De eerste persoon die áltijd het nieuwe Disclosure-materiaal te horen krijgt, is de moeder van Guy en Howard Lawrence. Dat klinkt als een triviaal weetje, maar het zegt veel over de benadering van het duo. “Als zij het niet tof vindt, komt het waarschijnlijk niet uit”, vertelt Guy lachend aan de telefoon vanuit Londen. “Als wíj het goed vinden, en zij ook, dan is er een grote kans dat bergen mensen de muziek kunnen waarderen. Het is een hele goede barometer. Ze is namelijk niet echt into elektronische muziek of dance, maar als muzikant kan ze goede songwriting wel degelijk waarderen. En dat was precies onze focus op dit album: goede hooks en melodieën voor popbegrippen.”
Disclosure: “We werden er ziek van dat we house-act worden genoemd”
Britse broers slaan nieuwe weg in met tweede album
Met Caracal, het tweede album van Disclosure, bewegen de Britse broers Guy en Howard Lawrence bewust weg van de house en UK garage. 3voor12 sprak Guy over ghostwriters, samenwerken met Lorde en een eerbetoon aan Frankie Knuckles. “We werden er moe van dat het tempo ons genre definiëerde.”
In 2013 brachten de twee debuutalbum Settle uit, met opwindende sterke songs die net zo goed werkten op de radio als op de dansvloer. Juist dankzij dat uitmuntende gevoel voor popmelodieën wist Disclosure wisten de broers het house-genre naar de mainstream te tillen en de weg te bereiden voor een nieuwe generatie artiesten. Tegelijkertijd kwam het ze te staan op kritiek van housepuristen, die de muziek van Disclosure ‘nep’ vonden, een goedkope plastic kopie van het geluid dat hen zo aan het hart gaat. De verklaring waar Guy zich wel in kan vinden: deze mensen hebben zich hun hele leven geïdentificeerd met de warehouse-feesten die ze bezoeken. Op het moment dat die muziek geclaimd wordt door de mainstream, voelt het alsof ze worden beroofd van hun identiteit.
“Weet je wat het stomme is?”, zegt Guy. “We wilden onszelf helemaal niet definiëren als house-act. We raakten pas de afgelopen vijf jaar verslingerd aan house en UK garage. De jaren daarvoor luisterden we naar allerlei genres: soul, pop, R&B. Het zou belachelijk zijn om dat te negeren, het is zó’n groot deel van ons leven.” Daarom beweegt Disclosure zich met het tweede album Caracal, dat vandaag verschijnt, weg bij de house. Het tempo gaat vaker omlaag, de tracks met Lorde en The Weeknd schuren zelfs tegen de electropop en R&B aan. Masterpiece hint naar de neo-soul van Erikah Baduh en D’Angelo. “Mensen moeten dieper graven om onze invloeden te herkennen. We hebben de sleutelgeluiden waar mensen ons van kennen - old school drummachines, warme pads en verschillende gastvocalisten – uitgesmeerd over verschillende genres en tempo’s. We wilden evolueren, en níet de rest van ons leven vastzitten aan housemuziek. We werden er ziek van dat het BPM van onze songs ons genre definiëerde.”
En tegelijkertijd opent Caracal met Nocturnal. Daarin weerklinkt een synthesizerlijn die grote gelijkenis vertoont met Your Love, de houseklassieker van de in maart vorig jaar overleden grootheid Frankie Knuckles. Was dat een bewuste referentie? “Jazeker. We schreven het nummer in New York, toen Frankie net was overleden, en dachten dat dit een leuke ode zou zijn. Beter dan een post op Facebook, toch? Ik weet zeker dat Frankie het had gewaardeerd om de muziek voor zich te laten spreken, dus we hebben hem nageaapt.”
"Ghostproducers verdienen meer respect"
Nocturnal is een samenwerking met The Weeknd, en zo staan er wel meer grote gastartiesten op Caracal. De Nieuw-Zeelandse superster Lorde, R&B-zanger Miguel en natuurlijk Sam Smith werken mee, naast minder-bekende namen als Nao, Lion Babe en Jordan Rakei. “We waren niet zozeer op zoek naar artiesten met een bepaalde edge, maar wel naar vocalisten die ‘in control’ zijn. Ze hebben stuk voor stuk meegeschreven, met elke artiest weer zijn we weer samen in de ruimte aan de piano gaan zitten. Neem Lorde, die wilde betrokken worden bij ieder aspect van het proces. De tekst, de melodie, maar ze had ook commentaar op dit drumgeluid, dat akkoord en de structuur van het nummer. Dat is waar we van houden: een échte samenwerking. We vinden het verschrikkelijk: artiesten die de tekst krijgen en een nummer gewoon inzingen.”
De broers zijn dan ook teleurgesteld dat veel bekende producers credit nemen voor het werk van anderen (zoals Diplo en Major Lazer vaak anderen inschakelen zonder naamsvermelding). Guy ageert vandaag tegen popsterren en artiesten die werken met ghostwriters en -producers. “We ontmoetten zoveel producers en schrijvers in Londen die meer respect verdienen. Mensen zoals Jimmy Napes, die ook met alle songs op Caracal heeft meegeschreven. Soms kom je erachter dat een popster niet is geschreven door de artiest, maar door een team van mensen waar je nooit over zult horen. Dat vind ik belachelijk. Als fan voel je je dan bekocht. Ik heb er niets tegen om met schrijvers te werken, dat doen wij ook, maar we geven ze altijd de credits. Dat is het belangrijkste: mensen de eer schenken die ze verdienen.”