DTRH16: PJ Harvey gaat door alle grenzen

Engelse zangeres onderzoekt de scheuren in de menselijke geschiedenis

Atze de Vrieze ,

Als je als headliner tien nummers van je nieuwe album en ook nog eens drie van je vorige speelt, moet je heel erg zeker van je zaak zijn en ook nog eens in bloedvorm. PJ Harvey is hier om een verhaal te vertellen, en dat doet ze met ongelofelijk veel zeggingskracht.

Als een drumband komt PJ Harvey met haar muzikanten het podium op, de zangeres aanvankelijk als niet meer dan een saxofonist in de groep. Ze valt natuurlijk wel direct op met haar elfenoortjes en spitje neus, een heel karakteristiek gezicht. Om over haar stem maar te zwijgen. De ijzingwekkende opening is voor 'Chain Of Keys', een nummer gesitueerd in Kosovo, over een vrouw die de sleutels beheert van al haar straatgenoten. Hun tuinen zijn overwoekerd, de muren beginnen af te brokkelen. Jaren geleden verdwenen ze, ze kwamen nooit meer terug.

PJ Harvey’s nieuwe album The Hope Six Demolition Project gaat over drie conflictgebieden in totaal verschillende delen van de wereld: Afghanistan, Kosovo en Washington DC. En hoewel je dat laatste misschien niet direct kent van de oorlogsverhalen, hoef je je maar een beetje te verdiepen in PJ Harvey’s werk om te zien waarom zij daar anders over denkt. 'Hope Six' gaat over de scheuren in de geschiedenis van de mensheid, over zogenaamde vooruitgang die ten koste van anderen gaat, over individuele mensen die proberen niet vermorzeld te worden door het systeem. Het is een verhaal dat je wel in zijn geheel MOET vertellen. En wat doet ze dat waanzinnig. Om haar heen ervaren mannen, met een glansrol voor gitarist John Parish en vooral Terry Edwards, die de fantastische blazersarrangementen leidt. Hij beheerst vele disciplines: de lage, dreigende bariton, de nerveuze free-jazz-achtige solo. Zijn finest moment is het trage en loepzuivere slot van 'Dollar, Dollar', een straattafereel met bedelende kinderen in Afghanistan. Ook ritmisch zien en horen we vanavond iets bijzonders. Twee drummers, of eigenlijk percussionisten staan achter de trommels die louter met de handen bespeeld worden. Bijzonder, en het klinkt als een klok. 

Het klinkt allemaal niet makkelijk. Trok die grote tent het wel?
Vooraan zeker wel, daar staan de echte fans en die zien PJ Harvey bezig aan misschien wel de beste tour uit haar leven. Iets verderop maak je vreemde dingen mee. Een dronken man die wild staat te dansen op 'River Anacostia', een ingetogen nummer met een slavernij-thema en mooie samenzang. Mensen die dwars door al dat moois heen staan de schreeuwen en met blokkenschema’s in de weer zijn. Onvermijdelijk op een festival natuurlijk, maar dit zijn momenten dat je je niet kunt voorstellen dat iemand - wie dan ook - NIET gebiologeerd is door deze vrouw. Zo’n belangwekkende artiest, een van de weinigen die probeert werkelijk te doorgronden wat er allemaal gebeurt in deze wereld, met zo’n trefzekere stem.

Deed ze wel oudere liedjes?
Als dank voor de aandacht eindigt ze haar set met een reeks oudjes. Eerst het punky '50 Ft Queenie', en daarna nog 'Down By The Water' en 'To Bring You My Love'. Vooral die laatste is heel sterk en duidelijk een favoriet van het publiek. Maar hier draaide het niet om vanavond. Het ging om dat grote plaatje, om zoveel meer dan een weekendje met zijn allen naar de getver op een vuig veldje. 

Begon ze nog over Brexit?
Natuurlijk, als je dat van iemand verwacht, dan is het van PJ Harvey. Haar vorige album was immers totaal gewijd aan de scheuren in de geschiedenis van haar eigen land, en dit zou wel eens een monumentale kunnen zijn. Drie nummers speelt ze vanavond van dat album Let England Shake, achter elkaar. Vlak voor het cynische 'Glorious Land' draagt ze John Donne’s beroemde vers No Man Is An Island uit 1624 voor, een gedicht dat eerder ook al als inspiratie diende en dat vandaag op deze ‘strange day’. Het is opnieuw geen wonder dat de verre geschiedenis dient als perspectief op het heden. Wat nu gebeurt in Europa, in Engeland, in het Midden-Oosten, is niet uniek, maar deel van een eindeloos ronddraaiend wiel. ‘No man is an island, entire of itself. Every man is a piece of the continent, a part of the main.’