Dit weekend viert Q-dance zijn twintigjarig jubileum met een gigantisch feest in de GelreDome: DEDIQATED. Business as usual voor het bedrijf dat hardstyle zijn naam gaf en liet opbloeien tot de meest mainstream undergroundbeweging die Nederland ooit gezien heeft. Maar DEDIQATED is anders, bezweert Wouter Tavecchio. Hier zullen we een eerste glimp zien van het uitgaan van de toekomst.

Maar laten we eerst eens terug gaan naar twintig jaar geleden. De gabbertijd liep op zijn einde, iedereen had er tabak van. Kinderachtige Top 40 hits maakten de eens zo ontzagwekkende cultuur belachelijk, de dansvloeren werden overlopen door fout volk, en veel van de hoofdrolspelers hingen in de touwen door jarenlange excessen. Hardcore was dood, kopten journalisten. ‘Hardcore dood? Wat dood! We wisten zeker dat een heleboel mensen nog gewoon wilden beuken’, zegt Wouter Tavecchio. Samen met Wildrik Timmerman richtte hij in 2000 Q-dance op. Inmiddels is hij de troonopvolger van Duncan Stutterheim bij ID&T, maar in die tijd was hij het jonge pikkie dat achter de grote mannen aan liep. Stutterheim, Irfan van Ewijk en al die anderen uit de kern van ID&T waren net een paar jaar ouder. Ze kwamen allemaal uit Landsmeer, net boven Amsterdam, net als Wouter Tavecchio. En dus lag het voor de hand dat de jongeling een baantje kreeg bij ID&T. Hij mocht zich bewijzen.

Dat lukte in eerste instantie niet helemaal. Wouter Tavecchio kreeg de sleutels van de Hemkade, de legendarische club in Zaandam waar je vanuit Landsmeer met de fiets kunt komen. In een jaar tijd gaven Timmerman en Tavecchio er veertig feestjes, maar onderaan de streep stond een rood cijfer. Toch liet de nieuwe generatie zich niet tegenhouden. Ze begonnen gewoon voor zichzelf, helemaal onderaan de ladder. Ze boekten een zaaltje voor tweehonderd man in Amsterdam Noord. ‘Je moet van goede huize komen wil je dat nog verneuken’, lacht hij. En dat gebeurde dan ook niet. De zaaltjes werden groter. Zeshonderd man, achthonderd, tot die Hemkade weer in zicht kwam. Het werd een ‘klikpunt’ voor de Q-dancers.

‘We hebben daar ons eerste HouseQlassics feest gegeven’, zegt Tavecchio. ‘HouseQlassics, met een Q. Kijk, wij waren echte gabbers, met Aussies, alles. Maar we konden ons feest niet in een hardcore jasje gieten. We boekten wel dezelfde jongens. We zeiden tegen elkaar: we gaan al ons geld in dit feest steken. We hebben een week lang getimmerd, geschilderd, dingen opgeblazen in die zaal. Extra geluid opgehangen. Als we zouden uitverkopen - drieduizend man - zouden we break-even draaien. Dat lukte, en het was zo’n vet feest. Waarop Duncan zei: "Mooi is dat, als jullie het voor jezelf doen is het meteen helemaal de bom. Weet je wat, ik heb nog een hal in Utrecht, de Vechtsebanen, zullen we daar ook een House Qlassics doen? Ik doe de productie, jullie verkopen de tent uit." Zo begon het voor ons, en zo zijn we de eerste jaren door gegaan. Pas in 2004 hebben we voor het eerst echt iets overgehouden aan een feest.’

Weet je wat, we noemen het gewoon hardstyle

Het is grappig als je erover nadenkt, maar Q-dance begon dus gewoon als een retro-concept. Een stap terug. Als je nu denkt aan classics feesten, denk je daar vooral 45-jarige ravers bij die hun eigen glorietijd nog eens willen beleven. Tavecchio was destijds 20, en hoewel–ie al vanaf zijn veertiende, vijftiende op de dansvloer stond, zit er een vreemd verlangen in naar de tijd voor die van hem, naar de oorsprong van de harde stijlen. Die is natuurlijk te verklaren door de doodlopende weg waar de gabberscene in beland was. Noodgedwongen moest iedereen een paar meter achteruit om weer vol gas vooruit te kunnen. ‘De dj’s draaiden die classics natuurlijk al jaren, dus al snel begonnen ze naar de b-kanten te grijpen. En we boekten er artiesten uit Duitsland, Italië en Engeland bij, waardoor een raar soort mix ontstond. Wat is het nou? Geen house classics meer in elk geval. Het is Duitse hardtrance, UK hardhouse, jump, French, oldstyle. Weet je wat, we noemen het gewoon hardstyle. 130 bmp and up.’

Het is een meesterlijke vondst gebleken, want met de term hardstyle kon Q-dance alle kanten op. Ze werden de vaandeldragers van de hardcore, maar ook van lichtere varianten, van harde vormen van EDM. Een grabbelton waarin voorkeuren van dj’s en publiek heen en weer golven. Zo hoor je in de hardstyle van nu bijvoorbeeld veel epische trancemelodieën en lange build ups, de maximale intensiteit duurt vaak maar twintig, dertig seconden. ‘Dat is niet altijd zo geweest. Het gaat van melodieus naar hard, van rond naar vierkant, van kch kch kch naar bam bam bam. Het is een samenspel van die hele grote groep artiesten, en daar heeft iedereen zijn voorkeuren in. Heb je een tijdje die EDM-stijl met lange opbouw en korte hevige climaxen, dan geeft het publiek vaak ook aan dat ze weer even door willen.’

Dov J. Elkabas alias DJ The Prophet was rond de millenniumwisseling in alle opzichten aan een reset toe. Hij was in de jaren negentig een van de aanjagers van de gabberscene als lid van het legendarische Dreamteam (met Dano, Gizmo en BuzzFuzz). Maar terwijl zijn drie groepsgenoten zich verloren in groteske excessen wilde The Prophet door. Door met muziek maken, gaan voor de lange termijn. Tegelijk dreigde de hele scene rond Thunderdome te ontsporen. ‘Het lag niet aan de muziek, maar er kwamen mensen op af die er niet thuis hoorden. Van Italië tot Duitsland, overal had ik wel een paar verkeerde mensen voor mijn neus. Ik dacht: als ik dit nou aan mijn moeder uitleg, zou ze dan trots op me zijn?’

Niet dat de muziek zelf nou per se bedoeld is om je moeder blij te maken. In tegendeel. Maar je snapt het punt: The Prophet was aan een opfrissing toe. En precies dat bracht Q-dance. ‘Een stap terug. Natuurlijk ging het niet vanzelf. Ik ging weer experimenteren met muziek, naar andere dingen luisteren. Op zoek naar een ander soort voldoening.’ Dat die reset zijn carrière alleen maar groter maakte is een mooie bijkomstigheid. The Prophet werd een van de gezichten van de hardstyle en huisvriend van Q-dance. ‘Geniaal natuurlijk. Je gelooft het eerst niet. Je dacht dat het groot was, en dan wordt het nóg groter.’

Zo groeide The Prophet uit tot de Godfather van de hardstyle, aldus Wouter Tavecchio. Hij was er vanaf 1992 bij, heeft alle veranderingen meegemaakt en doet nog steeds mee. Hij draait niet alleen zelf, maar heeft ook altijd labels gehad, artiesten gemanaged en boekingen gedaan. Maar het belangrijkste: als je hem neerzet weet je dat het goed is. Dov kan geen slechte sets draaien.’ Zijn meest memorabele Q-dance gig was op Defqon.1, het grote vlaggenschip festival in Biddinghuizen. The Prophet sloot af, na hem zou alleen de grote vuurwerkeindshow nog komen (die toen overigens nog lang niet zo groot was als nu). ‘Maar er was een logistiek probleem, iets met treinen. Na de eindshow zou iedereen zo snel mogelijk weg moeten, dus ik moest de mensen nog iets langer bezighouden. Elke keer was het: nog één plaatje, nog vijf minuten langer. Steeds moest je je allerbeste plaat zoeken, maar die heb je zojuist gedraaid. Ik heb ongeveer drie kwartier langer staan draaien!’

20 jaar Q-dance volgens DJ The Prophet:
- Showtek - Save The Day
- D-Block & S-te-Fan - Music Made Addict
- Zenith - I’m Your DJ
- The Prophet - Recession
- Proppy & Heady - Summer Of Hardstyle

De toiletten waren goed, joh!

In twintig jaar maakte Q-dance zo’n beetje alles mee. Hun hardstyle-stage groeide uit tot de werkelijke mainstage van Mysteryland, in de AFAS Live hostte Q elk jaar een evenement rond één enkele artiest, hun Qlimax werd een terugkerend mega-event in het GelreDome, Defqon.1 is langzaam maar zeker uitgegroeid tot wereldwijd het grootste driedaagse festival voor harde stijlen, beroemd om zijn spectaculaire eindshows. En oh ja, ze redden ID&T met een fusie van de ondergang en werden voor veel geld verkocht aan het Amerikaanse SFX. We weten allemaal hoe dat afliep: SFX ging een paar jaar later aan hoogmoed ten onder en miljardair Bob Sillerman werd met pek en veren de dancewereld uit gejaagd. Afgelopen najaar stierf hij na een jarenlange strijd tegen keelkanker.

Misschien moeten we daar toch even stil bij staan. Want ja, het verhaal over die overname heeft Wouter Tavecchio al eens eerder verteld op 3voor12. Hoe Bob Sillerman Wouter recht in de ballen greep bij zijn eerste kennismaking, hoe hij vervolgens belachelijk veel geld neerlegde voor het Nederlandse dancebedrijf, en hoe ongemakkelijk Tavecchio zich bij al dat grote geld voelde. Maar hoe voelde hij zich toen Sillerman vorig jaar uiteindelijk stierf?

‘Hij had een sneu leven op het eind. Hij was helemaal alleen, wilde zelfs niet eens een begrafenis. We hebben nog geïnformeerd of we konden komen, maar nee. Zelfs mensen die dichtbij hem stonden konden er niet bij zijn. Weet je, hij heeft veel dingen niet goed gedaan, vind ik, maar het had kunnen lukken. Hij heeft ontzettend veel ballen getoond en daarmee ons leven veranderd, met een visie waar wij achter stonden. Daar zijn we hem dankbaar voor.’

Hoe heb je na de val van SFX het heft weer terug in eigen handen genomen?
‘Toen we naar de beurs gingen hadden we niet meer het gevoel het heft in handen te hebben. We waren een speelbal van een groter plaatje, van het grote geld. We waren een van de twintig bedrijven. Toen SFX in de faillissementsfase zat, kwamen er allemaal advocaten binnen lopen die zeiden: wij nemen nu dit bedrijf over. Uiteindelijk is het verkocht aan een of andere bank. Dat ging als een soort garage sale. De bank biedt een bedrag en doet vervolgens het rolluik open. Tussen de smeulende resten van SFX stonden wij als strijdbare partij. We hebben een goede deal kunnen maken, met de Nederlandse bedrijven samen, met B2S, Air Events en Awakenings als een front. We zijn nu een groot bedrijf met anderhalf miljoen bezoekers en 180 mensen in dienst. We hebben meer kennis dan ooit, geven meer feesten dan ooit. Er wordt geld verdiend voor de eigenaars in Amerika, en over een paar jaar kiezen wij zelf wie de nieuwe eigenaar wordt. Zo hebben we het bedrijf de afgelopen vijf jaar kunnen verdubbelen. We hebben overnames gedaan – 50 procent van Art Of Dance, een meerderheid in Vunzige Deuntjes – en een festival als Defqon.1 is de afgelopen jaren sterk gegroeid.’

