Na vijftien jaar stopt Matthijs van Nieuwkerk met De Wereld Draait Door. Geen tv-programma heeft zoveel impact gehad op de Nederlandse muziekwereld, hoewel er op de roemruchte minuut middenin het programma ook kritiek was en de grenzen steeds meer werden opgerekt.

SMIB die de tafel van Matthijs trasht. Meesterdrummer Han Bennink die op dezelfde tafel trommelt. Het tv-debuut van De Staat. De traan van Ali B. Huistroubadour Lucky Fonz III die elke maand weer het nieuws bezingt. Reinbert de Leeuw die een dikke vier minuut stilte van John Cage vertolkt. Over de afgelopen vijftien jaar heeft DWDD een ongelooflijke impact gehad op de Nederlandse muziekwereld. Het is al jarenlang het enige platform waar op primetime televisie veelal onbekende muziek aan honderdduizenden tot een dikke miljoen mensen wordt gepresenteerd. En dan zijn er nog de internationale sterren die langskwamen voor een ‘internationaal minuutje’: van Kendrick Lamar tot Lana Del Rey, van John Mayer tot The War On Drugs, van Elbow tot Queens of the Stone Age. Laten we, nu BNNVARA aankondigt dat het tv-programma in maart stopt, eens kijken hoe belangrijk DWDD is geweest voor muziek in Nederland.

Om dat in kaart te brengen, gaan we eerst maar eens terug naar de tijd vóór DWDD. Natuurlijk waren er wel wat tv-programma’s waar muzikanten aanschoven. De generatie van Kane, Ilse DeLange en Krezip had veel aan zenders The Box en TMF, en vooral de TMF Awards hadden enorme impact. Maar veel platenmaatschappijen waren gefrustreerd dat het onmogelijk was om muziek op televisie te krijgen. ‘En zeker niet prime time’, aldus Adriaan Pels, die voor Excelsior Recordings bands plugde bij tv. ‘Je had wat talkshows, en op zaterdagavond kon je naar Paul de Leeuw, maar die mikte toch meer op entertainment dan muziek. Daarnaast was je aangewezen op tv-programma’s als Lola da Musica, pogingen om Nederlandse muziek voor het voetlicht te krijgen. Eigenlijk was er vrijwel nergens plek op tv voor onbekendere muziek.’

De Minuut: van vrolijk tussendoortje tot belangrijke springplank

En toen begon DWDD. Als je het over muziek bij DWDD hebt, gaat het al gauw over de roemruchte minuut die bands jarenlang kregen om zichzelf te presenteren. Matthijs van Nieuwkerk stond er ook weer niet met een stopwatch naast, maar ze optredens moesten zeker niet te lang duren. ‘Op de redactievloer noemden we de minuut ook wel “het publiekje”’, vertelt Hanna Vink, die van 2011 tot 2016 muziekredacteur was bij het programma en in die tijd door veel mensen werd gezien als de belangrijkste poortwachter van de Nederlandse muziekindustrie. ‘Het publiekje, dat was het intermezzo na de twee tafelgesprekken. Het werd gezien als tussendoortje, in de begindagen was dat ook nog wel eens een goochelaar, een theaterstuk en dus ook vaak een muzikant. Toen ik bij DWDD kwam werken waren grote namen altijd welkom, of anders iets energieks met een uplifting vibe. Een depressieve a capella act, daar zakt het programma toch van in.’

Vink wilde de minuut het liefst gebruiken als springplank voor nieuw talent. ‘Ik wilde gave muziek voorschotelen van artiesten die je wellicht nog niet kent. Ik keek naar wat ik goed vond, maar ook of er een goed verhaal te vertellen was, of het leefde en live sterk was. Een actuele aanleiding was belangrijk, en ik wilde zoveel mogelijk verschillende genres, smaakjes en kleuren laten horen.’

Wat vaak bij hiphopartiesten gebeurde en een beetje ongemakkelijk was: Matthijs van Nieuwkwerk gaf net te vaak een aai over de bol. Vink: 'Ik kreeg bij een bepaalde grote Nederlandse rapper zelfs de vraag of Matthijs hem alsjeblieft geen aai over de bol wilde geven.’

