Dekmantel komt natuurlijk ook niet uit het niets. De feesten van Thomas Martojo en Casper Tielrooij (ook te boeken als dj-duo) op verschillende plekken in Amsterdam staan altijd voor kwaliteit, hun vijfdaagse op Amsterdam Dance Event was indrukwekkend, en hun voorjaarsfestival Lentekabinet aan de andere kant van de stad was ook zeer geslaagd. Hun repertoire loopt uiteen van klassieke Detroit en Chicago tot de nieuwste namen op het gebied van UK bass, warme house en kille fabriekstechno. Dekmantel staat niet voor avant-gardistische sprongen voorwaarts, maar heeft sterk oog voor de frisse nieuwe namen voor de zich steeds opnieuw uitvindende elektronische muziek. Genoeg lof vooraf, nu het echte werk. Dekmantel festival telt in feite drie tenten (plus een Boiler Room stage dat artiesten dubbelt). De Google Maps hipsters hebben een aardige tocht door het Amsterdamse Bos moeten ondernemen om hier te komen, maar het hoofdpodium ligt dan vervolgens meteen open voor ze. De andere twee podia zijn amper een minuut lopen, en ook weer amper een minuut van elkaar. Met name het kleinste podium, dat aanleunt tegen een paar treurwilgen, is gemaakt voor sfeer.
Toch begint de dag met een kleine teleurstelling, als de kleine Italianen van Voices From The Lake in de tent niet zo diep durven te gaan als op hun platen. Tracks waarin nauwelijks beats voorkomen, enkel bassen die als ritmische elementen fungeren. Afgelopen ADE deed Donato Dozzy - de helft van het duo met het kekke rode brilletje - het nog wel, dus het was kennelijk een keuze voor de dag. Het had vermoedelijk best gekund, hier zo vroeg op de dag. Nu gaan ze voor een redelijk monotone percussieset. Juist hier had de dag mooie contracten kunnen krijgen.
Dekmantel Festival 2013: pure muziek zonder theater
Warm welkom op de overvolle festivalkalender
"Je weet waar je voor komt: geen theater in de bossen, geen poespas, gewoon puur kwaliteit." De mc op het hoofdpodium van Dekmantel formuleert kernachtig waar het nieuwe festival in het Amsterdamse Bos om draait. Geen grootse lasershow of bloemenmeisjes, geen publiek ook met schmink of andere Toppers-attributen. Het zorgde voor een stormloop op deze bescheiden eerste editie.
Op het hoofdpodium staan Ame & Dixon in hun karakteristieke soepele stijl perfect het ondergaande zonnetje in te koppen. Op het kleine bospodium het wonderlijke koppel Legowelt en Xosar: hij een echte 90s hardware nerd, zij een soort Cleopatra-achtige diva. De klik zit hem in de liefde voor oorspronkelijke, ouderwets klinkende moderne techno. Maar de winnaar van de eerste dag is zonder twijfel Midland. Vorige week stond hij op Lowlands, en iedereen die bij die set was, had het er na afloop over. De jonge Engelsman werd geprezen om zijn fabelachtige plaatkeuze, om zijn durf om zijpaden in te slaan en vooral om zijn mooie mixen.
Die kwaliteiten laat hij op Dekmantel ook horen. Midland brengt zijn platen uit bij het veelzijdige Aus Records. Het komt allemaal samen in zijn eigen recente track Trace, die hij even voor het einde draait; een elegant basloopje, sfeervolle synthgeluiden die aanzwellen maar geen melodie beginnen te vormen, een break, versnelling in de beats. En zo fraai geduldig doorgemixt naar de volgende plaat, echt heel goed. Warm, niet wollig. Een korte blik in de tent even verderop bij de strenge Marcel Dettmann leert dat een overstap vanaf hier absoluut onmogelijk is. Oh en vergeet zelfs Laurent Garnier maar, Midland is de man.