Dus je hebt eigenlijk op nationaal niveau wel degelijk gekregen wat SFX op wereldniveau van plan was.
‘Precies, dit is eigenlijk een hartstikke goeie uitkomst voor iedereen.’

Waar zit die groei van Defqon.1 in? Dat is toch al jaren een heel groot festival?
‘Ja, maar we begonnen de zondag eerst met 8.000 losse kaarten, nu zijn er drie dagen 50.000 bezoekers. Zo kunnen we het feest elk jaar dikker maken. Of dikker is het niet per se, komen we achter, het moet ‘beter’. Natuurlijk willen we ook hogere vuurpijlen, maar party comfort is minstens zo belangrijk. Als je veel geld betaalt om ergens drie dagen te zijn, wil je je niet ergeren. Je wilt niet in de rij moeten staan of op vieze toiletten zitten. Dat is een geleidelijk proces, elk jaar verbeteren we de bezetting iets. Het is eigenlijk heel simpel: als je een restaurant hebt met tachtig tafeltjes, waar twee wc’s zijn, drie obers en twee mensen in de keuken, gaat het niet goed. Hoe lekker het eten ook is, je hebt een slechte avond.’

Huren jullie mensen in om die productie te optimaliseren?
‘Nee, de dingen waar wij het beste in moeten zijn om ons te onderscheiden doen we altijd zelf. Dingen die anderen ook kunnen, huren we in. Dat is de strategie. Je kunt ook innoveren op het gebied van geluid. Hoe kun je een bepaalde druk op de dansvloer halen zonder dat je de normen overschrijdt? Door meer repen boxen op te hangen. Als je één reep ophangt moet je heel hard om het eind van het veld te halen, wij hangen dus extra geluid op. De meeste organisaties hebben daar het geld niet voor. Het is ook niet iets dat mensen direct opvalt, al merken ze het wel. Dit zijn zogenaamde dissatisfiers. Mensen praten er pas over als het níet goed gaat. Niemand zegt: ik was dit weekend op Defqon.1, de toiletten waren goed, joh!’

Zo’n dissatisfier kan je twintig jaar lang achtervolgen. Zie die ene keer dat het mis ging met Dance Valley en mensen massaal moesten lopen en onderkoeld raakten.
‘Daar kom je nooit meer vanaf. Ik heb ook veel geleerd van Rocco Veenboer. Zijn Awakenings hangt ook onder onze groep. Zijn feest is een machine, het staat retestrak.’

Het helpt wel als je jarenlang hetzelfde terrein kunt gebruiken, lijkt me. In de beginjaren van dancefestival moesten organisatoren veel vaker op zoek naar een nieuw terrein. Zitten jullie nu overal verankerd?
‘Met alle locaties tekenen we nu tienjarige contracten, en die worden ook verlengd. Dus ja, we zitten overal stevig, maar dan komt er ineens een stikstofdiscussie. Eerst denk je nog: wat lullig voor die bouworganisaties, maar dan blijkt het ineens aan de orde bij je eigen locaties. Ik ga niet zeggen bij welke, maar dit is aan de hand bij twee van onze terreinen. Het is niet vreemd hoor, het zou vreemd zijn als het aan ons voorbij gaat. Ik vind het ook geen onzin, maar het probleem is dat de regelgeving niet heel duidelijk is. Een haalbaar beleid ontwikkelen kost tijd.’

Kun je een compleet dorp bouwen voor een weekend dat stikstofneutraal is, inclusief alle mensen die met de auto naar je terrein komen?
‘De vraag stellen is hem beantwoorden. Wat wel kan is een festival zo efficiënt mogelijk neerzetten. Dat kost geld, maar dat moet je accepteren. We maken dingen voor jongeren, en we hebben een verantwoordelijkheid voor hun wereld.’

