Tim Knol is al aanwezig in Record Palace, Kees Schaper laat nog even op zich wachten. Met eigenaar Jan van Dorsten bespreekt Knol de nieuw binnengekomen platen en de mysterieuze Japanse handelaar die er geregeld over de vloer komt. Knol kwam hem onlangs tegen in Gent. Van Dorsten: “Dan had je hem even aan moeten spreken, had hij harstikke leuk gevonden. Binnenkort komt hij weer, hij gaat altijd alle platenzaken in Nederland af in een paar dagen.” Dan arriveert Kees Schaper, de drummer van The Miseries en van Tim Knols tourband en bovendien groot vinylverzamelaar. Vorig weekend werkte hij zelfs een paar dagen in de zaak, toen Van Dorsten op de platenbeurs stond. Zowel Knol als Schaper treedt ook graag op als dj. Tijd om door de bakken te gaan. Na een klein half uur bekijken we de oogst. Schaper en Knol moeten hard lachen om de hoes van Everly Brothers – Roots. Knol: “Die broek. Het lijkt wel alsof hij schaamlippen heeft.” Schaper: “Zo’n hoes zou je tegenwoordig toch niet meer mogen uitbrengen?”
RSD15 Met The Miseries graaien in de platenbakken
Tim Knol: “Solo liep ik een beetje vast in mijn liedjes”
Tim Knol en Kees Schaper van The Miseries (Hollandse Nieuwe van de Maand) staan beiden bekend als enorme vinylliefhebbers en staan op menig feestje obscure singletjes te draaien. In aanloop naar Record Store Day ging 3voor12 met ze mee naar tweedehandswalhalla Record Palace, tegenover Paradiso. Ondertussen vertellen ze over hoe het is om plotseling als garagerockers door het leven te gaan. “The Miseries is gewoon lekker muziek maken en nergens over nadenken. Ik heb er geen behoefte aan een gekke bontmuts op mijn hoofd te zetten.”
Daarnaast laat Knol platen zien van rockband Drivin' N' Cryin' (waarvan Knol ook een single uitbracht op zijn eigen labeltje Tender), de leadzanger Kevn Kinney solo, seventies-duo Brewer Shipley en de Nederlandse waveband Minny Pops. Knol: “Normaal spaar ik vooral singletjes, maar daar heb ik de laatste tijd helemaal geen tijd voor. Dan ga ik hier echt een middagje zitten luisteren. Ik ben nu ook in het ‘duurdere segment’ aanbeland – 5 tot 10 euro. Op een gegeven moment heb je alle goedkope singles al. Die wil ik dan wel eerst horen voor ik ze koop.” Knol was 16 toen hij begon met vinyl te verzamelen, Schaper 15. Knol: “Ik begon het allemaal een beetje te ontdekken en heb nog een blauwe maandag bij Dropstyle gewerkt, een platenzaak in Hoorn. Daar ging ik al vooral door de bakken met singletjes.” Schaper: “Ik ben altijd meer van de goede hoesjes geweest. Ik ben groot fan van gekke hoesjes.”
“Elk weekend ergens een harde band”
Van paar decennia later zit Pavement – Slanted & Enchanted tussen de oogst. Knol: “De re-issue had ik al, maar dit is het origineel.” We blijven even hangen bij die jarennegentigband; The Miseries zijn immers hoorbaar beïnvloed door dat decennium. Knol: “Ik was al eerder wat andere muziek gaan luisteren, meer nineties rock en powerpop als The Posies, Sonic Youth en Pavement dus. Dat leidde tot nieuwe inspiratie.” Schaper: “Ik luisterde daar altijd al naar, die invloed is er altijd al wel geweest. Er was ook een behoorlijke punkscene in Hoorn (beiden zijn afkomstig uit de Noord-Hollandse plaats, red.)”. Knol: “Er speelde elk weekend wel ergens een keiharde band. Niet altijd even goed.”
The Miseries is voor de zanger/gitarist een frisse afwisseling. “Het is eens een andere uitdaging”, zegt Knol. “Solo was ik een beetje vastgelopen in mijn liedjes. Op een gegeven moment werden het bijna trucjes. The Miseries is veel eenvoudiger, gebaseerd op powerchords in plaats van mooie melodieën waar ik daarna de akkoorden bij zoek. Daar was ik wel aan toe. Ik heb altijd schrijfpartners gehad, Matthijs van Duijvenbode bijvoorbeeld en Anne Soldaat. Voor het The Miseries-album had ik heel veel aan Kees.”
