RSD15 Mark Kneppers: hoe een dj uitgroeide tot koning van het tweedehands vinyl

Over Wipneus en Pim, redder Discogs en collectie Da Capo

Atze de Vrieze ,

Je kunt Mark Kneppers kennen als lid van Kraak en Smaak. Of - langer geleden - als Pim van Wipneus en Pim, een olijk duo dat elke zaal en elk festival plat draaide. Of - nog langer geleden - als DJ Knuppelhout. Maar achter de schermen is Kneppers ook nog eens een van de meest gedreven vinylverzamelaars en -handelaars van Nederland. “Vinyl verkopen is een vak dat maar weinig mensen in Nederland echt verstaan.”

“Met Mark, goedemiddag” …. “Ja, jazeker” … “Nee, dat maakt niet uit. Woont u in Leiden? Dan kan ik wel gewoon eventjes langs komen, dan kan ik ter plekke wel bepalen wat ik er voor geef” …. “Nou, het is nooit weg geweest, maar het is wel een soort van populair aan het worden” …. “Ja, ok, dag!” Van dit soort telefoontjes krijgt Mark Kneppers er een paar per week. Vaak, maar lang niet altijd, leidt het tot een deal. Tegenwoordig minder vaak dan vroeger, zegt hij, omdat door de vinylhype sommige mensen denken zomaar een ton te kunnen krijgen voor de verzameling waar ze hun hele leven aan gebouwd hebben, terwijl een handelaar als Kneppers er met goed fatsoen niet meer dan een paar duizend euro voor kan neerleggen. De telefoon gaat niet uit tijdens het interview, zoals ie eigenlijk nooit uit gaat, want handel stopt niet. 
 
Vier dozen 007-autootjes
Van de 40.000 LP’s die hier tegen de muren staan, heeft de eigenaar Miles Davis’ Doo-Bop uitgekozen voor op de draaitafel, de allerlaatste van de grote trompettist. Je kunt moeilijk NIET onder de indruk zijn van de entourage hier. Dit is wat iedereen die ooit het gevoel had muziek te verzamelen voor zich zag als droombeeld. Niet een, niet twee, maar alle muren vol met plakken vinyl. Alles helemaal vol, soms een LP die een beetje scheef uitsteekt. Op de tafel in de hoek ook nog een rijtje dat nog geordend moet worden, her en der een doos. Er staat ook een verdwaald stapeltje 007-autootjes, een stuk of tien. In hun doosje uiteraard, want zodra je ze eruit haalt zijn ze nog niet eens de helft waard. “Die heb ik laatst meegenomen toen ik een partij platen kwam ophalen. Of ik die niet ook mee wilde nemen, vier dozen van die dingen. Ik heb er honderd euro voor gegeven. Zo gaat het heel vaak, mijn vriendin Yael wordt er knettergek van. Dan kom ik weer thuis met vier Van Nelle bussen. Maar ach, het komt altijd wel van pas.”
 
Autootjes en Van Nelle bussen zijn zij-projectjes, de focus ligt bij Mark Kneppers op vinyl. Dat is eigenlijk al zo vanaf eind jaren tachtig, toen hij dj was. In advertentieblaadje Via Via ging hij op zoek naar muziek, en dan tikte hij vaak hele partijen op de kop. Hij zocht uit wat hij echt wilde hebben, de rest ging in een doos in de kast, of hij ruilde met andere dj’s. Als DJ Knuppelhout was Kneppers in de jaren negentig resident in onder andere Paard in Den Haag, Tivoli Utrecht en Hedon Zwolle. En toen moest zijn grote doorbraak nog komen. Samen met zijn maat Edwin van ’t Schip bracht hij Vader Abraham naar Lowlands en Ome Willem naar Parkpop, compleet met toeters, bellen en glitterpakken. Nog voor 80s verantwoord, 90s Now en al die andere themafeestjes in de clubs, smeedden zij een amalgaam van oude hits, vergeten discoknallers, tv-thema’s en kinderliedjes. Edwin was Wipneus, Mark was Pim, en vijf jaar lang hadden ze twintig optredens per maand.
 
"Zelfs Bassie en Adriaan maakten we niet belachelijk"
“Ik kende Edwin van de PABO”, vertelt Kneppers. Hij heeft er dan al een enigszins mislukte carriere in de bloemsierkunst op zitten, als eerste jongen op een voormalige meisjesschool. Maar zijn hart ligt duidelijk bij de muziek. Wipneus en Pim beginnen op de Haagse zondagavond. Horeca-avond, als al het barpersoneel vrij is en een ontspannen avond uit wil. “Elke dj heeft naast zijn reguliere platen wel ergens een bak met hits staan, die goed van pas komt als je voor bruiloften en partijen gevraagd wordt. Dat zijn vaak de lucratieve feestjes, naast de dingen die je graag wilt doen. Die bak vormde de basis voor Wipneus en Pim.”
 
