WTWTA15: Bungalowfestival gaat van (Nederlands) hard tot softpop

Meeste publiek voor nachtkaars Fink, meeste punten Rats On Rafts, Meatbodies en Curtis Harding

Tekst Ingmar Griffioen, foto's Wilco Steeneveld en Remco van Beurden ,

Na een veelbelovende, maar nog wat tamme eerste festivaldag moet het zaterdag echt gebeuren. De programmering is ook in absolute getallen tweemaal zo dik en na de pubquizzen kun je vandaag eindeloos rummikubben en is het zwembad ook open. Dus heerst het traditionele bungalowparkbeeld met slenterende mensen met handdoeken en de lente lijkt ook ingezet dus in de tuinen hangen mensen ook uit te brakken. De muziek begint vandaag al in de middag, maar verruilen bezoekers het lentezonnetje al voor een van de podia? En hoe pakt een dag met uitersten als Fink en Meatbodies uit?

Een paar verdwaalde Bungaluppers slenteren in dierenpakken rond, twee stelletjes wagen zich aan een midgetgolfconcours en de terrassen zitten vol. Maar hoe ziet het er in de golfplaten Desperados tent uit voor The Black Cult? Verrassend druk om 15.30 uur, en de Groningers trappen 'm vol in. Douwe Doorduin en trawanten grappen wat tussendoor over het NK valsstemmen, maar spelen vooral lekker gejaagde garagerock. Ook die track die ze voor het eerst spelen is geslaagd en na nog een felle afsluiter is de voornaamste vraag toch hoe de **** die gastjes niet op die Nederlandse Burger mixtape staan?! TBC is toch heel wat meer Burger en garage dan een Sofie Winterson of Alamo Race Track.

Voor All We Are is de evenementenhal... eh Action Factory bepaald niet volgelopen. Het een-na-grootste podium zit tussen een bowlingbaan en een automatenhal in, heeft een cocktailbar, terras en een heuse receptie met bel en receptioniste als troeven. Het is bovenal best wel een toffe zaal, zo eentje waar menig middelgrote stad z'n middelgrote grijze betonbak voor in zou moeten willen ruilen. Minder sfeer zit er in All We Are. het internationale gezelschap biedt zeer licht verteer- en dansbare electropop met zwoele zang van bassiste en drummer. Vrij-weinig-aan-de-hand-muziek, maar prima geprogrammeerd op dit vroege tijdstip.

Ook gezellige boel in de Willem Ruis (uit de kluiten gewassen main stage) bij Saint Motel, dat Giel Beelen als frontman lijkt te hebben gestrikt. Het vijftal heeft ook een saxofoon mee en die domineert al snel. Warme licht elektronische popmuziek uit Californië die in de song Benny Goodman zo van SOHN naar kabbelende eighties synthpop gaat. Puzzle Pieces begint als Mambo Nr 5 en gaat al snel over in Britse pop van Kaiser Chiefs-snit en dan met die crooner falsetto erbij van A/J Jackson. Het wordt alsmaar gezelliger hoempapartijenmuziek in die halfvolle tent waar iedereen meedanst en -neuriet. Dat is ook de kracht van Saint Motel: retrodancepop met een grootse feel opdienen die iedereen herkent of anders wel bekoort. Daar kan niemand een buil aan vallen, of het moet van de verveling zijn.

Terwijl terrasklanten de laatste zon vangen, snellen we naar The Black Tambourines, die wel wat weg hebben van de jonge Black Lips. Maar dan met meer beatkoortjes. De groep uit Cornwall is jong en lekker los, die linkshandige gitarist heeft zijn gitaar bijna op z'n knieën hangen. Maar ze houden het bij elkaar en het rammelt, rockt en beat als een malle. De opwinding is vooral on stage te bespeuren, want de volle Desperados staat erbij en kijkt ernaar alsof ze nog een cannabisontbijtje verteren. Dat misstaat niet, want zo zingen de Engelse jongens zelf ook. Spelen gaat een stuk lekkerder en tegen het einde is de garage zo op smaak, dat de dj na afloop meteen Black Lips op de tafel slingert.

Door met de blaasfemie van Gallowstreet (Brass Band), die gisteren blijkbaar de halve zaal mochten verwelkomen bij hun bungalowparty. De jonge Amsterdammers (inclusief leden Jungle By Night) hebben alleen al tien blazers op het podium en brassen en funken hard. Dat doet het prima zo net voor het eten en we moeten het ze nageven: dikke paaaarty in de Action Factory. Dit kun je overal neerzetten en wordt na JBN weer een inkoppertje voor de festivals vermoedelijk. Met 'klassieker' Blue Monday' wordt het echt Caribisch heet. Überdikke solo op de schuiftrombone ook.

