakkemikkige tourbussen. Dat houdt geen mens vol. Terug in Londen stortte ik helemaal in. Ik werd elke nacht wakker van de meest levendige dromen vol emoties die me oververmoeid achterlieten. Ik besloot daarom mijn kamertje de kalmerende kleur ‘Drunk Tank Pink’ te schilderen, achteraf kwam ik erachter dat ze vroeger de cellen in psychiatrische inrichtingen deze kleur schilderden om de patiënten rustig te maken. Ik sloot mezelf in dat kamertje op en ben alleen maar gaan schrijven. Het was een soort veilige cocoon die ik nodig had om tot rust te komen. Zo ontstond ook de plaat Drunk Tank Pink. Het gaat over de balans vinden tussen totale escalatie en goed je rust pakken, tussen met de band zijn en even weg van ze te zijn.’

‘In een wereld waar alles onzeker is, waar mijn generatie zichzelf een beetje kwijt is, waar de huizenprijs te duur is en waar je nu in deze hele coronasituatie al helemaal niets kunt is het soms zo fucking moeilijk om bij jezelf na te gaan wie je nou precies bent’, verzucht Steen. ‘Maar ik ben er optimistisch over: Als we dadelijk dat vaccin hebben, krijgt onze generatie de tijd van ons fucking leven. Alles is nu in perspectief te plaatsen en ik voel me eigenlijk super dankbaar. Dankbaar voor wat we allemaal hadden voordat de wereld omviel en dankbaar voor wat er allemaal nog gaat komen in de toekomst.’