Leeft dat onder de Q-Dance aanhang?
‘Nou, we doen onderzoek naar ons publiek, en naast vragen over de line-up willen we ook graag weten hoe mensen in het leven staan, wat ze belangrijk vinden. We ondervragen mensen die van 1996 en later zijn. Toen die mensen vijf jaar waren, vielen de Twin Towers. Dat was een shock moment, als het niet voor hen was dan wel voor hun ouders. Daarna kwam de woningcrisis, terrorisme, het klimaat. Ze krijgen steeds maar te horen: de wereld waarin je geboren bent stort in, en je kunt er niets aan doen. Hun houding naar autoriteit is vaak verstoord. Of het nou presidenten zijn of leraren of CEO’s van grote bedrijven, zij zijn degenen die zeggen hoe het moet maar het niet regelen. Die jongeren vinden elkaar op sociale media en op onze feesten. Wat ze duidelijk aangeven in onderzoek: ze geloven CEO’s en minister-presidenten niet zomaar, maar ze voelen zich wel aangetrokken tot bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij doen dat dan ook graag, zonder het van de daken te schreeuwen. Wat kunnen we doen? Mensen stimuleren met de fiets te komen, meer elektrische aggregaten gebruiken, ons afval slim verwerken.’

Dat bewustzijn van je publiek staat haaks op het beeld dat klagers van uitgaanspubliek schetsen. Het zijn aso’s die alleen om zichzelf geven.
‘Dat horen wij al 27 jaar, maar ik denk dat die groep klagers klein is. Al hebben die natuurvrienden een punt. Niet altijd, soms laten ze gewoon een of andere vogel los en maken ze er snel een foto van. Zie je wel, die zit hier te broeden. Maar feit blijft: je komt met 30.000 man in hun achtertuin een beekfeest geven. Je rijdt met twintig vrachtwagens over het terrein, staat met duizenden op het grasveld te dansen. En ja, daar zitten konijnen en vogels. Alleen: we leven in een maatschappij waar we dat allemaal tegenkomen. Wij vinden het te ver gaan om dan maar met ons feestjesbedrijf te stoppen, maar we willen wel kijken wat we kunnen doen.’

Eind vorig jaar was Eric Keijer, de baas van Sensation, bij me te gast over het nieuwe Beyond Sensation. Ik dacht: nu gaat-ie me vertellen wat dat dan is, Beyond Sensation, maar hij wilde eigenlijk niks zeggen. Wat gaat er gebeuren in de ArenA?
‘Ik zit zelf in die crew, het is een van de leukste projecten om bij betrokken te zijn. Maar het idee is: als je benieuwd bent naar wat er na Sensation komt, moet je komen. Quentin Tarantino onthult ook niet op voorhand de ontknoping van zijn nieuwe film.’

Het enige dat je zeker weet is dat er mensen dood gaan. Bij Tarantino hoor, niet bij jullie. Je zegt: daar gaan we iets onthullen van onze toekomstvisie. Je zou denken: het gaat niet om de muziek, want de muziek is de muziek.
‘Maar wat als je nou wel zegt: het is de muziek die anders moet? Of: het decor, of het geluid? Wat als je tegen jezelf zegt: we moeten iets anders doen, iets wat de mensen niet verwachten. Wat doe je dan? We gaan alle peilers bevragen. We zullen dat ook doen op Dediqated, aanstaande zaterdag. Het begint met het doorbreken van conventies. Dediqated bijvoorbeeld is overdag, in een voetbalstadion. Dat hebben we nog nooit gedaan. Maar het is volle bak. Iedereen zegt: relaxt, elf uur klaar. Ik wilde zelf heel graag telefoons verbieden, maar dat heb ik er nog niet door gekregen. Jonge mensen op kantoor zeiden: Wouter, jij bent te oud, dat kan niet. Ik bewaar hem voor een ander feest, maar het gaat wel een keer gebeuren.’

