Het is niet makkelijk headliners te vinden, verzuchten de programmeurs van Pinkpop al jaren. Niet van het kaliber Foo Fighters en Pearl Jam, rockbands die het allergrootste festivalpodium van Nederland aan kunnen. En dat is natuurlijk waar. Behalve als je durft te putten uit een hele andere categorie grote acts, een categorie die we tot nu toe op de festival maar weinig zagen: pop en r&b sterren. Toen Dave Grohl twee jaar geleden in Zweden van het podium viel zag Pinkpop zich al eens gedwongen om Pharrell Williams naar de headline spot door te schuiven, maar los van die noodoplossing is Bruno Mars de allereerste zwarte artiest ooit die de moeder van de Nederlandse festivals mag afsluiten. En dat is toch best een momentje.
Maak daar maar gerust een MOMENT van, want de entree van Mars is fenomenaal. Hij opent met ‘Finesse’ en ’24K Magic’, de twee hits van zijn laatste album, moderne popsongs waarin r&b, 80s funk en hiphop elkaar vinden. Fantastisch gespeeld door de band die hem al vanaf zijn doorbraak trouw is (inclusief broer Eric op drums), geweldig gezongen. Maar dat is nog maar het begin. Want gaandeweg het eerste halfuur ontrolt zich een onwaarschijnlijke choreografie, zoals we die kennen van Mars’ awardshow optredens. Bruno Mars heeft geen dansers, hij heeft een dansende band. Ze zetten samen alle clichés naar hun hand. Een competitie tussen de linker en de rechter helft van het publiek? Duizend keer gezien natuurlijk. Maar nooit met een van links naar rechts shuffelende groep muzikanten. Aangekomen in de hoek gaan ze met zijn allen op een blok zitten, waar ze alle ogen op zich gericht houden. Het oogt allemaal zo waanzinnig soepel en gemakkelijk, en juist dat maakt het helemaal te gek.
Die schijn van gemak is de grote kracht van Bruno Mars. Met dezelfde nonchalance windt hij vrouwen om zijn vinger. ‘Wil je niet, dan kies ik toch gewoon voor een van de andere schatjes die ik in de wacht heb staan,’ schmiert hij in ‘Calling All My Lovelies’, de eerste ballad van de avond. Om vervolgens toch maar in smeekmodus te gaan, zelfs in het Nederlands. ‘Ik mis jeeeee.’ Hij doet het totaal over de top, met een gouden telefoon uit het Miami Vice tijdperk, matchend met de Teddy Pendergrass smooth soul stijl. De schermen fonkelen van de flares op alle rode, blauwe, gele en groene lampen, die links rechts, boven onder, overal op het podium te vinden zijn. De knipoog - letterlijk - is functioneel. Het is alsof Mars de sceptici influistert: ja, het is corny, weet ik. Ik ga zo nog een paar stapjes verder. Omarm het maar.
Nee, bij Pinkpop maakten ze zich geen zorgen. Zo’n tegenvaller als Justin Bieber zou Bruno Mars vanavond beslist niet worden. Dit is niet zo’n artiest die zichzelf elk nummer een paar keer in het kruis tast in plaats van te zingen. Dat bleek maar al te waar. Met een nagenoeg perfecte show vormde Bruno Mars de bekroning van de popkoers die Pinkpop ingezet heeft.
HET CONCERT:
Bruno Mars, Main Stage, zondag 18 juni
HET PUBLIEK:
De fans in de hemel, de sceptici met een glimlach naar huis.
WAS HET GOED:
Het was sexy en technisch flawless. Bruno Mars zet alle cliches naar zijn hand.
HET NUMMER:
De grootste hit uit zijn carriere, het onweerstaanbare 'Uptown Funk'.
(Tekst gaat door onder de video en foto)
©
Robert Lagendijk / 3voor12