De kinderboerderij trekt steeds meer bekijks en dat is te begrijpen nu de eerste ezel zich ook weer laat zien. En het verhaal dat mensen eerst in hun huisjes stevig indrinken (de Scandinavische methode zeg maar) komt steeds geloofwaardiger over nu meerdere personen zich voor vijven al strompelend voortbewegen. Heel hard je best doen om recht te lopen om dan plots van het pad af te wijken om daar over een levensgrote steen te struikelen is of heel knap acteerwerk of... We krijgen nog een stuk Ex Hex mee, het girltrio dat in 2014 met Beast een fijn powerpop/poppunk-plaatje afleverde. Puike punky chickrock zeg. Kittige crowdsurf ook: de band heeft een oogje laten vallen op een Bungalupper in tijgerpak, die een nummer op het podium mag staan en dan mag laten zien dat tijgers kunnen surfen. Helaas valt het geluid rechts en dan weer links telkens weg. Toonvast zingen is ook geen wapen, maar die performance vergoedt veel.

Soul Power dan! Curtis Harding houdt ook van een fijn potje brass, maar soul en gospel staan hoger op het menu. Opener Soul Power is een sluimerende vulkaan en Next time heeft nog iets meer vaart. Maar het blijft slepende, donkere softporno en de Amerikaan zit ook niet helemaal lekker in zijn vel. Hij klaagt al sinds het eerste nummer over feedback op het podium en na twintig minuten is het euvel nog altijd niet verholpen. Niettemin herpakt de band zich. En vanachter die donkere zonnebril snapt Harding ook dat er een tandje bij moet. We zagen hem al op Le Guess Who? en namen zijn show in Paradiso op, maar vandaag krijgt het publiek zoveel meer nu die pianist en vooral die fantastische blazers erbij zijn.

Vervolgens krijgen we heerlijke uitvoeringen van Heaven's On the Other Side (met een funky Nile Rodgers-lick), Aint No Sunshine When She's Gone (Bill Withers) met beste gitaarsolo en uiteraard: "Wanna see you move. Caus it's all about shining and making people feel good." Keep On Shining doet het allebei, inclusief 'take it to the bridge' momentjes. Dan moet het beste nog komen; twee nummers van 'een project met de gitarist' (Atlanta garagesoulband Night Sun met ook Black Lips' Cole Alexander). Die pakt daarvoor nu juist de basgitaar, waardoor de bassist zich helemaal kan uitleven op gitaar en - jezus! - dat had hij wel eerder mogen doen. Wat een belofte laat Curtis Harding hier met deze band zien. Hij klinkt - ondanks de garagesoul-achtergrond - steeds meer als een traditionele soulman, maar is eigenlijk een relatief jonge soulartiest die pas één langspeler uit heeft.

Death From Above 1979 ramt er meteen in met opener Turn It Out van het debuut uit 2004. Wat een furie! Mocht je na die poppier single en recent album denken dat ze tammer geworden zijn na zes jaar rust; vergeet het maar. Ook Romantic Rights is nog net zo in yer face als op Metropolis 2005. DFA oogt als zZz maar dan met de bebaarde beer achter gitaar/bas/toetsen. De Canadezen hanteren soms dezelfde instrumentatie als Royal Blood, maar dan zoveel scherper, noisier en intenser. Terwijl het tempo net zo maniakaal hoog blijft. In een gesproken intro horen we nog eens de inspiratie (een treinramp met gifwolk) voor de bandnaam en single Trainwreck 1979. Na vier nummers ontstaat er een pitje. Dit is muziek om met mensen en bier te smijten en dat gebeurt nog te weinig. Vergeleken met het Melkweg-optreden (kijk hier terug!) spelen ze op deze laatste show van de tour minder oud materiaal, maar dat mag geen excuus zijn: DFA79 is nog altijd hard, maar op WTWTA is de halfvolle Willem Ruis tent echt een maatje te groot voor ze.

