Jazz op Best Kept Secret. Het is een festival dat alle muzikale hoeken uitdiept, maar toch: jazz? Ja, natuurlijk. Wel als het van BadBadNotGood komt. Wie die naam nog niet kende, zal hem na dit optreden lang onthouden.
Wiewiewattes?
BadBadNotGood begon als jazztrio bestaand uit studievrienden maar al snel werd saxofonist Leland Whitty bij het gezelschap opgenomen. De band begeeft zich niet onder het beschaafde kritisch meeknikkende jazzpubliek met een rose in de linkerhand en een sigaar in de rechter, maar zoekt ’t bijvoorbeeld bij rapper Ghostface Killah, met wie vorig jaar zelfs een plaat werd opgenomen: SOUR SOUL.
Ghostface Killah! Was hij erbij?
Nee, maar wie er wel bij was is drummer Alexander Sowinski, spreekstalmeester van BadBadNotGood waarvan de andere drie leden nerdy en bescheiden zijn. Gekleed in voetbalshirt neemt hij het publiek bij de hand. Het is niet alleen de muziek die de tent uiteindelijk doet springen. Hij is de razende reporter van het eigen concert. Net als zijn collega’s op keyboard, bas en saxofoon doet hij compacte, vlotte, heerlijk bloednerveuze improvisaties. Er moet wel tempo inzitten.
In de kop van ’t stuk staat iets over crowdsurfen.
De crowdsurfers waren er. Ook wordt BadBadNotGood pogojazz. Toch is het niet plat. Okee, er wordt een minuutje Blink 182 gespeeld waarbij Sowinski zingt, maar het viertal weet heel slim op de juiste momenten aan te zetten. Maar ook in het stapvoetse basloopje zit energie. Het toetje zit al vroeg in de set: de cover van ‘Putty Boy Strut' van Flying Lotus. Het grand dessert met een flinke slagroomspuit, zit in het eind. De hele tent springt. En als het erop zit schrééuwt de bezwete vloer om een toegift. Jazz op Best Kept Secret is volstrekt logisch.