Nou ja, zo jong is Richard de Mildt inmiddels niet meer, maar toen Q-dance begon wel. Hij was het jonge pikkie dat wachtte op zijn kans. Hij begon als flyeraar in Haarlemse coffeeshops en stuurde cd’tjes op met zelfgemaakte mixen. ‘Op een bepaald moment viel er een dj uit bij een van hun events in de Hemkade in Zaandam. Toen heb ik contact gehad met Wildrik Timmerman, en kreeg ik mijn kans.’

Luna draaide in eerste instantie hardcore, maar schakelde over op oldschool. Dat matchte wel met de plannen van Q-dance, dat een tandje terug wilde schakelen. Terug naar het moment dat het allemaal nog leuk was. ‘Maar het probleem was: er kwamen geen nieuwe platen in die stijl uit. In het begin zocht je bij platenzaken. Het mocht wel stevig zijn, maar het tempo moest wat lager, we waren op zoek naar iets nieuws. Vanuit allerlei landen kwam er nieuwe experimentele muziek, vanuit België, Engeland, Nederland. Q-dance heeft dat toen een naam gegeven, hardstyle, en die voelde wel goed. Die drive, iets dat donkerder was dan clubmuziek. Maar de variatie is groot. De ene keer is het meer Hollywood, nu hoor je weer veel zangeressen, hierna gaan we waarschijnlijk weer wat donkerder. Het is in beweging.’

‘We zijn een beetje met elkaar mee gegroeid’, zegt Luna. ‘Ik was amper twintig, het was allemaal onwijs spannend. Helemaal aan het begin moesten mensen nog een beetje wennen aan die nieuwe mix van stijlen, maar al snel ging het hard. Er kwamen steeds meer events, en ik stond op alle Sensation Blacks en op Qlimax. Het mooie aan het hardstylepubliek vind ik dat mensen echt voor de muziek komen. Dat is voor een artiest super interessant. Als we het goed doen, zijn we er ook echt voor ze.’

20 Jaar Q-dance volgens DJ Luna:
- Julian DJ & Davide Sonar - Go go go
- The Nasty Boyz - Angel
- Crypsis & Luna - Torture
- Wildstylez -Timeless
- Sub Zero Project - The project

Hoe moet ik dat voor me zien? Kluisjes bij de ingang waar je speciaal je telefoon in kunt stoppen?
‘In Duitsland bestaat dit al, het is al bedacht. En terecht: je hebt dan een heel ander feest. Natuurlijk heb je in het begin een paar ongemakkelijke momentjes, maar als je een paar biertje of wat dan ook hebt genomen word je ineens heel relaxt. Dan sta je niet naar de show te kijken met je cameraatje. Ik vind dat altijd heel jammer, dat mensen dat doen. Ik snap het wel hoor, maar het is toch alsof je in de bioscoop door je telefoonscherm naar de film zit te kijken. We hebben een 4D experience voor je neergezet, laat die telefoon eens weg!’

Een van de ontwikkelingen van de laatste jaren is een zorgvuldig geconstrueerde eindshow, waar beeld, geluid en special effects samen gaan. Zou je je kunnen voorstellen dat je zo de hele avond samenstelt als organisatie?
‘Jij kan altijd nog bij ons solliciteren, want dit zijn de dingen waarover we nadenken. Ik zou zeggen: kom zaterdag maar kijken, want met elementen daarvan zijn we bezig.’

Om zo de ervaring nog overweldigender te maken?
‘Kijk, een van de basisvragen die ons leidt in creëren is: waarom gaan mensen naar feesten? Er zijn allemaal verschillende antwoorden mogelijk, maar een antwoord heeft met magische momenten te maken. Iedereen die wel eens naar een feest gaat kent het moment dat ie op de dansvloer staat, vrienden om hen heen, biertje erbij of een pilletje, en opeens stijg je boven jezelf uit. De eenheid van muziek en mensen zorgt ervoor dat je niet meer bezig bent met je danspasjes. Dit zijn belangrijke momenten in het leven, het is een andere vorm van bewustzijn. Dat grootse, dat wil je nog een keer voelen. Je kunt dat op allerlei manieren bereiken, maar het onderzoeken van die manieren is onze belangrijkste drijfveer. Ik word er warm van als ik erover praat, ik vind het serieus een mooi vak.’

