Het wordt zo langzamerhand een strijd op leven en dood. De Amerikaanse publisher Wixen - eigenaar van enkele tienduizenden liedjes - daagt streamingdienst Spotify voor de rechter. De uitgever wil maar liefst 1,6 miljard dollar hebben voor zo’n 10.000 liedjes waarvan de rechten niet in orde zijn. Het is een principezaak die draait om een fundamentele vraag: moet Spotify nu mechanische rechten afdragen of niet?

Wacht even, hoe zat het ook alweer? Spotify was toch het eerlijke alternatief? De legale dienst die gewoon deals met alle platenmaatschappijen gesloten heeft en zo eigenhandig het downloadtijdperk tot een einde bracht? Zo zat het toch? Jazeker, zo zit het, maar de wereld van de muziekrechten is net iets ingewikkelder dan dat. Er zijn allerlei mensen en partijen die recht hebben op een vergoeding als muziek gebruikt wordt. De twee belangrijkste: recht op het gebruik van de geluidsopname, en recht op het gebruik van de composie (de mechanische rechten). Een belangrijk verschil: de eigenaar van de geluidsopname - de master - is vaak (niet altijd) een platenmaatschappij. De mechanische rechten zijn juist voor de componist en tekstschrijver van een liedje. Die worden vaak beheerd door een uitgever, en geïnd door Buma/Stemra. 

Oké, dit is duidelijk toch? De drie grote platenmaatschappijen steunen Spotify al vanaf het begin, in ruil voor aandelen en stevige voorschotten. Kleinere labels maken hun eigen keuzes maar zijn bijna allemaal ook aan boord. Individuele artiesten kunnen er in overleg met hun managements ook voor kiezen niet mee te doen, maar het komt er op neer dat voor alle muziek op Spotify netjes toestemming geregeld is. Maar nu komt het: bij dat mechanisch recht is het allemaal wat onduidelijker. In de aanklacht stelt Wixen dat Spotify moedwillig een ‘shortcut’ genomen heeft toen het snel de Amerikaanse markt wilde betreden. Deals met de labels werden gemaakt, maar niet met alle publishers. Alles om de concurrentie te snel af te zijn. Met succes, zou je kunnen zeggen, want ook in Amerika geldt Spotify als de allerbelangrijkste streamingdienst. 

Nu is daar al wel eerder over geprocedeerd. Vorig jaar mei schikte Spotify voor 43,4 miljoen dollar toen songwriters Melissa Ferrick en David Lowery om min of meer hetzelfde hun beklag deden. De schikking werd gezien als een belangrijke overwinning voor songwriters en componisten. Niet alleen Spotify, maar ook diensten als Deezer en Apple Music zouden met de deal om de oren geslagen kunnen worden. Maar een paar maanden later lieten de advocaten van Spotify weten besloten te hebben dat het bedrijf eigenlijk geen mechanische rechten verschuldigd is. Daarvoor moet je immers een compositie kopiëren en distribueren, en dat doet Spotify niet. Het verleent alleen toegang. 

Spotify hoopt door zijn poot stijf te houden ook wat orde te creëren in de chaos rond muzieklicenties. Want in feite is het verhaal met deze twee belangrijkste vormen van rechten nog lang niet klaar. Zo is er bijvoorbeeld ook nog zoiets als ‘naburig recht’. Simpel voorbeeld: de drummer van band X heeft niet meegeschreven aan hun hit, maar er natuurlijk wel op gespeeld. Ook hij verdient een vergoeding als het liedje gebruikt wordt. Partijen als Spotify - maar ook kleinere spelers als een 22tracks - bijten zich maar al te vaak vast in de wirwar aan rechten in het online domein. Om nog maar te zwijgen over filmrechten, die nog veel ingewikkelder zijn dan die over muziek. 

Je kunt je ergens ook wel voorstellen dat de uitgevers van Wixen witheet worden van die beslissing. Zij worden daarmee immers uitgesloten van het riante lopende buffet dat Spotify is. Spotify meent met een handjeklap met de labels klaar te zijn, en de uitgevers hebben het nakijken. Dit aftasten van de juridische grenzen doet denken aan de rechtszaken die eerder gevoerd werden rond nieuwe technologie als bittorrent, waarin platforms claimden niet aan openbaarmaking te doen, omdat het gebruikers zijn die de muziekfiles beschikbaar stellen. Zij leverden slechts de techniek. Die zienswijze bleek uiteindelijk juridisch niet haalbaar, en Wixen hoopt met deze draconische claim voor eens en voor altijd helder te hebben hoe het nu zit.

Met die 1,6 miljard dollar probeert Wixen het onderste uit de kan te halen. De uitgeverij beheert rechten van onder meer Tom Petty, Rage Against The Machine en Neil Young, bij elkaar goed voor miljarden streams op Spotify. Binnen het Amerikaanse recht kan voor ongeoorloofd gebruik een maximale vergoeding van 150.000 dollar per liedje geclaimd worden. Dat bedrag zagen we eerder opduiken toen downloaders van liedjes aangeklaagd werden. Het bedrag is natuurlijk bizar als je het vergelijkt met die iets meer dan 3 miljard dollar die Spotify jaarlijks omzet. En dat maakt deze zaak in een klap een op leven en dood. Zowel voor Spotify als voor de uitgevers.