“Als ik zou willen pleasen zou ik Nederpop spelen”
Schaper: “Misschien zat ik net iets meer in de garagerock dan Tim, maar het gaat ons allebei vooral om de goede liedjes. En het moet goed klinken, al kan dat bij sommige liedjes juist lo-fi betekenen.” Knol: “Ik heb zo’n schijthekel aan genres. The Miseries wordt ook punk genoemd, dat vind ik bijna beledigend. Het is bepaald geen anarchistische muziek, zeker de teksten niet. Punk is tegen schenen schoppen, dat doen we helemaal niet.” Schaper: “The Clash vind ik ook geen punk.” Is het een grote verandering om met The Miseries de podia te rocken? “Het is voor mij totaal niet moeilijk een garagerocker te zijn”, zegt Knol. “Dat geldt eerder voor de mensen die een mening over me hebben.” Schaper: “Die zeggen nu allemaal: wat een herrie.” Knol: “Ik kan daar niet mee bezig zijn, er zijn ook genoeg mensen die na een show zeggen: ‘dit kan ik goed hebben, maar je soloplaten trek ik niet.’. Tja, als ik mensen zou willen pleasen zou ik wel Nederpop gaan spelen.” Schaper: “Laatst in Bitterzoet stond Jan Donkers, de ambassadeur van de Americana, helemaal vooraan. De echte muziekliefhebber herkent genoeg in The Miseries.”
Onder het gitaargeweld van The Miseries zitten nog altijd de ambachtelijke popsongs van Knol. “Ik heb er geen behoefte aan om vernieuwend te zijn of een ander geluid te brengen”, zegt hij daarover. “Dat is wat mij betreft allemaal totaal niet belangrijk. Natuurlijk probeer ik mijn liedjes een eigen draai te geven, maar vernieuwing is geen criterium. Alles moet tegenwoordig zo opvallen. The Miseries is gewoon lekker muziek maken en nergens over nadenken, ik heb er geen behoefte aan een gekke bontmuts op mijn hoofd te zetten. Ik word daar een beetje depressief van.”
SXSW: “Beetje flauwekul vond ik het”
Vernieuwing of niet: het gaat momenteel best lekker met The Miseries. Zo deed de band onlangs een tourtje door de VS. “Een hele goeie tijd”, zegt Knol. “We hebben SXSW gedaan en in L.A. en New York gespeeld. Misschien gaan we volgend jaar wel weer.” Schaper: “Ik hoef niet per se nog eens naar SXSW, beetje flauwekul vond ik het. Dat is zo uit zijn voegen gegroeid. Onze enige officiële showcase dit jaar was in een kroeg op de hoofdstraat. Een politieman voor de deur bleek achteraf alle mensen die naar binnen wilden bij de deur tegen te hebben gehouden. Dat soort dingen… de onofficiële feestjes van het dagprogramma zijn veel vrijblijvender.” Knol: “We hebben Roky Erickson daar nog op een tuinfeestje gezien, overal speelden Texas legends.”
Wiggle IPA: “We zetten het gewoon op de rider”
De liefde voor muziek spat er vanaf bij het duo, en om de artiesten zoals hij ze graag ziet een extra boost te geven heeft Tim Knol zijn eigen label Tender Records. “We brengen morgen op Record Store Day een single van Awkward I uit, verder is er de Hoornse band Kopvoeter met hele goede Nederlandstalige liedjes. We proberen drie à vier keer per jaar iets uit te brengen. Er komt ook een release van Canshaker Pi, de beste Nederlandse band van dit moment met leden van Palio Superspeed Donkey. Beetje jaren negentig, heel goede liedjes.”
Daarnaast is Tender nu ook een brouwerijtje. Over twee weken is het zover: een IPA-biertje genoemd naar het nummer Wiggle van The Miseries. Knol: “Het is wel grappig dat het nu bijna tegelijk met de plaat komt. Er staat ook al een nummer Gimme IPA op de plaat, we dronken dat altijd tijdens de opnames. Mensen denken nu dat het een soort promostunt is, alsof ik een of andere zakenman ben. Ik had al langer het idee om meer met het label te doen. En we kunnen nu ons eigen bier meenemen op tour.” Schaper: “We zetten het gewoon op de rider. DIY to the max.”