Veel Nederlandse artiesten zagen de minuut al gauw als de heilige graal. ‘Het was heel tof dat ze voor artiesten met een goed verhaal en mooi liedje gingen, en niet voor de artiesten met een hit in de broekzak’, aldus Adriaan Pels van Excelsior Recordings. Zo wisten relatief kleine bands van dat label die eerder nooit kansen konden pakken op tv – Moss, The Kik, Tangarine, Tim Knol, Triggerfinger, Alamo Race Track, ga zo maar door – met hulp van DWDD door te groeien naar de mainstream. Pels: ‘Als je de minuut goed doet, en het gesprek ook lekker verloopt? Dat voel je direct in plaatverkoop, streaming en ticketsales. Afgelopen maandag speelde Thijs Boontjes nog bij DWDD. We zagen het meteen terug in de verkoop voor zijn show in Paradiso aanstaande vrijdag, en er was een enorme piek op Spotify. Het heeft echt ontzettend veel impact, zeker voor artiesten die normaal gesproken geen podium krijgen op televisie.’

Het ‘internationale minuutje’

Ook focuste de talkshow steeds meer op internationale artiesten. Ook zij hadden immers baat bij zo’n groot platform. Zo mocht een nerveuze Carice van Houten Ryan Adams introduceren, speelde Lana Del Rey haar grote eerste hit, kwam Kendrick Lamar langs en gaf Queens of the Stone Age een voorproefje van het album Like Clockwork, om na 90 seconden theatraal te stoppen en op de klok te kijken. Een knipoog naar de korte speeltijd of toch een verwijzingen naar de albumtitel?

Waarschijnlijk allebei, denkt Hanna Vink. Ze knokte wel degelijk voor langere speeltijd bij de grote internationale artiesten. Die kregen vervolgens een ‘internationaal minuutje’. ‘Anderhalve minuut dus. Dat had ik bij de redactie bedongen’, aldus Vink. ‘Het was niet eens zo gek moeilijk om zulke grote artiesten te strikken, als het in het schema paste en de plugger de meerwaarde ervan inzag kwam het vaak wel goed. En hoe langer het lijstje met internationale namen werd, hoe makkelijker het ook werd om nieuwe artiesten te overtuigen.’

Kritiek op de minuut

Kritiek was er ook op de minuut. Toenmalig 3FM-dj Michiel Veenstra voerde in 2011 fel actie tegen de ‘belachelijk’ korte speeltijd. Hij riep muzikanten op om dwars door de geluidsbarrière te breken. ‘Wie dat durft is een held’, zei hij. ‘En helden verdienen de ruimte. De eerste band die het doet krijgt een uur lang aandacht in mijn programma. Muziek is een zapmoment, zeggen ze, maar als mensen alleen het hondje in de Nachtwacht mooi vinden gaat het Rijksmuseum de rest toch ook niet afknippen? Je hebt te maken met een kunstenaar en zijn werk, dat kun je niet zomaar opknippen.’

Adriaan Pels kreeg ook wel eens chagrijnige geluiden te horen van bands die de minuut vervloekten. ‘Claudia de Breij heeft ooit Alamo Race Track moeten onderbreken, zij wisten helemaal niet dat ze maar een minuut mochten spelen. Ik stond er ook een keer met The Sore Losers, tijdens de repetities zei ik: “Nog iets korter.” Gitarist Cedric liep toen ontzettend te mokken: “Wat gaan ze doen dan, de flikken bellen?”’

Toenmalig DWDD-eindredacteur Dieuwke Wynia zei in een reactie op de kritiek: ‘Als je kijkers echt een plezier wilt doen, doe je helemaal niks aan muziek.’ In kijkcijferanalyses kon je inderdaad zien dat veel mensen geneigd waren om weg te zappen als ze te lang naar muziek keken. ‘Het is een beetje hard om te zeggen, maar ik kijk ook echt geen drie minuten naar een band die ik niet leuk vind’, zegt Lucky Fonz III. ‘Een minuut wel! Er zijn zoveel mooie momenten geweest in die muziekminuut, ik vind het onzin om daarover te klagen. De duur van muziek is altijd gedicteerd door technologische en economische omstandigheden. De duur van een album werd gedicteerd door de fysieke capaciteiten van elpees en cd’s, die van een nummer door de beperkte duur van een singletje en nu worden popliedjes nog korter door de playlistcultuur van Spotify. De kaders worden altijd bepaald door de industrie en cultuur ,het is aan de artiest om binnen die kaders iets interessants neer te zetten. Ik vond de minuut altijd heel coulant, ze mogen trots zijn dat ze die ruimte hebben gegeven aan muziek.’