Je noemt net ‘een pilletje’ als factor, en dat is het natuurlijk ook. Ik vond het opvallend dat jouw naam ook onder het manifest #Ikmaakmedrug stond. Dat manifest was opgesteld en ondertekend door politici, drughulpverleners, experts en organisatoren van evenementen. Heb je er lang over na moeten denken of je het pleidooi voor beter reguleren zou steunen?
‘Absoluut niet, voor mij is het evident. Ik snap alle problemen van politici heus wel, dat ze er niets over kunnen zeggen, maar ik ben geen politicus. Wij als organisatie maken geen drugs, we verkopen geen drugs en we laten geen drugs toe op onze feesten. Toch zijn ze er, in overvloed. Tientallen jaren drugsoorlog heeft het alleen maar erger gemaakt. Het stigma dat rust op een paar korreltjes mdma of op een plantje dat ik hier in mijn achtertuin kan laten groeien, is de waanzin voorbij. Het is ook helemaal geen oud beleid, een paar decennia, niet honderden jaren, en het flopt aan alle kanten. Ik weet zeker dat alle politici – op een paar conservatieve na – het met me eens zijn. Als zij dit hardop zeggen belanden ze in een web van ellende.’

Maar je kunt dus vanuit je ervaring als organisator zeggen dat drugs niet voor serieuze problemen op jullie evenementen zorgen?
‘We hebben wel eens iemand die een cocktail aan spullen neemt. Dat kun je overigens ook beter op een van onze feesten doen dan buiten, want bij ons weten ze beter hoe je met zo’n probleem om moet gaan dan in het ziekenhuis. We hebben inmiddels 25 jaar aan EHBO-expertise, nergens in de wereld is de kennis zo ver doorontwikkeld.’

Veel organisatoren vinden het een lastig onderwerp met het oog op hun vergunning.
‘In de vergunning staat wat het beleid van de overheid is, en daar houden we ons aan. Het is niet zo dat ik denk: we zijn het niet eens met dat beleid, fouilleer maar niet. We zijn geen cowboys. Maar als je mij vraagt wat mijn mening over dat beleid is, dan zeg ik: ik denk dat we een pad in moeten slaan van experimenteren met het legaliseren van bepaalde dingen, zoals wiet, mdma en xtc. Ik heb het gevoel dat dat een stap is naar het licht. Ik herinner me dat we ooit met Sensation in Australië een keer in een storm belandden. Drie dagen voor ons evenement waren in een club in Melbourne drie mensen overleden aan GHB. De kranten schreeuwden: Sensation moet verboden worden. Duncan moest komen opdagen bij The Sunday Herald. Hij zei: wij zijn een reizend circus, wij landen hier Sensation als een UFO in je land en vertrekken weer. We nemen geen drugs mee, we verkopen het niet, jullie hebben zelf een probleem met drugs. De hele discussie kantelde daar toen, zijn boodschap landde. Als je het wilt reguleren moet je bij de criminelen zijn, wij doen precies wat de overheid ons vraagt.’

Nou, nog twintig jaar dan maar? Het lijkt er niet op dat het allemaal minder wordt met die dance.
‘Nee, eerder meer. Ik denk wel dat het verandert. Eclectischer, meer immersive. Het gaat om de interactie, wat breng jij mee? Ik ben zelf nu 44, ik kan nog wel even door. Geen veertig feesten per jaar meer, maar ik kies vijftien goede uit. Ik ben niet het type dat met een flesje spa blauw aan de kant staat. Ik heb nooit een taak of een oortje in, ik ben altijd de klant. Ik ga in de rij staan voor een biertje, praat met mensen en vraag ze wat ze ervan vinden. Een week later op de evaluatie heb ik mijn punten klaar. Niet op de avond zelf natuurlijk, dan vertel ik de crew alleen maar wat ik geweldig vind.’