Best Kept Secret: Chet Faker zet zich over stroeve start heen

Show elke keer een stukje overtuigender

Tekst: Sjoerd Huismans, foto's: Ben Houdijk ,

Hij is hoe dan ook de man met de beste baard van Best Kept Secret: de Australische crooner Chet Faker. Met de toestroom van vrouwelijke bezoekers naar Stage Two zit het wel goed. En ze worden beloond: na een uiterst saai begin geeft Chet Faker alsnog een swingende electrosoulshow.

HET CONCERT:

Chet Faker, Best Kept Secret Stage Two, vrijdag 19 juni 2015

--

DE ACT:

Australische elektronische soulmuzikant Nick Murphy alias Chet Faker is vooral bekend door zijn cover van Blackstreets ‘No Diggity’, zijn hit ‘Drop the Game’ met landgenoot Flume en songs als ‘Talk Is Cheap’ van zijn debuutalbum Built On Glass (2014). Maar er staan nog andere uitstekende tracks op die plaat als ‘Gold’. De oude Motown-sound in een nieuwe hipsterjas - inclusief ironische artiestennaam. Een James Blake-achtig minimalisme maakt het helemaal van nu. Verstandige keus, als je bedenkt dat deze soulcrooner ooit met de oerdegelijke Vance Joy folkliedjes stond te spelen in zijn garage.

HET NUMMER:

Afsluiter ‘Talk is Cheap’. De bandleden verlaten het podium en Chet Faker blijft in zijn eentje zitten achter de toetsen. De spotlights staan op hem gericht, verder is het donker op het podium. Dé hit in een ingetogen versie brengt zijn show tot een fraai einde. De saxofoon en het achtergrondkoor missen we geen moment.

HET MOMENT:

De show komt ontzettend traag op gang, met eerst Chet Faker zelf achter elektronica (oudje ‘Cigarettes & Chocolate’) en dan zijn drummer en gitarist die een wat langdradig instrumentaal stuk spelen. Niet bepaald een knallende opener van je set, het lijkt zelfs op een kunstmatige poging om een festivalset van drie kwartier op te rekken tot een uur. Het publiek is er nog niet echt bij, maar dan klinkt het intro van die ‘No Diggity’-cover, Murphy’s oorspronkelijke claim to fame. Gejuich. Hoe lang houdt hij die cover nog op de setlist? Zo lang het zo goed werkt als vandaag is er geen enkele reden hem te schrappen. En dan meteen ‘Drop the Game’ erachteraan, hoewel die bij kompaan Flume wel een stuk dikker klinkt (zelfs met de zang uit een doosje). Maar de hits heeft Chet Faker absoluut.

OOK OPMERKELIJK:

De show van Chet Faker in Bitterzoet vorig jaar was nog wat stijfjes, mede doordat hij niet achter zijn keyboard vandaan kwam. Nu claimt hij af en toe het hele podium en zitten de dancemoves er veel beter in. Het sprankelt veel meer op het podium.

HET PUBLIEK:

Volle bak. Aan het begin is er zoals gezegd weinig reactie, maar daar komt al snel verandering in. Vooral als Chet Faker zijn net wat steviger tracks doet als ‘1998’, met een beat die richting trage deephouse gaat. Of ‘Cigarettes & Loneliness’, waarin de gitarist een hoofdrol opeist. Nonchalant trekt Chet zijn jasje uit, natuurlijk klikt gegil uit het voor tweederde vrouwelijke publiek.

HET OORDEEL:

Daar staat dan weer tegenover dat er nog wat teveel iets te saai James Blake-achtig vulmateriaal als ‘Blush’ op de setlist staat. Die toffe nieuwe track 'Bend' had het beter gedaan, maar wordt niet gespeeld. Voor een soulzanger mag er simpelweg iets meer ziel in zitten, zeker het begin van de show is te vlak. Built On Glass bevat een aantal hits, maar is als geheel een net iets te wisselvallig album. En dat komt live ook naar voren, bovendien helpt het slechte geluid in de tent ook niet mee. Dat gezegd hebbende: als performer is Chet Faker elke keer een stukje overtuigender: in Bitterzoet was hij nog stroef, op Lowlands vorig jaar een stuk soepeler en nu bij vlagen zowaar swingend.

DE FOTO: