BKS16: Nog éven slechtgaan met Fat White Family

Ze zijn er!

Sjoerd Huismans ,

Afdansen op het hoofdpodium bij Jamie XX, met de handjes extatisch in de lucht tijdens ‘Loud Places’. Tuurlijk niet! Voor de optimale we-gaan-nog-niet-naar-huis-ervaring ga je naar Stage Five waar Fat White Family speelt. Want je weet dat deze Engelsen altijd slechter gaan dan jij, ook na drie dagen op een festival.

Fat White Family heeft een aardige cult-reputatie opgebouwd door maniakale shows waarbij ze immer volledige chaos scheppen met hun slepende garagerock à la Black Lips. Dat wil zeggen: als ze komen. Weet u nog, Where The Wild Things Are dit jaar? Ja, daar zouden ze ook komen. De vrachtladingen drugs die ze gebruiken gooien meestal roet in het eten. Dezelfde middelen leidden waarschijnlijk tot de plaat Songs For Our Mothers die begin dit jaar uitkwam: bijna niet doorheen te komen. Eind januari liep gitarist Saul Adamczewski nog woedend weg uit een interview met The Guardian, nadat hij tijdens het gesprek ruzie kreeg met frontman Lias Saoudi. Later vertelde hij dat-ie in twee dagen afgekickt is in Mexico met behulp van ibogaine (een soort ayahuasca). Geen idee hoe dat er nu voorstaat, maar we zijn hier getuige van iets bijzonders. Fat White Family begint in elk geval stipt op tijd en geeft een als vanouds chaotische show, met bezwerende nummers als ‘Auto Neutron’, ‘Touch The Leather’ en ‘Satisfied’.

Lekker, zo tijdens Jamie XX. Is er wel wat volk in de tent?
Op het moment dat Fat White Family begint, kun je inderdaad nog een kanon afschieten in de tent. Maar het duurt niet lang voordat de mensen die er zijn volledig meegesleept worden door dit stel. Al tijdens het tweede nummer duikt Saoudi het publiek in, niet lang erna trekt hij zijn shirt uit en giet hij een blik bier over zichzelf heen. Ondertussen heeft hij de lichtman al verzocht om alleen nog maar een beetje blauw en heel veel rood te gebruiken, wat de druggy voodoosfeer nog wat verder versterkt.

Maar stelt het muzikaal ook nog wat voor?
Zeker. Ergens in die enorme brei aan veel te schel geluid bevinden zich gelaagde bluesy songs, met jengelende orgels, pompende post-punk-baslijnen, rammelende The Stooges-riffs en best aanstekelijke achtergrondkoortjes. Je moet er soms een beetje je best voor doen ze te vinden, dat wel. Eén keer laten ze een song volledig stilvallen en gaan ze verder met een soort jazzy gepruts. ‘Speeeluuuuuuuuh!’, roept iemand op een gegeven moment maar. Zijn ze per ongeluk toch nog te fijnzinnig bezig.

Wat doet die gast met die politiepet daar?
Familie-uitbreiding! Saoudi kondigt hem aan als nieuwe gitarist van de band, bezig aan zijn ‘first night on the job’. Wat stijl betreft wint hij het nu al van de rest.