Zac Chapman: support van Joana Serrat in Luxor Live

“De passie voor muziek is weer helemaal terug, ik schrijf en ik speel!”

Eric Veltink ,

"Gotta go dad!" Zac Chapman, zanger van het bijzondere, maar inmiddels gestopte, Phoenix Park zet zijn mobieltje uit en stopt het in zijn broekzak. We bestellen een biertje en gaan zitten op het terrasje van de Pegasus Pub in de Zwanenstraat. Hartje weekend met enkele mooie Pinksterdagen én een fijn gesprek te gaan.

Zac oogt relaxed, ziet er goed uit. Zijn oog valt al snel op de tas van Kroese die naast me staat. Ik laat hem de nieuwe ultra lp Lazaretto van Jack White zien. Om te beginnen Zac, zie jij jezelf ooit zoiets groots en prachtigs uitbrengen?
“Op dit moment heb ik geen duidelijke ideeën over welk soort platen het gaan worden. Ik ben wel zeker van plan om veel mooie platen uit te gaan brengen. Mijn uiteindelijke doel is dat ik mezelf kan opnemen en produceren, wellicht met een engineer aan mijn zijde. Naast het songschrijven moet dat een deel van ‘mijn geheel’ worden.”

De aanleiding voor dit gesprek was eigenlijk je support voor Joana Serrat in Luxor. Door onheldere redenen is haar hele tour echter afgelast. Het feit dat je als een van Arnhems grootste talenten na een lange pauze weer begonnen bent met schrijven en spelen, is echter meer dan voldoende redenen voor een goed gesprek. Kun je iets vertellen over de achtergrond van Zac Chapman?
“Oorspronkelijk kom ik uit Nottingham, the land of Robin Hood. Mijn ouders verhuisden naar Oosterbeek toen ik drie jaar oud was. Aanvankelijk vertrokken ze voor zes maanden, maar ik ben er nog steeds. Mijn vader kreeg een klus, het renoveren van een enorme villa. Dat liep zo goed dat meer en meer klussen volgden en we uiteindelijk zijn gebleven. Voor mij was Oosterbeek ook een veel betere plek om op te groeien dan Engeland. Nottingham is van oudsher een mijnwerkersstad. In de jaren tachtig sloot Margaret Thatcher de mijnen. Goed werkende steden transformeerden tot werkloze, deprimerende plekken met veel armoede. Mensen die niets hebben, vervallen vaak tot excessen, geweld en drugs. Ik ben blij dat ik in een mooie en stabiele omgeving ben opgegroeid.”

En hoe ziet je verleden in de muziek eruit?
“Toen ik geboren werd, zat mijn vader in de band The Bush Babies, getekend bij Rough Trade. Mijn opa was ook professioneel muzikant, ma is pianiste en haar vader heeft in 1968 een plaat met Harsh Reality uitgebracht bij Philips. Het is een vrij onbekende band, behalve bij een flink aantal echte muziekkenners. Paul Weller heeft een paar jaar geleden een lied van hem opgenomen. Paul Weller, daar ga ik morgen naar toe trouwens. Ik ben altijd met muziek bezig geweest, puur vanuit mezelf. Alle instrumenten lagen voor het grijpen, het was vanaf het allereerste begin een natuurlijke interesse.”

Na het kleuteren in een speeltuin vol instrumenten volgden de eerste bandjes?
“Zeker. Toen ik twaalf, dertien jaar oud was, ben ik mijn eerste bandje begonnen. Ik startte als zanger omdat we al twee gitaristen hadden. Omdat ik met de band een andere kant op wilde, heb ik zelf een van de gitaristen vervangen. De drummer en de bassist zijn vervolgens ook vertrokken na muzikale conflicten. De band die daarna ontstond was Phoenix Park.”