Met Meatbodies breekt het Subbacultcha! presents blok aan. De band opent met zware, logge garagerock. Chad Ubovich verdiende sporen als gitarist voor Mikal Cronin en bassist in Fuzz, maar leverde zelf doodleuk de beste garageplaat van de laatste jaren. Dat lees je goed ja: het zelfgetitelde debuutalbum van Meatbodies is bijzonder heavy en blinkt ook uit qua songs. Ubovich heeft toch wel wat opgepikt van Segall en Cronin en dat hoor je. Met zijn lange vlassige haar, bovenlijf van een worstelaar en duivelse blik in de ogen is hij de onbetwiste leider van dit zonderlinge kwartet, dat vanaf de eerste minuut de Desperados in vlam zet. Althans, die jongens van The Black Cult jagen meteen een pit aan, die de volle 40 minuten aanhoudt, en waar Ubovich zelf ook even wild gitarend op inbeukt. Zware, catchy nummers als Mountain en Tremmors die je wel mee moet brullen wisselen af met felle korte stoten in het middenrif als Him en Disorder. En dan temporiseren met de bijna Beatlesque single Wahoo. Samengevat zorgt Meatbodies na dé garageplaat ook voor dé garageshow van de dag.

Een dag waarop je de Desperados eigenlijk niet uit hoeft. Qua programma dan, qua geluid is er nog veel te winnen. De golfplaten tent laat wel kou in, maar geen warmte of geluid uit. Alsof je in een blikje staat te spelen, vertelt David Fagan van Rats On Rafts. Dapper, al die mensen zonder oordoppen. Deafwish zeg maar. We moesten de tent natuurlijk wel uit, anders hadden we die topshow van Curtis Harding gemist en ook headliner Fink.

Het verhaal moge bekend zijn: dj/producer Fin Greenall ging als songwriter aan de slag en oogst al zes albums lang steeds meer succes. Toch knap hoe de verstilde Fink met gemak het grootste publiek van de dag trekt, met muziek die zo lang gezapig blijft en dan langzaam elektronisch opbouwt. Echt muziek om helemaal in op te gaan. Dat gaat als afsluiter in de grootste festivaltent echter een stuk minder dan pakweg als opener van de Lowlands-zondag. En dus loopt de tent leger en verantwoorden aftaaiers zich tegen elkaar: "Het is echt goed hoor, heel goed, maar zoooo fakkin saai." 3voor12 houdt het na 40 minuten ook voor gezien, we hebben Fink immers al vele malen zien overtuigen en belangrijker: we zijn echt aartsnieuwsgierig naar Rats On Rafts en of die Rotterdammers na Eurosonic nog meer nieuwe songs laten horen.

Dat doen ze zeker. Rats On Rafts openen met Sleep Little Child (dat ze al eens voor DWDD speelden) en nog een rustig nummer, waarna het met Powder Monkey (de single die nog bij TopNotch uitkwam) wel los begint te gaan. Terwijl de labelgenoten van Nouveau Velo de pit aantrekken, gaat de post-punk nog een stapje heftiger met het nieuwe Rat Poison Face. Zoals gebruikelijk spelen ze van debuutalbum The Moon Is Big alleen Jazz. En wel in een bijzonder meeslepende drietrapsraket-versie met twee felle, noisy en eveneens langgerekte post-punkers. Dat slot lijkt wel een half uur te duren en is simpelweg het beste en meest intense dat we vandaag zagen. Het wachten is echt tot 2 april, wanneer tweede langspeler Tape Hiss verschijnt en de Rotterdammers weer gaan optreden.

We maken de fout de Desperados kortstondig te verlaten en komen er vervolgens niet meer in voor het stomende slot van zZz, die zo te horen een net zo passende finale bouwen als ze al op Le Guess Who?, Noorderslag en Grasnapolsky deden. Nog zo'n Nederlands album om zeer naar uit te kijken. Goed nieuws: Juggernaut komt op 13 maart al uit.

Resumerend hebben we een hele prettige tweede festivaldag beleefd, waarbij je voor het podium toch maar weinig merkte van het karakter en de vermoede sfeer van een bungalowfestival. Qua podia maakt WTWTA wel een beetje een scheve indruk. Die grote Willem Ruis-tent leek vandaag toch vooral een tandje te groot. Death From Above had het in de Action Factory vermoedelijk ook beter gedaan. En de geluidstechniek is een aandachtspuntje. Maar dan zijn we ook wel uitgezeurd.

Erger is dat nu het besef indaalt dat de voorgenomen bungalow- en afterparty-expeditie wederom jammerlijk faalt. Ondanks het meer dan geweldige aanbod. Shit. Gelukkig hebben we de zondag nog en de verrichtingen van 3voor12 Flevoland.