Waar is de tijd gebleven dat indiefolk nog geen vies smaakje had? Dat acts als Grizzly Bear, Fleet Foxes, Sufjan Stevens en Sigúr Ros nog de hipste acts ter wereld waren en je nog gewoon kon zeggen dat je folk leuk vond zonder dat mensen over Mumford & Sons – of nog erger, The Lumineers – begonnen?
De nieuwe muziek van Kim Janssen doet die tijden herleven. De Utrechtse troubadour baarde in 2012 al opzien met het gelaagde en superstemmige album Ancient Crime, de daarop volgende EP The Lonely Mountains. Tussendoor speelde hij ook nog in The Black Atlantic. Daarna werd het stil, maar dit voorjaar verschijnt eindelijk zijn nieuwe album, opgenomen met hulp van Marla Hansen (Sufjan Stevens, The National), gearrangeerd door Eiríkur Orri Ólafsson (Sigur Rós), gemixt door Chris Coady (Beach House, Future Islands) en gemasterd door Greg Calbi (Blood on the Tracks, Graceland). Best een sick rijtje namen, dachten we zo. Op Noorderslag presenteert hij het materiaal alvast live.
Na het introverte pianoliedje Bottle Rockets is Cousin het tweede voorproefje van dat album: een grootse popsong met donderende drums, en dik aangezet met blazers. En hoe het met dat nichtje van Kim zit? Hij legt het uit in het liedje: ze vertelde op een verjaardagsfeestje dat ze soms droomt dat ze hem aan een stoel vastbindt en vervolgens in de fik steekt. Wat zou dat toch betekenen?