Als een dj een plaat draait, rinkelt bij de maker de kassa. Logisch. Althans: zo zou het moeten zijn. Maar zelfs in de digitale tijd, waarin fingerprintsystemen tot wel 90% van alle tracks op de dansvloer kunnen herkennen, komt lang niet al dat geld terecht waar het moet komen. Een overweldigend gemopper stijgt op uit de dance-wereld. Wat gaat er mis?

Je kent het wel: je staat in de club en hoort je favoriete dj een geweldige track draaien. Je hand hoeft maar naar je zak te tasten, de Shazam-app tien seconden te draaien, en je weet het antwoord. De techniek staat voor niets tegenwoordig, en dat is een behoorlijke game changer. Stel je eens voor dat je niet alleen de helder herkenbare liedjes kunt duiden, maar ook de momenten waar twee of drie tracks over elkaar heen liggen? Klinkt als toekomstmuziek, maar in werkelijkheid kan het al, met DJ Monitor. Het Nederlandse bedrijf werd een paar jaar geleden in het leven geroepen op verzoek van de dance-wereld. Het doel: label alle gedraaide tracks, zodat het opgehaalde geld eerlijk en transparant verdeeld kan worden. Maar het geld komt lang niet altijd terecht bij de artiesten die het verdienen, klagen vertegenwoordigers van de industrie. Er ligt een berg van honderdduizenden euro’s te wachten wie niet uitgekeerd wordt. 3voor12 sprak de afgelopen tijd met betrokkenen uit alle geledingen, van festivalorganisatoren tot clubeigenaren, van artiesten tot data-experts.

Het monitoren van alle podia is verplicht voor alle evenementen met een recette van meer dan 50.000 euro. Dat betekent dus dat eigenlijk ieder serieuze dance-festival eraan moet geloven, want met een ticketprijs van pak hem beet 40 euro zit je daar al bij 1.250 bezoekers aan. Maar zijn natuurlijk ongelofelijk veel clubavonden die kleiner dan dat zijn. Elke club die je je kunt bedenken - van de Marktkantine tot PiP tot Shelter tot BAR - draagt dus elke avond een klein bedrag af aan de Buma, dat gegarandeerd niet terecht komt bij de makers van de muziek die gedraaid wordt. Of gegarandeerd: in principe wordt iedere dj gevraagd netjes zijn setlist aan te leveren, maar vrijwel niemand doet dat na drie uur midden in de nacht een bloedhete club aan flarden gedraaid te hebben. Het opgehaalde geld verdwijnt in de fameuze black box van Buma/Stemra, een rekening vol geld dat niet verdeeld kan worden.

Wat gebeurt er met dat geld? In principe ligt het te wachten tot de rechthebbende zich meldt. Het geld dat dit jaar geïncasseerd wordt, wordt in principe uitgekeerd voor september volgend jaar. Is na drie jaar nog steeds niet bekend aan wie dat geld nou precies toebehoort, dan wordt gekeken naar zogeheten ‘referentierepertoire’. Dat is iets tussen een natte vinger en een educated guess over wat op dat moment populair was in de dancewereld. Traditioneel wordt voor referentierepertoire gekeken naar cd-verkoop en afspeellijsten van de populairste festivals. Overwogen wordt om ook dj-downloadstore Beatport mee te nemen, maar tot nu toe is dat nog niet het geval. Oftewel: het geld dat opgehaald wordt bij Tale Of Us gaat uiteindelijk naar Armin van Buuren.

Wat er precies in die black box gebeurt, dat weet eigenlijk niemand. Waar aangeslotenen van Buma/Stemra precies in hun overzicht kunnen zien op welke tv-zender hun muziek gebruikt is, kan dat niet voor geld dat uit de live-sector komt. Dat is gek, want in principe heeft Buma die data allemaal wel, van minuut tot minuut. Waarom dat dan niet openbaar gemaakt wordt? Een kostenoverweging, zegt Yuri Dokter van DJ Monitor, bedrijf dat de gegevens aanlevert. ‘Tot een paar jaar geleden was het voor een aantal grote uitgevers - niet voor iedereen! - wel mogelijk die gegevens in te zien, en ook om sets terug te luisteren. Het was niet een heel bekende functie, omdat ie nooit echt door Buma is gepromoot. Het is uiteindelijk uit kostenbesparing afgeschaft.’

