#GWO13: Miles Kane laat de testosteron gieren

Britpopper hardrockt zijn eigen songs om zeep

Atze de Vrieze ,

Toen Miles Kane naast Alex Turner in Paradiso stond onder de naam Last Shadow Puppets, was hij duidelijk de leider van het duo. Opmerkelijk, want de Arctic Monkeys frontman was natuurlijk veel bekender. Hij was een mannetje, een player, een showman. Dat is hij in de loop der jaren alleen maar meer geworden. Een bandplaat met The Rascals en twee solo-albums verder treedt hij hier in vurig tijgerprint aan.

HET CONCERT:

Miles Kane, Into The Great Wide Open, Sportveld, zaterdag 7 september 2013

DE ACT:

Dwars tegen de trend in probeert Miles Kane de britpop levend te houden. Dat doet hij vol overgave: hardrockend en met meer branie dan goed voor hem is.

HET NUMMER:

De sterkste nummers komen vooral van Miles Kane's debuutplaat, met als hoogtepunt slotnummer Come Closer. Leuk grapje van DJ St Paul: hij draait direct na afloop Alamo Race Tracks' Black Cat John Brown, dat inderdaad verdacht veel op Don't Forget Who You Are van Miles Kane lijkt. Het zal toeval zijn.

HET MOMENT:

Dat is het dus: Miles speelt elk nummer keihard en vol gas, waardoor de show een piekmoment mist. Ja, sommige songs zijn beter dan de rest (Inhaler, Don't Forget Who You Are, Rearrange), maar hij speelt ze allemaal zo macho, zo keihard en liefdeloos, dat . "This is rock 'n roll! This is rock 'n roll!", schreeuwt hij tijdens de laatste klanken van Come Closer. "This is rock 'n roll!" Nee Miles, dit is humorloze piemelrock.

HET PUBLIEK:

Grote gaten ontstaan voor het podium. Misschien trekken de mensen liever naar de nachtelijke romantiek van Tindersticks? Hoe het ook zij: als Miles Kane zo blijft spelen, zal hij niet snel een publiekslieveling worden. Hoe keihard hij er ook voor knokt.

HET OORDEEL:

Die Tony Montana - say hello to my little friend - stijl van spelen is voor niemand leuk. Niet voor de jongens, niet voor de meisjes. Niet voor de kinderen, niet voor de volwassenen, zelfs niet voor de pubers daar tussenin. dEUS had dat ook een paar jaar geleden, die verbeten poging om stoer en imponerend te zijn. Zo helpt hij zijn eigen songs om zeep. Op zijn beste studiomomenten weet hij een James Bond-achtige grandeur op te roepen, op het podium blijft daar niets van over. Over een paar jaar gaat Miles Kane ons in interviews vertellen hoe mis het in deze periode eigenlijk met hem was. Het is vast iets met drugs of ego.