Gert van Veen lurkt nog even aan een e-sigaret, in afwachting van zijn gesprekspartner van vandaag. Het is donderdag halverwege de middag en de Mary Go Wild-winkel aan de Zeedijk in Amsterdam maakt zich op voor de lancering van hun eigen platenlabel. Dat Gert van Veen daarop een Quazar-EP uitbrengt is niet zo gek: Van Veen was als oud-journalist één van de sleutelfiguren in het grote Mary Go Wild-boek over 25 jaar house in Nederland. Momenteel legt hij de laatste hand aan het tweede deel van zijn grote ID&T-biografie voor hetzelfde platform.
Gert van Veen is, zo kun je dus rustig stellen, het historisch geweten van de Nederlandse housewereld en dat was-ie eigenlijk vanaf het begin. Nog voor hij zelf doorbrak als Quazar, schreef Gert als een van de allereersten in de Volkskrant over de nieuwe muziekstroming. ‘Toen we met dat Mary Go Wild-boek bezig waren, besefte ik eigenlijk voor het eerst dat die 25 jaren net zo’n lange periode beslaan als er zat tussen The Beatles’ ‘She Loves You’ en het begin van de house’, zegt hij. ‘Een extreem lange tijd, waarin normaal gesproken in de popgeschiedenis talloze dingen opkomen en weer verdwijnen’.
Die e-sigaret is het gezonde alternatief voor de drie pakjes peuken die Gert van Veen vroeger wegpafte. Zo gaat dat, als je inmiddels de zestig aantikt en van je dokter te horen krijgt dat het weldra einde verhaal zal zijn als je doorrookt. Gert van Veen is niet alleen het historische geweten, maar ook een van de grootste survivors van het Amsterdamse nachtleven. Hoe groot is het contrast met Charlotte de Witte, de piepjonge Vlaamse die aan een serieuze carrière bezig is, maar toch ook dat typische vluchtige jonge over zich heeft? Zij kwam afgelopen Amsterdam Dance Event Mary binnendenderen, als één van de dj’s in de beruchte partykelder hier aan de Zeedijk. Je kunt Charlotte wellicht kennen van de hit ‘You’re Mine’, die ze scoorde met Oscar & The Wolf, toen nog onder het alias Raving George. Inmiddels draait ze onder haar eigen naam en kennen we haar van donkere, melancholische techno. Serieuze muziek met een charmante glimlach.
Eén jaar voor zij geboren werd, bracht hij zijn debuutalbum als Quazar uit. Hij - Gert van Veen (62) - was een van de missionarissen en pioniers van de house in Nederland, zij - Charlotte de Witte (24) - is de upcoming technoprinses van België. Samen doopten ze het nieuwe label van Mary Go Wild.
Kennen jullie elkaar eigenlijk?
Gert: ‘Alleen van de muziek.’
Charlotte: ‘Ik kende uw naam, maar niet heel grondig. Ik ben ook pas laat in de scene gekomen, we zijn echt twee generaties.’
Gert: ‘Ik ben van de generatie van Renaat Vandepapeliere van R&S Records, die net aan een tweede jeugd begonnen is en nu dj't. Hij doet dat met een ongelofelijk enthousiasme.’
Charlotte: ‘Love him!’
Waar ben jij aangehaakt, Charlotte? Je was heel jong toen je dj werd, had je een oudere broer of zus die jou initieerde?
Charlotte: ’17 was ik. Nee, ik had geen oudere broer of zus. Ik kwam ermee in aanraking toen ik uitging. Ik woonde eerst in een gemeente net buiten Gent. Daar waren wel fuiven, maar pas toen ik van school veranderde en in Gent terecht kwam, ontdekte ik de zweterige undergroundkelders. In eerste instantie zat ik vooral in de electro-scene; heel duister en supertof. Toen die scene langzaam stierf, gingen veel mensen richting de meer commerciële electro-house, terwijl ik steeds meer naar de technokant trok. Len Faki, Marcel Dettmann, Ben Klock; die scene die rond 2013 op zijn piek was.’
Gert schreef in de begindagen voor de krant wat een openbaring house voor hem was. Was het dat voor jou 25 jaar later ook?
Charlotte: ‘Toch wel, ik wist niet dat er zo’n grote undergroundcultuur was op dat moment. Hoe meer je erin gaat graven, hoe meer je gefascineerd raakt.’
Gert: ‘Ik denk dat het voor mensen die nu house ontdekken niet anders is dan voor mij destijds. Op een gegeven moment begrijp je het. In één klap weet je: dit is te gek!’
Charlotte: ‘Ik heb toch wel vaak het gevoel: och, was ik maar twintig jaar eerder geboren. Er zijn in België fantastische dingen gebeurd in de new beat tijd. Was ik daar maar bij geweest.’