Er was een tijd lang een enorme buzz rond Phoenix Park. Daarna is er veel met de band gebeurd. Niet allemaal even fijn. Wat kun je me over deze periode vertellen?
“Dat was inderdaad een woelige periode. Na enkele bandwisselingen stonden we in 2009 in de grote zaal van Luxor. Een nieuwe band, echt veel beter dan daarvoor. Vanaf dat optreden ging het als een wervelwind met gigs tot aan de-Affaire in Nijmegen. Ook professionals uit het vak zagen het talent en wilden ons graag verder helpen. Tot aan dat moment werkten we in de studio met Rutger Drenth, onder meer geluidsman van Shaking Godspeed en Automatic Sam. Eerst werkte dat goed samen met Sound & Vision, maar op een gegeven moment moest en zou Rutger eruit. Hij was niet wat de nieuwe producers wilden qua geluid. Er moesten allerlei nieuwe dingen worden toegevoegd, piano’s, nieuwe lijntjes, meer Radio 2. Ik heb compromissen gesloten die ik nooit had moeten sluiten, ons eigen geluid was verdwenen. Het werd te lief, te gemiddeld, we waren niet meer dezelfde band. De drummer kreeg een nieuwe band, we vielen uit elkaar en ik heb er toen een punt achter gezet.”

Zac kijkt even voor zich uit, steekt een sigaret op, neemt een slok bier en vervolgt.
“De enige fout die ik voor mijn rekening wil nemen is het sluiten van compromissen. Een grote fout. Uiteindelijk kregen we een ultimatum: óf je werkt met Rutger en verliest daarmee je volledige pr en back up óf jullie gaan verder zonder Rutger maar met Sound & Vision. We hebben gekozen voor het laatste, terwijl Rutger te gek is, een goede vriend en iemand die ons helemaal begrijpt. Dat was volledig de verkeerde afslag.”

Als ik zeg dat ik een tijdlang een beeld van je heb gehad als een trouble maker, een lastige jongen die zijn talenten dreigt te vergooien, herken je dat dan?
“Volgens mij zitten we in een tijd van meer en meer sociale eerlijkheid. Veel mensen gebruiken drugs, zoeken andere manieren om zichzelf te ontdekken. Het wegstoppen daarvan verdwijnt langzaam. Er zitten nare kantjes aan, aan alcohol en drugs, dat klopt. Los van het feit dat het zogenaamd ‘slecht’ is, moet je ook kijken naar de reden dat veel mensen naar zo’n ontsnapping zoeken. Als het gaat om het beeld dat mensen van mij hebben, dan vind ik dat sowieso moeilijk in te schatten. De mensen die me goed kennen zijn mensen waarmee ik in de bus zit, muziek maak, naborrels na optredens. Daar gaan uren overheen, dan pas kun je de diepte in. Als zij hetzelfde beeld van mij zouden hebben, denk ik niet dat ze me er graag bij zouden hebben. Ik weet niet of en zo ja welke verhalen de ronde doen, maar als iemand het fijne ervan wil weten, sta ik altijd klaar voor een goed gesprek.”

Hoe gaat het nu, vandaag met jou en de muziek?
“Ik doe nu auditie voor de Herman Brood Academie in Utrecht. Samen met Wout Kemkens (Shaking Godspeed, Donnerwetter e.a.), Rutger Drenth en mijn broertje. De eerste demoronde ben ik alvast door, de echte auditie is op 23 juni.”

En donderdag 12 juni zou je in de kleine zaal van Luxor staan.
Yes, I would have. Ik zou de support voor Joana Serrat doen. Zij is een folkzangeres uit Barcelona. Om onduidelijke redenen is haar hele tour echter afgelast. Jammer voor mij, maar waarschijnlijk een stuk erger voor haar. Na Phoenix Park ben ik een tijdje helemaal klaar geweest met de muziek. Twee jaar keihard werken met hart en ziel heeft uiteindelijk helemaal niets opgeleverd. Ik werkte veel en de gitaar belandde op zolder. Na het beëindigen van mijn relatie in 2012 kwam de passie voor muziek terug en ben ik weer gaan schrijven. Lekker ongeforceerd. Ik ben niet bezig geweest met het idee van een solocarrière, maar ben wel veel gevraagd voor optredens zoals Park Open en op Bevrijdingsdag bij Caspar. Ik speel alleen, akoestisch met mondharmonica. Naast eigen werk speel ik nummers van Bob Dylan, The Beatles en The La’s.”

Tot slot: wat betekent muziek voor je?
“Dat is een vraag die ik niet kan beantwoorden. Een vraag die je niet zou mogen stellen, haha. Het fijnste is om met goede muzikanten en vrienden muziek te maken, zoveel mogelijk. Ik zou niets liever met mijn leven doen dan dat.”