Pinkpop: Editors weer een festivalhit rijker

Engelsen hadden niet misstaan als afsluiter

Tekst Atze de Vrieze, Foto's Jelmer de Haas ,

Dan ben je een klasseband: Editors speelt vandaag aan het slot achter elkaar zijn vier sterkste nummers. En ze komen van vier verschillende albums. We hebben Editors hier natuurlijk vaker gezien, en nooit stelde de band teleur, maar dit jaar kunnen we voor het eerst echt spreken van een greatest hits show.

HET CONCERT:

Editors, Pinkpop, Mainstage, zondag 8 juni 2014
 

DE ACT:

Heel even leek Editors de weg kwijt. Het derde album was iets experimenteler  dan zijn voorgangers (met meer focus op synthesizers dan op gitaren), en op hit Papillon na was dat niet zo'n succes. Toen belangrijke gitarist Chris Urbanowicz er ook nog eens mee stopte, wankelde de band die nooit wankelt. Maar Editors herpakte zich, maakte een een plaat die wat veiliger en grootser klinkt, maar wel een grote hit bevat. Imiddels staat de band weer onverstoorbaar te spelen. Alsof er helemaal niks aan de hand is. 

HET NUMMER:

Die grote nieuwe hit heet A Ton Of Love, een galmende song die het volle veld laat meezingen: "Desire, desire, desiiire!" En dan het tegeltje: "What weighs more on your plate? A ton of love, or a ton of hate?" Het antwoord op deze klassieke strikvraag moge duidelijk zijn. Zonder dollen: A Ton Of Love volgt op oude favorieten Munich en Smokers Outside The Hospital Doors, en blaast die twee keihard weg. Tom Smith is een intense performer. Praten met zijn publiek doet hij nauwelijks, ze indringend aanstaren kan hij als geen ander. De andere bandleden kunnen overigens rustig anoniem over straat, maar met zo'n magneet als Smith is dat niet erg.

HET MOMENT:

Dan volgt nog Papillon, het enige overblijfsel van die moeizame derde. Het nummer drijft op een synthhook waarvan je weet dat ie ergens geleend moet zijn. Tom Smith slist de karakteristieke zin: "It kicks like a sleep twitch." De zon begint stilaan de dalen en legt nog een keer een warme sluier over het publiek, als de band het outro uitbouwt en uitbouwt. Papillon is trouwens afgeleid van de ontsnappingsfilm uit 1973 met Steve McQueen en Dustin Hoffman. Het is zeker niet de enige keer dat Tom Smith zijn beelden leent uit films: in Smokers Outside The Hospital Doors bijvoorbeeld leende hij een freaky scene over mensen die met een blinddoek om midden in een bos gezet worden, en uitgedaagd worden om zo snel mogelijk aan de rand te komen. Dat filmische probeert de band nadrukkelijk ook in de songs te vertalen, wat het grootse geluid voor een deel verklaart.

OOK OPMERKELIJK:

In het midden van de krijgen we maar liefst vier nieuwe nummers achter elkaar, en dat is bepaald geen onverdeeld genoegen. Het gejaagde van de vroege songs is definitief verruild voor een weids stadiongeluid. Bij A Ton Of Love pakt dat heel goed uit, maar bijvoorbeeld in Honesty overspeelt Editors zijn hand schromelijk. Er is in de studio al een stukje ingebouwd dat alles en iedereen mee moet zingen, maar dat gebeurt eigenlijk niet. Fromeldahyde brengt het slechtste van Coldplay en Snow Patrol bij elkaar. Het beste van die vier nummers is het duistere Sugar, eigenlijk het minst sterk aangezette liedje. Laten we het erop houden dat Editors een veel sterkere band is als de verleiding van het overdreven grote gebaar weerstaan wordt.
 

HET OORDEEL:

Toch knap hoe Editors zich van het dipje hersteld heeft. Al jaren staat de band aan de top in Nederland, meer dan in veel andere landen. Die positie wordt nu met gemak gehandhaafd en zelfs uitgebouwd, eigenlijk vooral dankzij 1 sterk nieuw nummer. In het verleden kon je nog wel eens zeggen dat het allemaal wat te perfect was, te clean. Dat was met name aan het slot van deze set minder het geval. Verrassend zal het nooit worden wat Editors doet, maar met zo'n slot is deze show zowaar headlinerwaardig.

DE FOTO: