3voor12 bespreekt Album van de Week (19): George FitzGerald

Brit-in-Berlijn beweegt van clubknallers naar intiem-melancholische elektronica-songs

Timo Pisart ,

"Het lijkt wel alsof de mensen in de dance niet meer om de muziek geven, het gaat ze om het creëren van een succesvol merk. Waar de fuck is de focus op het creëren van goede muziek gebleven?", aldus sprak clubpurist en -weirdo Seth Troxler afgelopen jaar op Amsterdam Dance Event. Hij ageerde tegen de leegte van de commerciële dance-industrie, de eenheidsworst van EDM en de vluchtige euforie van Ibiza. Het debuutalbum van Brit-in-Berlijn George FitzGerald loopt parallel aan die uitspraken: de producer, die we voorheen kenden van behoorlijke bangers, beweegt weg van de dansvloer voor een gelaagd, levendig en intiem debuutalbum met elektronica die het beter doet op de koptelefoon dan in club. Fading Love is 3voor12 Album van de Week.

George FitzGerald, die jongen kennen we uit het verleden vooral van clubbangers als Child en I Can Tell (By The Way You Move). Vanuit de Britse dubstep-scene viel hij rechtstreeks met zijn neus in de UK Garage- en house-revival. Vooral Child definieerde volgens velen het housegeluid van 2012 en plaveide het pad voor het gigantische succes van de Britse house-broertjes Disclosure. De platen van George FitzGerald gingen mee in sets van zo'n beetje iedereen, van Scuba tot Skream en Benga, van Pete Tong tot Disclosure, Shadow Child en Cyril Hahn. Ze weerklonken in de clubs, maar net zo goed op de festivals en zelfs over de stranden van Ibiza.

Aversie tegen EDM
Maar goed, na jaren succes begon FitzGerald zich te ergeren aan de nietszeggendheid van zijn eigen muziek. Zijn liefde voor een gedeelte van de dance-industrie bekoelde, hij ontwikkelde een aversie tegen Ibiza en precies daarop slaat de titel van zijn debuutalbum Fading Love. Inderdaad zul je op het album geen floorfillers meer vinden, het tempo wordt omlaag geschroefd tot onder de 120BPM en de tracks zijn warmer, een stuk melodieuzer en bij vlagen zelfs poppy. Werkte FitzGerald voorheen met voornamelijk software als Ableton en vocale samples, voor Fading Love werkte hij voor het eerst met zangers en schakelde hij volledig over op analoge apparatuur, oude Roland-synthesizers en drumcomputers.

Subtiele emo-house
Het cliché wil dat je dat écht hoort: de producties zijn levendiger, verfijnder en meer gedetailleerd dan zijn eerdere werk. Je hoort hoe de baslijnen af en toe ouderwets oversturen, hoe de analoge delay over zijn nek gaat en hoe warme dekens van synthesizerakkoorden zich over elkaar heen weven. Maar belangrijker: je hoort dat George FitzGerald een fijnzinnig gevoel heeft voor melancholische melodieën die je niet dagelijks op de dansvloer hoort, en die zich rechtstreeks op het hart richten. Het is subtiele emo-house, om stiekem bij te wenen in de club, ongetwijfeld omdat Fading Love óók een breakupplaat is: de lange relatie die George FitzGerald had liep op de klippen terwijl hij werkte aan het album.

Gevoel voor popmelodieën
In radiowaardige tracks als Full Circle, Call It Love en Crystallise toont FitzGerald op eenzelfde manier popsongs met coupletten en refreinen te kunnen schrijven als Disclosure, maar dan met een verdrietige, melancholische toets. Op tracks als Knife To The Heart, Beginning At The End en Shards duikt hij verder de diepte in met bijna filmische motieven en opbouw.

Nee, die tracks zullen niet snel meer hun weg vinden naar de vluchtig euforische dansvloeren van Ibiza. Maar het siert FitzGerald dat hij, wars van zijn eerdere clubsucces, een plaat wilde maken die eens wél wat te zeggen had, tenminste voor hemzelf. En daarin slaagt hij met verve, Fading Love bevat alle ingrediënten voor een uitstekende, gelaagde en emotionele koptelefoonplaat.