Het is even voor negen uur en de lucht is strakblauw boven Amsterdam. De omroeper van de tram meldt dat we de Leidse Square Entertainment Area naderen, maar dat is een leugen. We staan in het Olympisch Stadion voor de 1000e show van De Jeugd van Tegenwoordig. De gevreesde storm bleef uit, maar de stad gaat evengoed in de fik.

Waar zou De Jeugd Van Tegenwoordig in duizend shows wel niet geweest zijn? Natuurlijk, op Pinkpop, daar waar de camera’s staan. Op Lowlands, talloze keren. Sterker nog: wist je dat het tweede optreden dat het raptrio ooit gaf in een uitpuilende Lowlands Bravo plaatsvond? Echt waar. Om nog maar eens te onderstrepen hoe hard het destijds ging, in 2005, toen hun allereerste single ‘Watskeburt?!’ van een cultfenomeen in een mum van tijd uitgroeide tot een liedje dat iedereen in Nederland kent. Op de  Into The Great Wide Open, voor een zee van jonge kids voor wie lang niet al hun teksten geschikt zijn. In elke club die Nederland rijk is, groot en klein. Op de provinciale festivals op het Vlaamse platteland. Overal speelde De Jeugd. Behalve hier, de ultieme trofee van Amsterdam. Want fuck de ArenA, dit is het Olympisch Stadion.

Bovenop de immense LED-wand brandt het Olympisch vuur, links en rechts staat staan de beeltenissen van de vier leden in klassiek jaren twintig design. De avond starten met ‘Een Barkie’ is een goed idee, want het zet naast Faberyayo, Willie Wartaal en Vjeze Fur ook meteen Bas Bron vol in beeld, de man die De Jeugd zegende met zoveel verschillende songs met zo’n eigen geluid. ‘Een Barkie’ gaat zoals 80% van de Jeugd songs over het uitgaansleven, over geld stuk slaan op zinloze dingen. Bas Bron’s synth solo is slick en vingervlug en zorgt voor een vliegende start van de avond. Het had heel anders kunnen gaan, getuige de regenjassen waarmee de rappers op komen. Maar de stad lacht De Jeugd toe vanavond. ‘We hebben de zon nog even voor jullie geregeld’. Het begin van de show is super met onder andere ‘Hollereer’ en publieksfavorieten ‘Gekke Boys’ en ‘Shenkie’.

Daarna zigzaggen we in twee uur door de geschiedenis van die duizend shows in veertien jaar. Via hiphop banger ‘Tante Lien’ en elektroknaller ‘Centje Centje’ gaat het naar de ordinaire vakantiehit ‘Get Spanish’. Maar de jaren zijn inmiddels ook gaan tellen, en dat hoor je in een latere song als ‘Wittewijnmuziek’. Een sekstrack, een ballade, een echte. Maar dan wel pas als de kleine op bed ligt. Het wringt een klein beetje met de zorgeloosheid van de eerste jaren, met het slechtgaan zonder over morgen na te denken. Dat is niet erg, maar je merkt wel dat het schrijven van echte vlammers de laatste jaren ook wat moeilijker gaat. De show wordt gedragen door songs van de eerste vier albums, terwijl van het voorlaatste albums vooral de stuurloosheid van freaktrack ’Torpedo’ en de schaamteloze lelijkheid van ‘Let The Tits Out’ blijft hangen.

Maar hey, er is wel degelijk een nieuwe klassieker ontstaan. Eerst is er de track waar het allemaal mee begon. Ironisch genoeg gaat juist ‘Watskeburt?!’ de mist in, maar Freddy legt het halverwege gewoon stil om opnieuw te beginnen. ’Geef ons even, we hebben pas duizend shows met dit liedje gedaan’. Een goede keuze. Even later is er ‘Sterrenstof’, de meest onnavolgbare trippy meezinger uit de Nederlandse popgeschiedenis, die echt van voor tot achter werkt. Maar dan gaat toch echt de stad in de fik met ‘Gemist’, een liedje over oude vrienden die elkaar een beetje uit het oog verloren zijn maar vanavond helemaal klaar staan om nog eens ouderwets te ontvlammen. ‘Jullie houden van ons!’, roept Willie Wartaal. ‘Wie wil er door mij gepijpt worden. Ik daag je uit!’ Een moment later staan honderden fans op de catwalks tijdens de gillende sirene’s van de slottrack en is de chaos compleet.

Kijk, dat wil je bij De Jeugd. ’Geile beer, geile flikker, ouwe pik, ouwe pijp. ‘k Heb je gemist, als een bitch’, gonst het inderdaad tien minuten later als de mensen naar buiten drommen, de parkeerplaats voor de Olympisch Stadion op, langs de iconische marathontoren richting de tram. Naar huis wellicht, maar veel waarschijnlijker: de stad in. Ouderwets tien tientjes stuk slaan op de bar.