Huisbands en DWDD Recordings

Lucky Fonz III was niet zomaar een van de artiesten die af en toe de minuut mocht komen vullen, in het seizoen 2008-2009 was hij ook huistroubadour van het programma (zoals ook Moke, Typhoon, Lucas Hamming, The Kik en Tangarine huisband zijn geweest). Een seizoen lang gaf de huistroubadour elke laatste vrijdag van de maand tijdens de zogenaamde media-uitzending zijn muzikale visie op het nieuws door covers te spelen die actueel voelden. Lucky Fonz III: ’Ik had net voor het eerst op Lowlands gespeeld, maar voor DWDD was ik tien keer nerveuzer. Aanvankelijk dacht ik: ik ben alternatief, dit is de mainstream, dus ik moet iets vinden waardoor ik in het programma pas. Ik koos dus liever nummers die iedereen kent dan iets obscuurs. Toen ik dat durfde los te laten en vanuit mijn eigen unieke zelf ging spelen, kwam het veel beter over en kreeg ik veel betere reacties. Grappig, bij DWDD heb ik geleerd dat je juist op mainstream plekken wordt gewaardeerd als je je rare alternatieve zelf bent. Vanaf dat moment was ik veel relaxter. Het was een te gekke kans, en er komen nog steeds mensen op me af die me kennen van DWDD.’

Soms was er in het laatste tafelgesprek ruimte voor een smeuïg muzikaal onderwerp, en er werd wel vaker geëxperimenteerd met andere muzikale optredens dan de reguliere minuut. De terugkerende rubriek DWDD Recordings was extreem succesvol, bijvoorbeeld. Vink: ‘Het format was heel simpel: artiesten moesten een liedje uitkiezen en het klein spelen. Zo kreeg je ook de muzieksmaak mee van een artiest, het was interessant om naar te kijken en ook kwetsbaar. De rubriek Guilty Pleasures was een iets minder geslaagde variant. Waarom moet je je ook schamen voor een bepaalde smaak?’

Na de minuut: muziek door de hele uitzending en ambitieuze orkesten

In de afgelopen jaren is De Minuut echter een stille dood gestorven. Jessica van Amerongen volgde in 2016 Hanna Vink als muziekredacteur op. Van Amerongen: ‘Het programma bestond al tien jaar en het format werkte heel goed, maar we gingen op alle levels kijken: kunnen we iets anders doen? De muziekminuut was kenmerkend, maar de impact nam inmiddels wat af. Er waren al zoveel bands geweest dat het minder bijzonder werd.’

Vervolgens heeft de redactie allerlei dingen geprobeerd. ‘Geen interviewtje, maar juist wat langer optreden. Daardoor kon soms de afstand met de artiest weer heel groot worden, dat praatje hielp ook om de kijker te verbinden aan de muzikant. Ook hebben we de optredens af en toe aan het eind van het programma geplaatst, zoals Amerikaanse talkshows vaak doen. Dat werkte best goed, dan kun je sommige dingen beter laten bezinken en muziek complementair aan de rest van de uitzending gebruiken.’

De uiteindelijke succesformule: de muziek op een inhoudelijke manier door de uitzending heen verweven. Daardoor is het minder een wegzapmoment geworden. Er is weliswaar minder ruimte voor nieuw talent, maar per saldo wel degelijk meer ruimte voor muziek. Van Amerongen: ‘Ik kreeg als programmeur meer ruimte om een groter deel van het programma in te vullen, en kon zelf concepten bedenken. Dan hadden we een jazzuitzending met de honderd beste muzikanten van Nederland. De  integrale uitvoering van Peter en de Wolf was ook mooi, 35 minuten lang klassieke muziek met Paul de Leeuw als verteller. Een serie met Waylon over de outlaw, waarin hij zijn eigen teksten kon zingen en spelen, zijn helden kon eren en tegelijkertijd over de muziekgeschiedenis kon vertellen. Het was krankzinnig hoor, je had bij de repetities moeten zijn voor zulke uitzendingen, er zat zoveel voorbereiding in. Vaak stelde ik hele orkesten zelf samen.’

Als artiesten hun eigen muziek kwamen spelen, probeerde Van Amerongen een extra laag toe te voegen. ‘Di-rect speelde met een videoclip mee, De Staat met gekke distortion over het beeld. En we deden showcases van nieuwe talenten. Dan speelde er drie acts van Eurosonic in een aflevering, kon je meteen meerdere talenten kwijt. Uiteindelijk kon ik dus in dat nieuwe format ook nieuw talent kwijt, heel veel, maar in zelf samengestelde formaties, complementair aan items en inhoud van de uitzending. We gingen steeds meer uitproberen, en de grenzen oprekken. Af en toe dacht ik: wat ben ik aan het doen?! En dan was het daarna toch weer superleuk.’

Historische muziekmomenten in DWDD