“We begonnen met veertig man, en we maakten er een feestje voor onszelf van. We draaiden back-to-back, niet kijken wat de ander draait, en dan proberen zo kort mogelijke liedjes op te zetten om de ander in problemen te brengen. Maar al snel werd het een succes. De vierde avond was het uitverkocht. Bij 013 in Tilburg stonden de mensen helemaal tot om het gebouw in de rij om binnen te komen. We deden shows op Lowlands in de Foxtrot, met bankendans en allerlei opvallende artiesten, die we overigens altijd in hun waarde lieten. Zelfs Bassie en Adriaan of Bobby van Boney M maakten we niet belachelijk, al zetten dat soort artiesten vaak zichzelf wel voor schut. En als een of andere boer op het podium zijn broek naar beneden wilde trekken, dan mocht dat best. Maar in tegenstelling tot de Loco Loco Disco Show wilden wij geen ‘fout feest’ zijn. Zij kwamen net als wij uit de links-elitaire hoek, maar het verschil was dat wij daar juist enorm klaar mee waren, met het correcte.”
 
"Ik was er helemaal klaar mee"
Elke week gingen Wipneus en Pim de rommelmarkten af op zoek naar briljante vondsten. Ook de hits die ze vaak draaiden, kocht Kneppers liefst vier, vijf keer, omdat er nogal eens bier op belandde. “Dat was voor mij uiteindelijk een van de redenen om er mee te stoppen. Ik weet het, het is een uiting van vreugde, het hoort er allemaal bij, maar gooi het lekker over elkaar in plaats van over mij en mijn platen. Sowieso was ik er na een paar jaar echt helemaal klaar mee. In het begin was het nog spannend, platen ontdekken die we konden gebruiken. Maar gaandeweg hadden we om het kwartier een spelletje en werd de keuze beperkt. Ik moest op dat moment al met Kraak en Smaak naar Amerika en moest kiezen. Edwin is toen alleen verder gegaan met Bart van Rooijen, onze toenmalige tourmanager en podiumassistent.”
 
De telefoon gaat opnieuw. Het is Barry, de medewerker van Kneppers in zijn loods, hier verderop in Leiden. Barry. Even flitst het beeld op van Jack Black’s fantastische personage met dezelfde naam in de platenzakenfilm High Fidelity. Hij staat daar tussen de eindeloze rijen vinyl die de collectie hier doen verbleken. “Ik moet hem even opnemen”, excuseert Kneppers zich. “Barry?” ….. “Een Lana Del Rey plaat? Ja, dat klopt.” …. “Kun je niet vinden? Huh?” ….. “Je hebt hem? Ah ok. Ik moet even verder, ik zit in een interview. Ik dacht dat je belde omdat de Chinezen er waren.” 
 
"Ik wilde geen aasgier zijn"
“Zo zie je maar, ik los problemen op door alleen maar op te nemen. Enfin.” Wipneus en Pim dus, het olijke duo, het vormt in feite de financiële basis voor de business die Kneppers tot de dag van vandaag heeft: de platenhandel. Hij begon met het verkopen van LP’s in platenzaak Velvet om de hoek, maar gaandeweg kocht hij zoveel voorraden op dat hij besloot ze te stallen in een loods, die hij met een paar vrienden gekocht had. “Oorspronkelijk was het idee dat we daar studentenwoningen in zouden maken, we zouden allemaal miljonair worden. Gaandeweg zetten we er allemaal handelaren in, ik parkeerde er mijn platen. Een keer per week zit er een jongen, die voor iedereen verkoopt. Hij heeft geen verstand van vinyl, dus alles kreeg dezelfde prijs: 2,50.” 
 
De Velvetvinyl outlet is er nog steeds, maar erachter zit inmiddels ook 3345vinylrecords, een liefhebberswinkel gericht op bijzondere platen en speciale edities. Het spul dat je simpelweg niet voor een knaak wegdoet. Zo nam Kneppers de inventaris over van platenzaak Playland in Delft. Nog aansprekender is de collectie van Da Capo in Utrecht, de excentrieke zaak in Utrecht die ophield te bestaan toen eigenaar en sixtiesfreak Michel Terstegen in 2011 overleed. Volgens Kneppers is het de grootste en mooiste collectie die hij ooit kocht. Voor serieus geld. “Echt een geweldige collectie. Ik wist natuurlijk dat hij vrijkwam, maar ik wilde er niets mee te maken hebben. Ik wilde geen aasgier zijn, het is zo’n tragisch verhaal. Maar via via werd ik uiteindelijk toch benaderd door Joop Angenent en Ferry Roseboom. Hun plan was dat ik de collectie zou overnemen, en zij de winkel. Da Capo zou zo een doorstart maken. Dat is mooi, dacht ik, want dan hoefde ik niet al die 50.000 singles in te hoezen, een enorm werk. Ik maakte de deal rond, en kort daarna ketste de doorstart alsnog af. We zijn nog steeds bezig met het inhoezen van al die platen.”
 
