Geheelonthouder Danko Jones strak en swingend door Club 3VOOR12

Oh No links en rechts ingehaald door eigen posse

Dat was me het Clubje wel, afgelopen woensdag. De line-up was met één grote naam (Danko Jones), één grote belofte (Oh No) en één groot vraagteken (Zomotta) heel fraai, en de sneeuw bleek niet slechts voor weinigen een reden thuis te blijven. Lees het ijzingwekkend verslag van gastheer Jaap Boots

Oh No links en rechts ingehaald door eigen posse

Halverwege het prettige gesprek met Danko Jones, de Canadesche rocker zonder al te veel kapsones maar wel met peper in zijn reet en vuur in de maag, haalt joe gastheer ineens zijn cactusvraag tevoorschijn. Of Danko eigenlijk zelf wel drinkt, nu hij op tournee is met een groot whiskeymerk als sponsor. Danko slikt zichtbaar, en het is geen Jack Daniels dat daar door zijn keel glijdt. Gaat hier zijn zorgvuldig gecultiveerde imago als slempende, snuivende en vrouwen-verslindende rockmacho naar de knoppen? Nee hoor. Want Danko geeft -weliswaar met enige aarzeling, maar toch- gewoon eerlijk toe dat de katers die hij in zijn leven heeft opgelopen op de vingers van zijn twee handen zijn te tellen. En dat hij nu zeker niet meer drinkt. Was hij niet ooit een Minor Threat-fan? Nou dan. Deze ‘bekentenis’ siert hem, en ik ga nog meer van hem houden. Want door zijn strakke blik op de waterfles te houden is hij de zeer geconcentreerde en strak rockende Danko geworden die hij is. En dat Danko nog steeds kan rocken als een beest bewijst hij met een korte, maar vlammende set, inclusief het aloude Cadillac als toegift, dat niet half zo roestig klinkt als Danko denkt dat het gaat klinken, maar als het beste nummer van de avond. De verrassing is er inmiddels natuurlijk een beetje af, en het zou mooi zijn als Danko tekstueel nu eens uit een echt eigen vaatje gaat tappen (de clichés over vrouwen en rocken kennen we nu wel) maar mijn god wat is het mooi om een driemansband als een dampende zuigermotor te zien stampen met schier mathematische precisie. Het handboek ‘Zen en de Kunst van het Hard Rocken’ is duidelijk van A tot Z uit het hoofd geleerd, en niet alleen door Danko, maar ook door zijn begeleiders. Die trouwens ook wel eens een naam en een compliment mogen krijgen: John Calebrese (bas) en Damon Richardson (drums). Wooohoo! Veel minder ‘Woohoo’ maar heel erg ‘Know what I’m saying’ werd het met de komst van Oh ‘Je weet toch’ No, het kleine maar niet minder getalenteerde broertje van Madlib AKA Quasimoto AKA Koortslip ik bedoel Jaylib. Ik heb ze niet geturfd, maar Oh No zegt vaker ‘je weet toch’ in 5 minuten dan ik “heejeuh...” kan zeggen in 100 uitzendingen –en dat zegt wat. Wat word ik toch moe van die rapclichée-mannetjes zeg. In het interview met Oh No en Roc C werd echt helemaal niets gezegd, en als er iets gezegd werd was het verlossende woord zo ingesneeuwd in ontelbare ‘jeweettochs’ dat we de diamanten (als die er al waren) niet meer in het ijs konden zien zitten. Natuurlijk moesten ook meteen de handjes weer omhoog bij het eerste nummer en natuurlijk kregen de ‘ladies’ in het huis een slijmnummer voor de kiezen. En eigenlijk is dat jammer, want Oh No maakt hele goede beats en kan een aardig partijtje rappen. (Zijpad: wat zou het een verlossing zijn geweest als Oh No nu eens strak in het pak zijn ding had gedaan....zittend op een bureaustoel, met een palmcorder in zijn hand...of in pyama, zittend op een nepkameel...in onderbroek met banaan op plek van zijn pielemuis of desnoods naakt met een sneeuwwitte tattoo van George Clinton op zijn rug....DOE. EENS. IETS. ANDERS!!!! Wil je deze man wel toebrullen. Maar het zou waarschijnlijk evenveel effekt hebben als een sneeuwbal op een gepantserde Mercedes, want clichés verkopen net zo geod als sex. En kom me nu niet aan met je gelul dat Danko Jones ook een wandelend cliché is, want die zegt in een interview gewoon eerlijk dat hij niet drinkt terwjl dat niet echt goed is voor zijn imago. En daar kwam geen ‘jeweettoch’ aan te pas. Maar we dwalen af.) Het publiek had er echter wel schik in, zeker toen Oh No zijn bentgenoten Percee P, Wildchild en de Nederlandsche (!) La Melodia op het podium uitnodigde. Die lieten zien dat ze in wezen niet onder doen voor Oh No. Zeker het verbale spektakel van Wildchild en Percee P was een aardig hiphopvuurwerkje. Nu allemaal het hiphopharnas uit en dan kan het nog heel wat worden met die Stonesthrow-tour. En dan het grote vraagteken van de avond, de sympathieke trashpoprockers Zomotta –afkomstig uit diverse windstreken van ons land. Ik heb op deze plek eerder de gewetensvraag uitgesproken of het zinvol is bands die we zelf hebben uitgenodigd in onze verslagen af te branden. Ik kwam destijds tot de conclusie dat slechts in zeer incidentele gevallen nuttig is. Laat ik dus vandaag volstaan met de opmerking dat Zomotta MIJ PERSOONLIJK EEN IETSIEPIETSIE tegenviel. Vorm dus je eigen oordeel aan de hand van de video/audio op deze pagina, of aan de hand van hun (wel) hele aardige cd Call For Glory. Kleur dan de plaatjes, maak de slagzin “Zomotta is wel goed want...” zo orgineel mogelijk af (in maximaal 30 woorden) en stuur je oplossing naar J.Boots@vpro.nl. Uitslag volgende week op deze plek, waar je dan tevens verslag vindt van de optredens van Osdorp Posse, Jack Stafford en Vendas Novas.