“Geef mij één goede reden waarom ik jou zou ontslaan”, vroeg Dylan Hermelijns baas bij een IT-bedrijf in 2003. “Ik wil voor mezelf beginnen”, was het antwoord. Bij een reorganisatieronde zag de Amsterdamse dj en producer, beter bekend als 2000 And One, zijn kans schoon. Eind jaren negentig had hij zich teruggetrokken uit de housescene om eindelijk aan het ‘echte leven’ te beginnen. Tegen het einde van 2008 wordt hij internationaal gezien als de spil van een nieuwe Amsterdamse technoscene en is hij publieksfavoriet op feesten als Awakenings en Voltt. Op dit moment legt hij de laatste hand aan zijn eerste artiestenalbum Heritage, dat in februari 2009 uit moet komen.
De oprotpremie die Hermelijn aan dat gesprek overhield was letterlijk het startkapitaal van die nieuwe scene. Hermelijn begon geen IT-bedrijf, maar haalde zijn label 100% Pure onder het stof vandaan en nam een jaar de tijd om goed om zich heen te kijken. “Ik ben alle feesten afgegaan. Het voelde als terug naar school gaan. Ik wilde het goed aanpakken en voorkomen dat mensen zouden zeggen: oh, dat is weer zo’n old school gast die wel eventjes een comeback komt maken. Met de minimalhype van dat moment had ik weinig. Op Dance Valley moest en zou ik van een vriend bij twee Zuid Amerikaanse Duitsers gaan kijken die ik niet kende, Ricardo Villalobos en Luciano. Zij draaiden heel percussief en soulvol. Dat was voor mij een eyeopener. Ik dacht: als ze dit minimal noemen, maak ik dat al heel lang.”
Hermelijn komt gaandeweg in contact met een nieuwe generatie dj’s. Aangetrokken door Shinedoe’s internationale hit Dillema op 100% Pure vormt zich een steeds grotere groep producers rond een steeds grotere concentratie labels. Hermelijn inspireert ze om nadrukkelijker de dansvloer op te zoeken. Producers als Boris Werner, Kabale Und Liebe en Bart Skils brachten al tracks uit op 100% Pure, Intacto en Remote Area, dit voorjaar werd het album van Polder met gejuich ontvangen, afgelopen maand verscheen dat van Julien Chaptal. “Mensen inspireren elkaar en krijgen de kans het op de dansvloer uit te proberen. Ik vind het geweldig om die jongens te zien groeien. Ik weet nog goed dat Lauhaus drie jaar geleden met zijn eerste demo bij mij aankwam. Aardig, dacht ik toen, echt van die typische minimal. Een paar maanden later kwam David Labeij met de eerste Polder-demo. Dat was toen al zo vet. Echt een wereld van verschil.”
Dylan Hermelijn staat bekend als een jongen met een grote bek. Niet zo gek als je geboren wordt in de Jordaan, een deel van je jeugd doorbrengt in het thuisland van je vader - Suriname - en vervolgens een paar jaar in de Bijlmer woont. Hij heeft er in elk geval een stevig Amsterdams accent en een directe manier van praten aan overgehouden. Niet onbelangrijk voor zijn aantrekkingskracht op de jonge garde is zijn jarenlange ervaring in de danswereld.
Als 17-jarige jongen raakte hij al verslingerd aan de house. In Londen werd hij door de Britse houselegende Baby Ford hoogstpersoonlijk op het acidspoor gezet. In de zomer van ’88 belandt hij min of meer bij toeval op Ibiza tijdens zijn eindexamenvakantie. “We wilden eigenlijk naar Mallorca, maar de moeder van een vriend boekte per ongeluk tickets naar Ibiza, waar op dat moment de house explodeerde.”
Terug in Amsterdam begint Hermelijn samen met vriend Dano (later bekend gabber-dj) zelf acid te maken. “Een meisje uit mijn klas, Trijntje, vertelde dat haar broer Tjeerd een apparaat had waar hij niks mee deed. Misschien mocht ik hem wel hebben. Dat was de Roland 303. Dano had een apparaat dat erop leek. Dat was geen bass sequencer, maar een drumcomputer. Die horen bij elkaar, dat kan niet anders, dacht ik. En dus begonnen we te jammen. Dano zei: 'ik ken twee homo's, Flamman en Abraxas, volgens mij vinden die mij wel leuk. Misschien kunnen we op hun feest wel een keer spelen.'"
