3voor12 Award genomineerde: Eefje de Visser

Elektronische Eefje zingt de wereld toe op Nachtlicht

Freek Verhulst ,

"Ik wil niet dat je het vergeet: ik ben niet meer verlegen", zingt Eefje de Visser op haar derde album. Op Nachtlicht laat de Utrechtse zich van een nieuwe kant zien, met meer elektronica en vollere arrangementen dan op de twee voorgangers. Maar tegelijkertijd is het een typische Eefje-plaat, vol persoonlijke teksten, scherpe observaties en speels meanderende zanglijntjes.

"Ik hoop dat ik hoop heb / wil dat ik door wil", klinkt het al in het eerste couplet eerlijk in openingsnummer 'Scheef'. Het is de single, een elektronisch dreampopnummer waarin ze probeert te ontsnappen aan anderen, maar vooral zichzelf. Tot ze tot de conclusie komt: “Ik zie dat we traag maar vanzelf boven water komen.” Er volgt een eruptie van synths, die de gitaartokkel langzaam overstemt. Inderdaad, we komen boven water. Het is Eefje de Visser ten voeten uit: haar liedjes zijn melancholisch, maar op een bijna geruststellende manier. Er is licht aan het einde van de tunnel.

Die zee is sowieso een terugkerend thema als symbool voor een veilige plek. Op 'Scheef' is het waar ze kopje onder gaat om zichzelf niet te horen. Op 'Mee' is ze nog huiverig om met een man naar de zee te gaan, omdat ze thuis immers ook zee heeft, maar op 'Stof' is het juist waar de nieuwe liefde opbloeit. Door de galm op haar zang en de warme synths, klinkt de muziek ook ‘onder water’, om af en toe, zoals dus in dat slot van 'Scheef', boven te komen drijven. Dat soort uitbarstingen kenden we al van de liveshows van Eefje de Visser, maar op plaat hoorden we ze nog niet eerder zo duidelijk als nu.

De elektronica is een belangrijk onderdeel van Nachtlicht. Op 'Mee' grijpt een synth die van Justin Timberlake had kunnen zijn de hoofdrol, op 'Stof' horen we zelfs een tropicalhouse-arrangement, inclusief Kygo-panfluitje. Zo kenden we Eefje de Visser nog niet, maar wat klinkt het logisch. Die dromerige, hesige stem, met ondersteuning van die warme arrangementen - het heeft iets psychedelisch, maar tegelijkertijd is het echte popmuziek.

Met name de eerste helft van het album wordt daardoor gekenmerkt, daarna gaat Eefje meer terug naar kleiner opgezette liedjes, die iets meer geduld en aandacht vragen. Ook daar schemert af en toe nog dun de elektronica door - de stemeffecten op 'Luister', de outtro van 'Wacht' - maar het uiteindelijke slot, 'Wel', is helemaal akoestisch met piano en strijkers. Het bewijs dat dit nog steeds de Eefje de Visser is zoals we haar al sinds haar debuut kennen. Nachtlicht is dus geen schokkende transformatie, maar wel een album van een artiest die haar horizon verbreed heeft en haar verhaal nu op meerdere manieren kan vertellen.