Platenmaatschappijen zetten vraagtekens bij videoclipfonds

Arda Gerkens (SP) wil feiten van Minister OC&W

Wouter Rutten, woordvoerder van brancheorganisatie NVPI, vraagt zich af of de 1,2 miljoen euro subsidie die het TAX-fonds in drie jaar mag uitgeven aan clipmakers om Nederlandse popmuziek te promoten wel goed terechtkomt. Inmiddels heeft hij contact gezocht met Tweede-Kamerlid Arda Gerkens. Zij wil eind november in ieder geval harde cijfers van de Minister horen.

Arda Gerkens (SP) wil feiten van Minister OC&W

“Het gonst binnen de markt van de geruchten,” zegt Wouter Rutten van brancheorganisatie NVPI. En dus moet er duidelijkheid voor de leden - de platenmaatschappijen - komen volgens hem. Het gaat over de besteding van de 1,2 miljoen euro door het videoclipfonds: het TAX-fonds. Labels, groot en klein, klagen bij het NVPI dat het geld uit het TAX-fonds vooral de clipmakers ten goede komt. Muzikanten plukken er helemaal niet de vruchten van. Rutten neemt de geruchten serieus en heeft inmiddels contact met SP Tweede-Kamerlid Arda Gerkens. Zij wil nu harde cijfers horen van de Minister van OC&W tijdens de begrotingsbehandeling.

Het TAX-fonds kwam afgelopen jaar tot stand dankzij oud-staatssecretaris Medy van der Laan. De zes ton die zij uittrok om zowel clipmakers als muzikanten te stimuleren werd verdubbeld door het Omroep Productie Fonds. “De 400.000 euro die inmiddels is uitgegeven heeft geleid tot zo’n twintig tot dertig clips,” stelt Rutten. “Maar sommige van die video’s zie je alleen terug op YouTube in een slechte kwaliteit en niet op 3VOOR12 of MTV. Niemand heeft gekeken naar de eisen die een omroep als MTV aan clips stelt.”

De platenmaatschappijen klagen bij het NVPI dat de subsidie louter ten gunste komt aan de clipmakers en dat de muzikanten erbij inschieten. Rutten: “Vooral de kleinere independent labels klagen. Een video maken kost geld en dat hebben ze vaak niet. Het fonds is er gekomen zodat artiesten met hun muziek de boer op kunnen. Maar dat gebeurt nu niet.” Er circuleert zelfs het verhaal dat clipmakers de subsidie in hun zak steken en uiteindelijk de kosten van de video gewoon doorberekenen aan label en artiest.

Gerkens vindt het kwalijk dat zulke verhalen de rondte doen. “Ik wil de minister feitelijke vragen stellen: hoeveel projecten zijn er, wat zijn de criteria, zijn de clips op tv geweest, kortom hoeveel heeft het opgeleverd? Het Tax-fonds ontstond om ook popmuziek een impuls te geven. Het is natuurlijk heel erg als er met subsidiegeld gesjoemeld wordt. Als het zo is dat platenmaatschappijen geld bijleggen voor die clips, is zo’n fonds eigenlijk overbodig.”