Ook op zaterdagavond is het kleinste podium een perfecte plek om af te sluiten. Daar staat een dj uit Chicago genaamd Traxx. Al zegt een betrouwbare bron dat de man absoluut geen dj genoemd wil worden. Hij is een 'artist of sound'. Ook prima. Traxx is een intense man, dat zie je meteen als je hem aan het werk ziet. Hij duwt en trekt aan zijn mengpaneel alsof ie de Bosbaan hier om de hoek af moet roeien. Zijn gezicht vertrekt geregeld, en zijn sound is donker en grillig. Hij gebruikt veel oude acid house elementen in zijn set, maar dit is zeker geen classics werk. Dit is donker, maar dan wel op een spirituele afro-Amerikaanse manier, niet hard en ontwrichtend. Al waren de meest bijzondere platen van de dag toch de twee minimal waterachtige tracks die ondergetekende in de Boiler Room van hem meepikte. Foutje om daar weg te gaan.
Die rand zoekt ook James Holden voortdurend op. Hij staat al jaren bekend als een buitengewoon excentrieke dj, en recent onderstreepte hij dat met The Inheritors, een van de beste albums van het jaar. In zijn fantasie maakte hij de ultieme opvolger voor het werk van de ware elektronica-pioniers uit de jaren zeventig en tachtig. Holden begint voor zijn doen behoorlijk catchy, maar al snel begint hij te draaien aan de kleine klopjes naast zijn mengpaneel. Hij glimlacht er af en toe bij, als hij een zwaar aangezette synthmelodie het bos in stuurt. De kern van Holdens set vandaag; er is een kop, er is een staart, het is dansbaar en begrijpelijk, maar er gebeuren in het geluidsspectrum voortdurend dingen die je aandacht vragen, verspringende elementen, uit de pas lopende samples, verrassende vocals. Toonde iedereen maar zoveel lef als deze man, zeker op een festival als dit lijkt het publiek veel meer aan te kunnen dan veel dj's denken. Twee uur lang naar Holden luisteren is in elk geval een weelde. Hij eindigt zijn set met een track van Atoms For Peace, de band van Thom Yorke waarvoor hij een aantal shows opende. Logische match.
Natuurlijk is er ook veel straighforward techno, en natuurlijk kan dat soms ook heel goed zijn. In de tent profiteren Pangea, Pearson Sound en Ben UFO (aka Hessle Audio crew) van de regen, en dan valt op hoe goed de organisatie aan de bewegingsruimte van zijn publiek heeft gedacht. Het is uitverkocht, maar er is geen plek waar het te druk is, zelfs de tent niet nu het regent. Je kunt bovendien overal gemakkelijk naar voren lopen om de dj van dienst recht in de ogen te kijken. Dat helpt een heel eind bij de sfeer, die buitengewoon ontspannen is. Als je hier iemands biertje omgooit, biedt hij zijn excuses aan omdat hij hem dan wel onhandig neergezet zou hebben, dat idee.
Hessle Audio dus, een groep jonge Britten die cruciaal was bij de oversteek die een deel van de bass-scene maakte naar house en techno. Heel soms hoor je het nog, in een bepaalde bass drop, en vooral in de ritmes. Hun set is uitstekend, en wordt nog eens overtroffen door hun maatjes Karenn, oftewel Blawan en Pariah. Die Blawan heeft zijn draai in de techno-scene helemaal gevonden. Onlangs nog werd hij door velen uitgeroepen tot een van de succesverhalen van Awakenings Festival. Als Karenn maakt het duo behoorlijk stevige, energieke techno, waarin de subtiliteit niet uit het oog verloren wordt. Door naar Ben Klock, die het hoofdpodium afsluit. Samen met Marcel Dettmann regeert hij de Berghain, maar erg veel thuis is hij de laatste tijd niet. Ook hier laat hij op speelse wijze zien waarom. Zijn set is gortdroog en enorm dwingend. Mannelijk maar niet macho, sexy maar zeker niet slick en al helemaal niet romantisch.
Hoewel de derde dag (die veel later aangekondigd werd) naar verluidt een stuk minder bezoekers trok dan de eerste twee, kunnen we constateren dat Dekmantel Festival met groot gejuich ontvangen is door de liefhebbers. Hoe ze het doen, deze line-ups bij elkaar sprokkelen voor slechts 5.000 bezoekers? Met gegarandeerde terugkomst als Dekmantel steady doorgroeit tot een stevig festival? Met hun gulle lach en goede grapjes? Met een suikeroom? Dat geheim moeten we maar eens zien te ontrafelen. Er hangt in elk geval een hele hoop goodwill op het terrein. En dan laten we ons zonder mopperen het pikdonkere, kletsnatte bos insturen voor de thuisreis.