2000 And One werd een succes, eerst als duo, daarna solo, maar Hermelijns tweede leven is nu al succesvoller dan zijn eerste. Zijn labels staan in de aandacht van grote jongens als Ricardo Villalobos en Luciano. Het brengt hem steeds vaker naar het buitenland. En daar is alle ruimte voor zijn specialiteit: lange sets met een geduldige opbouw. “Eind 2007 draaide ik in de Panoramabar in Berlijn. Ik begon om half negen ‘s ochtends. Ik zou een uurtje of drie draaien, maar degene die na mij kwam zei: ‘je bent zo lekker bezig, we doen zo wel een stukje back 2 back. En zo ging het maar door. Om half zes kwam de bedrijfsleider terug, die naar huis was gegaan toen ik net begon. ‘Ben je nou nog bezig?’, zegt ie. Over die set wordt nog steeds gesproken. In Nederland is daar helaas weinig ruimte voor. Bart Skils, die bijna alleen maar in Nederland draait, is daar een meester in, spanning opbouwen in anderhalf, twee uur.”
Je zou het haast vergeten als je Dylan Hermelijn zo ziet en hoort - hij is net zo blank als onze minister-president - maar zijn jeugd in Suriname was meer dan een bijzin. Van binnen is hij net zo zwart als de eerste houseproducers uit Chicago en Detroit. "Mijn over-over-overgrootmoeder kwam als slaaf uit Kameroen", zegt hij. "Ze werd gekocht door een Schot die Hermelin heette. Mijn vader groeide op als kleurling. Je hebt in Suriname drie groepen: de zwarten, de blanken en een groep daar tussenin, kleurlingen. Die laatste groep wordt door de andere twee groepen niet echt geaccepteerd. Mijn vader heeft een zware jeugd gehad, met kostscholen en zware discipline. Een deel daarvan heeft hij op mij overgedragen. Mijn ouders wonen sinds vorig jaar weer in Suriname. Ik probeer er elk jaar heen te gaan.”
Hermelijn groeit op in een muzikaal gezin. “Mijn opa was een jazztrompettist, mijn vader draaide veel muziek, mijn ouders hebben elkaar ontmoet in Paradiso, waar mijn vader huisdealer was. Dat mocht toen, het was midden in de hippietijd. Als klein jongetje danste ik op de LP Axis: Bold As Love van Jimi Hendrix. Eén nummer begint met een drumbreak. Steeds als de zang begon, moest de plaat van terug naar het begin. Ik ben altijd geobsedeerd geweest door de break, precies zoals Grandmaster Flash. In de jaren tachtig ben ik daarom ook begonnen als hiphop-dj. Halverwege de jaren negentig vond ik drum 'n bass geweldig, een genre waarin steeds dezelfde breaks terugkomen. In de house werk ik eigenlijk net zo. Veel van mijn muziek bestaat uit samples van grooves uit funk en disco. 2000 And One is pure funk.”
Dat was zijn stijl tien jaar geleden, dat is zijn stijl nog steeds. Geconcentreerd en subtiel, maar altijd dansvloergericht. Zijn producties zijn rauw, al noemt hij het zelf liever 'slordig'. Zijn muziek past in het nu, maar is diep geworteld in het verleden. Dylan Hermelijn is geen revolutionair. Hij is al die jaren zijn eigen gang gegaan en nu draait het momentum langzaam zijn kant op. En uiteindelijk telt maar een regel: als de belangrijke dj's je draaien, ben je zelf belangrijk. “House is een groot kuddegebeuren", zegt Hermelijn. Iedereen loopt achter elkaar aan. Wat ik doe mag nu weer, en daar ben ik blij om. Sommige tracks voor mijn album zijn twee jaar oud. Mensen vragen wel eens of ik niet bang ben dat het achterhaald is als het straks eindelijk uitkomt. Drie jaar geleden was het classic house, dat is het volgend jaar nog steeds. Als de dansvloer op zijn kop gaat, ben ik tevreden.”
Dylan Hermelijns labels presenteren zich op Amsterdam Dance Event op vrijdag 24 oktober in de Flex Bar. Op de line-up staan onder meer 2000 And One zelf, Shinedoe, Lauhaus, Kabale Und Liebe en Boris Werner. Het album Heritage moet eind februari 2009 uitkomen.
2000 And One: startkapitaal van de Amsterdamse technoscene
Dylan Hermelijn zoekt zijn zwarte roots
Houseveteraan Dylan Hermelijn was al met pensioen. Maar het tweede hoofdstuk van zijn carrière - na zijn terugkeer in 2003 - is nu al succesvoller dan het eerste. Een portret van de spin in het web van de Amsterdamse technoscene. “House is een groot kuddegebeuren."