Villagers, Lowlands India, vrijdag 16 augustus 2013
#LL13: Gevoelig Villagers laat zweepslagen los
Kundige O’Brien heeft z’n hart wel eens harder uitgestort
Het einde van de middag komt in zicht als Villagers het podium betreedt. De band heeft een venijnige tweede plaat op zak maar begint met het kleine ‘Set The Tigers Free’. Ook op festivals wil frontman Conor O’Brien zijn twijfels in je oor kunnen fluisteren.
HET CONCERT:
DE ACT:
Conor O’Brien zette zijn Villagers met debuut Becoming A Jackal neer als een wat lieflijker versie van Bright Eyes. Muzikaal dan, want O’Brien heeft te maken met het zelfde palet aan wild opdringende emoties. Alleen spatten ze er wat minder uit. Verhalend, regelmatig cryptisch, krijgen zijn donkere gedachtes de ruimte. Familiebanden zijn ‘poison as sweet as nectar.’ En zijn liefde is ‘selfish, but I bet yours is too.’ Dat soort vrolijks dus, maar wel verpakt in kundige liedjes. Op het dit jaar verschenen {Awayland} krijgt de indieband wat meer ruimte om snijdend uit de hoek te komen.
HET NUMMER:
‘Becoming A Jackal’ van het gelijknamige debuut is het mooiste liedje dat O’Brien uit zijn pen heeft laten vloeien. Zo klinkt je ideale lentedag.
HET MOMENT:
Wie denkt dat Villagers alleen keurige liedjes speelt, schrikt op bij 'The Bell' die het venijn heeft van een onverwachte zweepslag.
OOK OPMERKELIJK:
Frontman O’Brien is de eyecatcher op het podium, maar bij 'The Waves' schopt de wat introverte band zichzelf ook onder de kont. Dit is Villagers op z’n spannendst.
HET PUBLIEK:
De mensen luisteren. Sommigen wat meer geconcentreerd dan anderen. Er hangt zeker waardering in de India, maar Villagers is geen band die vraagt om uitbundigheid. De liefhebbers zingen ‘Becoming A Jackyl’ zachtjes mee.
HET OORDEEL:
Villagers wordt vaak geleverd met een kwaliteitsgarantie. O’Brien heeft een kundige, wat serieuze band om zich heen verzameld die geen steekje laat vallen. Dat de frontman in slotoffensief ‘Ship of Promises’ even de tekst vergeet is echt opmerkelijk: de rest van de set is hij volledig in controle. Soms teveel, want de rustige nummers hebben net te weinig onderhuidse bloed, zweet en tranen. Dat zijn de momenten dat band en publiek elkaar los beginnen te laten. Bijna dan, want Villagers heeft een paar overtuigende wake-up calls paraat. In ‘The Bell’ zit vuur. In ‘The Waves’ zit uitstekende gecontroleerde gekte waarbij het schuurt en de band ook eens in beweging komt. Naar een wonderschoon liedje als ‘Home’ is het sowieso een zegen om te luisteren. In ‘Earthly Pleasure’ is O’Brien verhalend op z’n sterkst. Ze doen veel bijzonders, die Villagers, al bleef vandaag de echte magie uit. Daarvoor kwam de onderhuidse getergdheid van O’Brien net te weinig aan de oppervlakte. Maar de garantie van Villagers is allesbehalve verlopen.