Onbegrijpelijk, vindt Denis Doeland, die lange tijd bij ID&T werkte en die nu als data-expert met onder meer Hardwell werkt. ‘Alles zou beschikbaar moeten zijn, tracklists van festivals, radioplaylists, de hele flikkerse boel!’ Doeland heeft al te maken met Buma sinds de hoogtijdagen van Thunderdome, toen het geld van al die gabberhits nog gewoon naar de songwriters van Marco Borsato ging. Het werd nog interessanter toen Sensation ontstond, waarvoor ID&T veel muziek zelf componeerde. ‘De deuren gaan open, en voor de show begint wil je al muziek horen die past bij het thema. Dan heb je de openingsshow, de megamix met zelfgemaakte elementen, over de hele avond heen toch al snel 20 tot 30%, die terug hoort te vloeien naar je eigen uitgeverij. En elk jaar moest ik opnieuw bellen met Buma/Stemra: het is te weinig, amper een tiende van wat het zou moeten zijn. Eerst word je dan met een kluitje in het riet gestuurd: het klopt wel, wij doen ons werk goed. Maar elk jaar kreeg ik uiteindelijk gelijk.’

Het illustreert de noodzaak om de gegevens van Buma/Stemra te controleren, en dat kan een maker dus zelf niet. Waarom niet? Onder meer omdat het IT systeem van de auteursrechtenclub hopeloos achter de feiten aan loopt. Dat bleek onder meer uit een extern onderzoek dat Buma liet uitvoeren door advocatenkantoor Nauta Dutilh. Die oordeelde keihard dat het systeem ’voor met name een adequaat doorlopend inzicht in de financiële situatie een ernstige bedreiging vormt.’ En: ‘Het is de vraag of Buma/Stemra voldoet aan het vereiste dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend.’ Nu gaat dit in principe over de inrichting van heel Buma/Stemra, maar volgens Buma-woordvoerder Harm Groustra is de artiestenportal - waarop leden hun gegevens kunnen inzien - hier geen uitzondering op. ‘Het is een kwestie van update op update op update. Het moet uit elkaar gevlochten worden.’

Je kunt zeggen wat je wilt, maar het is ook gewoon ingewikkeld - en kostbaar - om letterlijk elke club te scannen. Dat zou meer geld kosten dan er opgehaald wordt. Je kunt er van alles van vinden dat Buma desondanks toch geld ophaalt, dat bij andere artiesten terecht komt dan zou moeten. Maar vooruit, Buma scant in elk geval een hoop podia. Dat ligt alweer anders bij Sena, de organisatie die het naburig recht int. Die monitort namelijk helemaal niets. 

Even het verschil tussen Buma en Sena: Buma haalt geld op voor de componist en tekstschrijver van liedjes, Sena int de vergoeding voor de muzikanten en producenten van die tracks. In sommige gevallen is dat dezelfde persoon, in veel gevallen niet. Sena bestaat een stuk minder lang dan Buma en heeft zich in de jaren negentig de markt in moeten vechten. Uitgever Raymond van Vliet van Cloud9 vertelt over het begin van zijn carrière, toen hij als vertegenwoordiger van Sena bij ondernemers langs moest: ‘Ga dat als jong gastje maar eens uitleggen. Ik heb zelfs wel eens een formulier terug gekregen waarmee iemand zijn kont afgeveegd had. Wel ondertekend.’ Extra kwaad bloed zet Sena door dus helemaal niets te monitoren. Woordvoerder Chantal Rooke vindt dat het de organisatoren mag vragen informatie aan te leveren over afgespeelde muziek op hun evenementen. Wel heeft Sena over de jaren 2014, 2015 en 2016 de DJ Monitor gegevens van acht ‘representatieve festivals’ aangekocht, naar eigen zeggen om de dancescene ‘tegemoet te komen’. Om welke festivals het precies gaat kan Rooke niet zeggen.

Dat klinkt als een soort ironische gulheid, en om die uitleg te begrijpen moet je iets weten over de band tussen Sena en de dancewereld. Tussen beiden is niet eens zozeer sprake van onbegrip of irritatie, nee: er woedt een regelrechte oorlog. Inzet is de grondslag op basis waarvan Sena naburig recht in. Dat zit zo: net zoals Buma/Stemra wil ook Sena een percentage van de recette. De kaartverkoop dus, en volgens de officiële definitie ook over de baromzet. Buma/Stemra werkt met drie categorieën, te weten 3%, 5% en 7% van die recette, afhankelijk van de hoeveelheid Buma-geregistreerd materiaal. Festivals die voornamelijk live-bands programmeren, vallen in principe in de hoogste schaal, maar dj’s draaien heel vaak niet-geregistreerde tracks, of bijvoorbeeld in het geval van techno-dj’s tracks (of delen ervan) die niet te herkennen zijn. 

Sena zou best hetzelfde percentage willen ontvangen, maar neemt na een gerechtelijke uitspraak uit 2013 genoegen met 1,5% van de recette. Flink minder dan Buma dus, maar evengoed te hoog, vinden de festivals die zich verenigd hebben in de rechtszaak. Onder meer Loveland, FCA, Extrema en Alda Events doen met de rechtszaak mee, een paar van de allergrootste spelers van Nederland. In afwachting van het hoger beroep hebben de festivals besloten om niet 1,5, maar 1% aan Sena te betalen. De festivals vinden het belachelijk dat gekeken wordt naar de recette. Want, zo redeneren zij: festivals zijn veel meer dan alleen muziek. Er wordt ook geïnvesteerd in flamboyante decors en praktische hekwerken. En als in Manchester een aanslag gepleegd wordt, zien zij zich gedwongen meer security in te schakelen. In plaats van een percentage over de recette zien zij dan ook liever een percentage over de gages van de artiesten. Dat is immers een veel ‘eerlijker’ manier om de waarde van muziek in het geheel te bepalen. Ze betwisten bovendien dat op hun evenementen echt 70% Sena-geregistreerd materiaal gedraaid wordt. Chantal Rooke van Sena: ‘Wij volgen in principe de lijn van Buma, die niet uiteen loopt met hoe het in het buitenland gaat. Over een percentage van de gages hebben we in het verleden ook wel gesproken, maar daar zijn we niet uit gekomen.’

Deze staat van oorlog bestaat nu alweer jaren, want sinds die uitspraak uit 2013 is men in afwachting van het hoger beroep. Op tafel ligt ook de vraag wie het monitoren van al die podia nu eigenlijk moet betalen. Sena is zeker niet bereid op voorhand een investering te doen. De dance-organisatoren denken eerder aan een kortingsregeling, zoals die met Buma/Stemra geldt. Festivals betalen de monitoring, maar ze krijgen wel een korting op het afdrachtpercentage. Die deal is een paar jaar geleden gesloten door de Belangenvereniging Dance, die inmiddels niet meer bestaat. De Vereniging Voor Evenementenmakers (VVEM) is van plan een nieuwe deal te sluiten, maar daar zit voorlopig nog geen schot in. Buma wil er namelijk eigenlijk vanaf, zegt woordvoerder Harm Groustra. ‘Wij willen een level playing field voor alle festivals.’ 

Zo is er van alles aan te merken op Buma/Stemra, maar loopt het wel degelijk voor op Sena. En ook internationaal zijn er landen waar het allemaal nog veel slechter geregeld is. In Duitsland wordt heel selectief gemonitord. In Amerika wordt alleen uitgekeerd aan de 200 grootverdieners, en zijn nog veel meer gekke dingen aan de hand. Yuri Dokter: ‘In Amerika licenseren ze bijvoorbeeld een heel gebouw. Neem bijvoorbeeld een van de grootste hotels van Las Vegas, het MGM Grand. Daar zit ook een heel grote club in. Maar de muziek die in de lift onderweg naar die club afgespeeld wordt, levert de makers net zoveel op als de tracks die Tiesto in de club draait. Iets soortgelijks zag je vroeger ook op Sensation. Muziek die in de VIP ruimte afgespeeld werd, leverde net zoveel op als op het hoofdpodium. Inmiddels begrijpt men bij dat soort headline-festivals wel dat dat zo niet kan, maar op dit moment wordt nog steeds geen onderscheid gemaakt tussen het hoofdpodium en een kleine tent waar misschien honderd man staat.’          

Dat levert natuurlijk allerlei mogelijkheden op voor organisatoren om de boel te flessen. Bijvoorbeeld door de food area ook te monitoren, en daar allemaal eigen producties te draaien. Ook de eerder genoemde ‘inloopmuziek’ kan een aardige kostenbesparing opleveren. Neem Sensation, het prijsnummer als het om Buma-opbrengsten gaat. Reken maar mee: 50.000 mensen betalen elk ongeveer 70 euro entree. Daarvan gaat 5% naar Buma, zo’n 175.000 euro. Stel dat er op zo’n avond 100 tracks gedraaid worden, dan levert een afgespeeld nummer al snel 1750 euro op. Componeer je een deel van de muziek zelf, dan kun je dat deel weer zelf innen. Bij festivals met meer podia gaat het al snel om minder geld per track, maar toch.