Gert: ‘Dat was inderdaad geweldig. Ik was in 1988 in de Boccaccio in Gent, een beroemde en heel grote club waar een danscultuur heerste zoals we die in Nederland niet kenden. Bij ons draaide het om gitaarbands: Claw Boys Claw, Fatal Flowers. In de krant verschenen negatieve stukken over ‘dansen op de vulkaan’. Het was niet voor niets dat het een Belgische dj was - Eddy de Clercq - die de house in Amsterdam introduceerde. De Boccaccio en de RoXY lieten mij zien hoe te gek het wel niet was.’
Ben jij aan het inhalen, Charlotte? Pluis je bijvoorbeeld die boxsets van The Sound Of Belgium uit?
Charlotte: ‘Ik probeer het wel, maar om eerlijk te zijn is het al moeilijk zat om de hedendaagse muziek te volgen. Maar ik ga graag ‘back to the roots’. Voor mijn programma op Studio Brussel heb ik een keer een ‘The Greatest Switch’ gemaakt, een uitzending vol klassiekers. Het is leuk daarin te graven.’
Hoe gaat het met de scene in België?
Charlotte: ‘Goed wel. Niet zo goed als in Nederland, maar er zijn goede festivals en clubs. Gent heeft sinds kort een nieuwe club genaamd Kompass, een mooie plek met een warehouse uitstraling. Best groot ook, de main room heeft een capaciteit van 950. Zelf woon ik intussen in Brussel, waar ik een residency heb in club Fuse, een club die al 23 jaar meegaat. It’s been around, en dat voel je.’
Gert, jij bent eigenlijk nooit dj geweest, maar hebt je wel jarenlang gefocust op een plek die voor veel Amsterdamse dj’s een thuishonk werd: Studio 80.
‘Ja, met Quazar heb ik wel altijd veel live gespeeld. Ik kan een beetje dj’en, maar ik heb op een gegeven moment gekozen om de focus te leggen op produceren. De laatste jaren heb ik heel weinig muziek uitgebracht, omdat ik te druk was met andere dingen. Een club als Studio 80, die vijf nachten per week open is, vraagt veel van iedereen die erbij betrokken is. Het zijn helaas niet de kaboutertjes die zorgen dat alles goed loopt bij zo’n club. Aan het programma werk je de hele week, en dan komen de nachten nog.'
'In het weekend kwamen alle internationale dj’s, die dan op de een of andere manier toch wel verwachtten dat ik er was. En dat niet alleen: ze hielden zich dan netjes tot een uur of vijf in, en als ze dan klaar waren met draaien, wilden ze zelf feesten. Jongens die zeiden: we gebruiken eigenlijk nooit drugs, maar nu we in Amsterdam zijn… Op zondag om een uur of 14:00 thuis komen was normaal. Of later: ik weet nog hoe eind 2012 Ricardo Villalobos langskwam, op zondagavond. Een prachtige avond, en na afloop bleef iedereen. Op maandag om vijf uur ’s middags zei ik: jongens, ik ga. Ik zie die blik van Ricardo nog: WHY?! Totaal geen begrip. Het was een te gekke tijd hoor, maar ik had veel te weinig tijd om muziek te maken, dus wat dat betreft is het goed dat ik er in 2013 vertrokken ben.’
Hoe ga jij om met het zware nachtwerk, Charlotte?
‘Het valt bij mij wel mee. Ah wel, het is pas anderhalf jaar dat ik echt veel reis, dus misschien praat ik er over een jaar of twee anders over, maar nu gaat het wel. Het wordt lastiger als er vrienden meegaan. Dan ga je niet nog efkes slapen tussen twaalf en vier, maar ga je op café en drinkt meer. Maar zoals ik zeg: voorlopig is alles spannend en nieuw.’
Gert: ‘Ik ben aardig wat nachten doorgegaan en ik merk wel dat dat je makkelijker afgaat als je aan de jonge kant van je leven zit. Na je veertigste wordt het lastiger.’
Charlotte: ‘Goh, ik heb nog tijd!’
Gert: ‘Ja joh. Ik was altijd heel jaloers op mijn rechterhand bij Studio 80, Jaap. Hij en zijn vriendje konden altijd acht uur slapen, hoe laat ze ook hun bed in stapten. Niet iedereen kan dat, ik in elk geval niet.’
Charlotte, je draait pas sinds anderhalf jaar onder je eigen naam. Hiervoor gebruikte je het alias Raving George. Heel bewust een jongensnaam, omdat je niet gezien wilde worden als ‘dat jonge meisje’. Komt er dan op een gegeven moment een kantelpunt als je wat meer ervaring hebt? Ik kan me voorstellen dat uiteindelijk iedereen best een vrouwelijke dj op zijn line-up wil hebben?