"Heeft hij al verteld dat vroeger op vinyl sliepen?"
De duurste plaat die Kneppers ooit verkocht komt ook uit de collectie Da Capo. Het is een bootleg van de Stones, die voor duizend euro van eigenaar wisselde. “En het typische was: hij stond niet eens in de winkel. Eigenlijk was de voorraad in de winkel bij Da Capo niet eens zo interessant, vergeleken met de spullen die Michel achter bewaarde. Dat is typisch iets voor de echte vinylliefhebber. Barry doet het bij mij soms ook. Ik wil dan het hele oeuvre van Radiohead aanbieden, hij zegt: nee man, je moet er een paar apart zetten. Op een dag kom je die weer eens tegen, en dan is het meer waard. Zelf heb ik niet zoveel met dat purisme. Ik heb een paar jaar terug al mijn dubbele platen weg gedaan. Natuurlijk houd je dan in principe de oudste persing, maar als een latere beter is, hield ik die. Ik vind: uiteindelijk zijn het maar platen, je moet ze kunnen draaien. Maar ik snap wel hoe het werkt.”
 
“Sorry, mag ik heel even tussendoor? Ik ga even de kinderen halen, is het ok als ik de auto meeneem?” Een blonde dame steekt haar hoofd om de deur. Het is Yael Vinckx, NRC-journalist en al jaren de partner van Kneppers. En dan tot de interviewer: “Heeft Mark al verteld dat we vroeger op vinyl sliepen? En dat ooit toen het kinderbedje te laag was, hij met een stapel LP’s aankwam om het op te hogen? Maar goed, Mark, hoe laat ben jij er zo weer?” “Ik weet het niet precies, die Chinezen komen zo nog. Eventueel eet ik wel een frietje.”
 
"Inmiddels heb ik nog eens 6.000 platen bij elkaar gescharreld"
De Chinezen komen. Iedereen die iets van vinyl verzamelen weet, kent de reputatie van Chinezen, Japanners en Russen als bloedfanatieke verzamelaars. Wat komen de Chinezen doen in Leiden? “Nou, ik werd een tijdje terug door ze benaderd. Ze wilden alle klassieke platen in de outlet kopen, tegen een goede prijs. Dat kon natuurlijk. We hebben alles eruit getrokken, een stuk of 4.000 stuks. Vervolgens ben ik alle kringloopwinkels in de omgeving af gegaan, en heb ik er in twee dagen nog eens 2.000 verzameld. Die zijn verscheept naar China. Inmiddels heb ik nog eens 6.000 platen voor ze bij elkaar gescharreld, en daar komen ze nu voor. Ja, dat vind ik dan leuk. En het is toch een maandsalaris.”
 
“Er zijn de afgelopen jaren enorm veel winkels bij gekomen die vinyl verkopen, maar er zijn er maar weinig die het echt kunnen. Dat zijn vooral de zaken die het al heel lang doen, winkels als Distortion, Demonfuzz, Record Friend, Waxwell en - ik krijg het mijn strot amper uit - toch ook Concerto natuurlijk. De meeste andere zaken verkopen LP’s net zoals ze cd’s verkopen, maar vinyl is een vak, dat maar weinig mensen in Nederland echt verstaan. Er zit een hele verzamelmarkt achter. Bij cd’s maakt het niet uit met welke persing je te maken hebt. Verzamelaars maakt dat wel uit. Ze zijn op zoek naar die ene persing met een extra nummer, op gekleurd vinyl, of met een singeltje erbij.”
 
"Discogs is mijn redding geweest"
In de loop der jaren groeide dus de voorraad, en Kneppers ging naarstig op zoek naar afzetplekken. Hij probeerde het in Delft en Wageningen, maar kwam van een koude kermis thuis. Zelf een winkel openen en daar elke dag gaan staan, was ook geen optie. “Drie jaar geleden ben ik begonnen met Discogs, en dat is mijn redding geweest. Ik heb altijd een aversie gehad tegen verkopen via internet, maar Discogs bleek voor mij de poort naar de wereld. Ik heb nu elke maand zo’n 700 orders, vaak met meerdere LP’s. Afgelopen weekend had ik nog iemand die 33 platen bestelde, en sommige klanten hebben al zeker twintig orders geplaatst.” 
 
“Zoiets als Discogs kan ik moeilijk van me af zetten. Het eerste dat ik doe als ik wakker word, is kijken of er orders zijn, vlak voor het slapen ook nog even. Hoe sneller je antwoordt, hoe sneller klanten betalen, hoe hoger je rating. Sterker nog: bij een dj-gig in het buitenland zit ik een uur voor mijn optreden in mijn hotelkamer in-voices uit te sturen, en als ik om half zes terug komen log ik ook nog even in. Vroeger zeiden mensen wel eens dat ik het geluk aan mijn reet had hangen, dat alles wat ik deed in goud veranderde. In de loop der jaren ben ik in gaan zien dat het toch vooral neerkomt op een stap verder willen gaan. Een vraag van een klant beantwoorden door mee te denken, je kleedkamer netjes achterlaten en niet alle wijn in je tas laden. Er komt altijd een moment dat je geen hit hebt - dat hebben we met Kraak en Smaak ook gemerkt - en dat een zaal je niet per se hoeft te boeken. Dan wil je dat mensen denken: ja, laten we het maar doen, het zijn aardige jongens.”