De enige manier om de band tussen het auteursrecht en de dancewereld uit het slop te trekken, is transparantie, aldus Denis Doeland. Openheid, openheid, openheid, daarvoor pleit hij. Dat zou kunnen door slimme toepassingen te maken met blockchain technologie. Op die manier kan in de metadata van bestanden alle informatie meegestuurd worden die van belang is voor auteursrechtenorganisaties. Alles zou vervolgens automatisch in de juiste bakjes terecht moeten komen, en de maker kan zelf controleren wat er gebeurt. Maar blockchain, daar zijn ze bij Buma en Sena nog niet helemaal aan toe. Bij Buma wordt wel voorzichtig wat geprobeerd, maar internationale initiatieven in die richting gaan nog zeker tien jaar kosten voor ze vruchten afwerpen. Zo werkt Buma mee aan een reanimatiepoging van een internationale database met alle relevante informatie. Een eerdere poging zo’n drie jaar geleden liep hopeloos vast.

Probleem zes: Er zijn partijen met andere belangen

Zo groeit de irritatie alleen maar, in een wereld die alsmaar complexer en digitaler wordt. En bovendien zijn we beland op een hoger niveau, waar knulligheid en stroperigheid binnen de organisatie best wel eens strategie zou kunnen zijn. Praat je met uitgever Raymond van Vliet van Cloud9, de uitgever van onder meer Armin van Buuren, Lost Frequenties, Afrojack en Boef, dan klinkt het ineens alsof er niets aan de hand is. Volgens Van Vliet - ook Buma bestuurslid - is de doorbetaling heel goed geregeld. Hij tovert zo een overzichtje tevoorschijn waarop precies staat wat verschillende festivals voor zijn artiesten opleveren. Het zijn uitgevers als Van Vliet die de weg kennen bij Buma/Stemra, en die garen spinnen bij de onduidelijkheid die bij anderen heerst. Van Vliet spreekt lovend over Buma, dat zijn zaken een stuk beter voor elkaar zou hebben dan onze Oosterburen. ‘Toen David Guetta daar in een stadion stond op te treden zeiden ze: die man staat plaatjes te draaien, daar gaan we niet aan uitkeren. 40.000 mensen. Tot drie, vier jaar geleden ging dat geld nog gewoon op de grote hoop.’

Het is niet zo gek dat dit soort partijen weinig behoefte hebben aan vernieuwing. Denis Doeland ziet dan ook niet veel vooruitgangsdrift bij de auteursrechtenkolos. ‘De grootste uitdaging is niet de technologie, niet de data, de grootste uitdaging zit in mensen. Ik heb wel eens geprobeerd een grote uitgever aan boord te krijgen. Dan krijg ik te horen: Denis, ik vind je een aardige jongen, maar ik ben voor een derde markteigenaar he. Wat er in die black box zit gaat naar mij. En laatst was ik ergens uitgenodigd om een praatje te houden. Voor mij stond de directeur van Buma/Stemra te spreken. Ik hoor hem zeggen: ‘dan heb je zo’n hippe modeterm, blockchain, daar hebben jullie allemaal wel van gehoord. Maar zo’n vaart loopt dat allemaal niet. Daar heb je weer die attitude. De houding om vooruit te gaan ontbreekt. Je moet dingen af en toe tegen het licht durven houden. Klopt het nou eigenlijk nog wel wat we doen? Vergelijk het met de taxi-branche. Het principe van de taxi is niet veranderd met de komst van Uber. Er rijdt een auto van A naar B, jij betaalt de chauffeur om dat te doen. Maar de backbone is totaal anders. Dit is een organisatie die denkt in verbindingen tussen mensen. Zo moet ook Buma/Stemra zichzelf helemaal opnieuw uitvinden. Begin maar gewoon opnieuw. In de toekomst heeft Buma geen controlerende functie meer, maar moet het alleen de dienst draaiende houden. Zorgen dat iedereen alles gewoon zelf regelt. Bij zo’n proces kruipt in zo’n organisatie de angst overbodig te worden, maar dan gooi je de boel op slot.’

Ex-Buma medewerker Andy Zondervan, tegenwoordig actief bij een blockchain start-up, zag die angst ook bij zijn oude werkgever. ‘Ik ben al op honderden panels geweest waar iedereen roept 'transparantie is belangrijk', maar gasten, wanneer gaan jullie het nou eindelijk eens echt doen? Transparantie klinkt heel mooi, maar het is niet in het belang van iedereen. Als het niet in het belang van jouw portemonnee is, ga jij niet meewerken aan transparantie. En er zijn nogal veel partijtjes in de muzieksector die helemaal geen transparantie willen, want in het land der blinden is eenoog koning. Als ik iets weet dat jij niet weet, kan ik daar waarde uit creëren.’ En zo lijkt de dance-wereld verstrikt te zitten in het overbekende Buma spinnenweb, een krachtenveld waarin maar moeilijk beweging te krijgen is. Denis Doeland: ‘Totdat er mensen opstaan die zeggen: hoezo kan dat niet? Hoezo kan ik niet met een raket naar de maan? Ik ga het gewoon doen.’