‘Het was niet per se een kantelpunt, het was meer dat na een tijdje het verrassingseffect wel weg is. Eerst denken mensen nog: huh, het is helemaal geen man! Voor mij was het een bewuste keuze om niet meteen alles bloot te geven en vooral niet te focussen op mijn vrouwelijkheid. Er wordt vaak negatief op gefocust. Ik kreeg direct veel kansen: ik won een contest, mocht draaien op I Love Techno en Tomorrowland en dan zie je meteen jaloezie komen. Van vrienden die ook draaiden bijvoorbeeld. Die zeiden dan: ze ligt met iedereen in bed. Dat is niet leuk, want ik doe dit voor de muziek, niet om aandacht te krijgen als vrouw. Als je zeven jaar geleden een vrouwelijke dj zag, was die vaak in bikini of latex. Nu zijn er gelukkig meer vrouwelijke dj’s die het goed doen.’
Gert, ik keek eens naar de line-up van jouw festival Welcome To The Future: drie vrouwen.
Gert: ‘Ja, maar wel drie goeie! Het is absoluut geen opzet. De laatste resident van Welcome To The Future - Dorine Dorado - is de beste techno-dj van Amsterdam, misschien wel van Nederland. Zij heeft met mij samen de track 'Truce' gemaakt. Voor mij zijn vrouwen altijd gelijk geweest aan mannen. Ik kom uit een gezin met drie broers en drie zussen, die allemaal de afwas moesten doen, allemaal een muziekinstrument bespeelden en allemaal gingen studeren.’
Zou je als festival extra focus moeten leggen op het boeken van vrouwelijke dj’s?
Gert: ‘Ik weet het niet, het is ook weer niet zo dat je vrouwen moet voortrekken. Hoewel het ook leuk zou zijn om eens een podium te doen met alleen vrouwelijke dj’s. Waarom niet?’
Charlotte: ‘Dat haat ik! Verschrikkelijk, een female only party, en dan zeker ook nog een roze affiche? Nee, het is belangrijk dat vrouwen geboekt worden, maar de focus moet er niet op liggen.'
Gert: ‘Ik ben het helemaal met je eens; ik trek mijn woorden terug. Het zou wel leuk zijn als er meer vrouwen bij kwamen. Nu hebben we Charlotte erbij. Nog niet op Welcome To The Future dit jaar, want toen zij op mijn radar kwam was de programmering al rond. Tegenwoordig is een maand na het festival het programma van volgend jaar al zo goed als rond. De concurrentie is zo groot in Nederland, als je niet heel vroeg bent, vis je achter het net. Je hebt niet alleen te maken met Nederland, overal ter wereld wordt house en techno ontdekt.’
Charlotte: ‘Ook wij kijken nu al naar 2018. En in het najaar ga ik voor het eerst naar Equador en Guatemala. Iedereen die in die regio geweest is, heeft het over de uitbundige feesten.’
Gert, de eerste track van je EP heet ‘The Nightshift’ en is een soort beginselverklaring van het nachtleven. Waar komt die tekst vandaan?
‘Nou, op een dag zat ik met Anonym, de producer uit Detroit die aan die track heeft meegewerkt, in mijn achtertuin een jointje te roken. Hij is nogal een ADHD’er die uren kan vertellen. Die dag vertelde hij nogal geëmotioneerd over de begindagen van de de house in Detroit. Ik heb mijn telefoon aangezet en alles opgenomen. Ik heb er heel lang over gedaan om hem te overtuigen het te gebruiken, maar ik vond het een supersterke tekst. Er is niets aan geëdit. Hij had het over een soort kerk waar je naartoe gaat om te ontsnappen aan de shit van de week. Op dat moment gebeurde er nogal wat in mijn eigen leven, en natuurlijk in de wereld om ons heen, veel chaos. Hij verwoordde het prachtig.’
Mag ik even advocaat van de missionaris spelen? Is het niet een ongelofelijke schijnwereld waar je in onderduikt?
‘Ha, dansen op de vulkaan! Nee, we staan met zijn alleen voortdurend bloot aan de gekkigheid en ellende van de wereld. Dat af en toe even loslaten en verdwijnen in de muziek is goed en belangrijk.’
Charlotte, in jouw track ‘Voices From The Ancient’ zijn ook stemmen te horen. Wat betekenen die?
Charlotte: ‘Geen idee, ik heb ze gewoon ergens gevonden, in een Halloween sample pack. Ik hou niet van happy samples, een beetje creepy en hypnotiserend vind ik tof. Dit kwam ik tegen en heb ik meteen in Logic gezwierd.’
Gert: ‘Ik heb het ook een tijdje geprobeerd, digitaal produceren, maar ik ben toch terug naar mijn oude machines. Het werkt voor mij niet.’
Charlotte: ‘Oh, voor mij wel, ik maak alles met de computer.’
Gert: ‘Och, daar komt Martin Garrix ook heel ver mee!’
Charlotte: ‘He, pas op hè!’
Gert: ‘Hij is toch van jouw generatie?’
Charlotte: ‘Nou, wel een paar jaar jonger hoor. Hij is meer als een klein broertje, een klein opdondertje.’