Het is feest bij De Kift. Niet alleen bestaat de band twintig jaar en verschijnt binnenkort een nieuw album, vandaag kreeg het collectief uit Koog aan de Zaan ook nog goed nieuws van het Nederlands Fonds Voor Podiumkunsten (NFPK+). De Kift krijgt de komende vier jaar 230.295 euro per jaar aan subsidie. Dat is flink meer dan de vorige keer (64.325 euro) en zelfs meer dan de band überhaupt aanvroeg. “Normaal gesproken was het altijd zo dat je 220.000 euro aanvroeg en 60.000 kreeg”, vertelt Marco Heijne. “Zo ging het de vorige keer ook. Nu heeft de commissie duidelijk gekozen om bepaalde organisaties hun plan uit te laten voeren, in plaats van half-half.”

Meer voor minder, daar komt het op neer. Voor De Kift betekent het vooral meer budget voor promotie. “Het is voor ons heel moeilijk om publiek te bereiken”, vertelt Heijne. “We kunnen bovendien nu de muzikanten eindelijk een beetje fatsoenlijk betalen. Een aantal mensen in de band had er een baantje naast. Dat kan op zich best, maar in de praktijk zorgt het ervoor dat we soms gewoon niet beschikbaar zijn voor een boeking.” Die 64.325 euro die De Kift nu van het NFPK+ ontvangt staat gelijk aan ongeveer de helft van de totale begroting, de norm is dat een instelling minimaal 15 procent aan eigen inkomsten moet hebben. “Daar zaten we dus zeer royaal onder”, zegt Heijne.

In huize Kift is de champagne vandaag open gegaan, maar niet te uitbundig. “We zijn wel even euforisch, maar je durft haast niet te juichen omdat je weet dat andere mensen juist niets krijgen.” Momenteel wordt druk gerepeteerd voor de presentatie van Hoofdkaas, het achtste album van de band. Op het album spelen eten en drinken een hoofdrol. Om die reden is een aantal optredens gekoppeld aan een drie-gangen-diner. Met die extra subsidie moet er nu toch zeker champagne geschonken worden? “We hebben nu drie van die optredens gepland staan, maar het is een erg dure productie. Nu willen we zeker meer van die avonden organiseren!”

Meer over de besluiten van het NFPK+ volgt later.