Best Kept Secret: Royal Blood is oerdegelijk en oerend hard

Brits rockduo doet wat het belooft, en niet veel meer

Tekst: Cecile van Wijnsberge, foto's Ben Houdijk ,

Harde gitaren, daarvan hebben we er op Best Kept Secret 2015 al heel wat gehoord, maar het geluid dat Mike Kerr uit zijn basgitaar weet te toveren blijft indrukwekkend. Samen met drummer Ben Thatcher klinkt Royal Blood alsof er twee keer zo veel man op het podium staat. In het afgelopen jaar zijn ze aardig wat festivals af gegaan, en vandaag hebben ze de pre-headlinerspot te pakken gekregen. Weten ze het waar te maken met een episch rock 'n rollfeest?

HET CONCERT:

Royal Blood, Best Kept Secret Stage One, zondag 21 juni 2015

DE ACT:

Wat is het snel gegaan met hard rockend duo Royal Blood. Van de BBC Sound of 2014 lijst schoten ze in anderhalf jaar via Eurosonic en de India op Lowlands naar vandaag de pre-headlinerpositie op Best Kept Secret. De ronkende basgitaar van Mike Kerr en stadiondrums van Ben Thatcher werden binnen no time een vaste waarde op de festivalweides. Vandaag spelen ze het grootste veld van Best Kept Secret vol, een mooie kroon op het jaar dat volgde na de presentatie van hun debuutalbum op Lowlands 2014. Op dat titelloze album hoorden we opzwepende rocksongs met veel lomp & zomp, flinke scheuten QOTSA, Muse en The White Stripes, en oké, wat weinig variatie of diepgang. Dat is vandaag live nog steeds het geval, maar door de dik aangezette performance van het duo wordt het ook een stukje viezer, en dat is alleen maar goed. De gouden Elvis-bril en het matching glimmende jasje van Kerr geven het geheel een vettig laagje, à la Eagles of Death Metal, en dat vettige laagje geeft wel wat extra glans.

HET NUMMER:

Ja, daar zit het probleem een beetje bij Royal Blood. Die riffs zijn dik, maar de songs zelf zijn niet erg onderscheidend in opbouw en dynamiek. 'Ten Tonne Skeleton' is de meest herkenbare track van het duo, en valt ook vandaag het meest op. Ongeveer midden in de set worden de eerste noten door het hele publiek begroet met vingertjes in de lucht. Een eerste crowdsurfer toont zich, er ontstaat een klein cirkelpitje vooraan in het publiek. En ja, die bas die in topsnelheid van hoog naar laag scheurt, die stampende boem-tss-kat-tss-drums, het is een onmiskenbaar vette track.

HET MOMENT:

Een rockstermomentje voor Kerr: "We've got some more songs to play, but truth is I'm not sure I wanna play them anymore." Och jee. Kerr is duidelijk ontevreden met de inderdaad wat tamme reactie van het grootste deel van het publiek. Het zal vast ook speels bedoeld zijn, maar helemaal een grapje is het niet; er doorklinkt weinig zelfspot in zijn stem, wel een niet mis te verstane fractie dreiging. "I was kinda hoping everyone would be drunk by now!" Oftewel, ik ben niet boos, ik ben teleurgesteld. Vanaf de voorste rijen wordt er gebruld: "wij zijn dronken! Wij gaan uit onze plaat voor je! Tien minuten is wel heel kort!" Echt stoppen zouden ze natuurlijk nooit doen, daarvoor moet je écht punk zijn, zoals Fat White Family of Morrissey. "Okay then, let's fuck!" roept Kerr, en de trein dendert voort.  

OOK OPMERKELIJK:

Het past de heren goed, de rol van grote rockster. Kerr gaat af en toe vooraan het podium staan, en laat zijn arrogante blik over het hele veld gaan, met een kop alsof 'ie kauwgom staat te kauwen. Thatcher kruipt geregeld vanachter zijn drumstel vandaan om het publiek aan te wakkeren, op het laatst springt hij er zelfs in voor een stage dive. Het is niet per se sympathiek of innemend, maar als entertainment werkt het goed. Deze jongens van wie we twee jaar geleden nog nooit hadden gehoord, hebben zich deze personages naadloos aangemeten.  

HET PUBLIEK:

 'Zou er een pit zijn?' vraagt een man van achterin de dertig zich af onderweg naar het midden. Nou en of die er is. De kern is heet en vloeibaar: aan de voorkant gaat al gauw de beuk erin. Moshpits, crowdsurfers, alles, en voornamelijk jonge jongens. Opvallend dus hoe snel het daarbuiten afkoelt. Een aardig brede ring eromheen danst wat, gaat met de handen en hoofden op en neer, maar doet ook niet veel meer. Daarbuiten staat men geregeld zelfs helemaal stil.

HET OORDEEL:

Het is niet de eerste keer op BKS 2015, dat er buiten de toegewijde kern weinig beweging in het publiek komt. Is het festival daarvoor te nuchter? Dat valt wel mee, bij eerdere acts als FIDLAR en Pissed Jeans bleek dat men best bereid is tot een hard rockend feestje. Dat was weliswaar aanwezig bij de kleinere podia, maar als er één act was die het hoofdpodium op z'n kop had moeten zetten, was het Royal Blood wel. Keihard, toegankelijk, met veel attitude gebracht: alle ingrediënten voor een epische rock 'n roll-fuif zijn aanwezig. Dus waarom gebeurde het dan maar mondjesmaat? Het zal waarschijnlijk niet aan Royal Bloods presentatie hebben gelegen. Het is een oerdegelijke band, op het voorspelbare af, en ook vandaag leverden ze weer precies wat ze beloven. Misschien is Royal Blood dan een beetje een mismatch voor een festival dat zo prat gaat op het uitkiezen van fijnproeversfavorieten: te plat, niet interessant genoeg, niet echt een act met een eigen smoel. Toch kunnen de heren vandaag met opgeheven hoofd naar huis. Het publiek ging wellicht niet zo los als verwacht, maar het grootste deel is toch overtuigd: aan het slot van de set gaan de handjes grotendeels op elkaar. Maar episch was het niet.  

DE FOTO: