Song van het Jaar: Milky Chance, nieuw gouden ei uit de Duitse kip

dj Arnold Scheepmaker vond het geluid van onze zomer

Tim van der Steen ,

In de aanloop naar de Song van het Jaar verkiezing 2014 blikken we terug op opvallend hitsucces onder de genomineerden. Vandaag Stolen Dance van Milky Chance, waarmee de Duitsers drommen dames in beweging kregen op de zomerfestivals. Wie zijn het eigenlijk, waarom werd het een hit en hoe kwam Stolen Dance in onze hitparades terecht?

Het geluid van de zomer wordt al een paar jaar gedomineerd door Duitse hitjes. Dit begon met One Day, de Wankelmut remix van Asaf Avidan’s Reckoning Song. Dit jaar zette dat door met Stolen Dance van Milky Chance. Hiermee werd de weg vrij gemaakt voor bijvoorbeeld Alle Farben (She Moves) en Robin Schultz die met zowel Mr. Probz (Waves) en Lily Wood & The Prick (Prayer in C) de nodige airplay kreeg. Allemaal nummers met datzelfde zonnige karakter, allemaal uit Duitsland.

Anders dan Wankelmut of Alle Farben is Milky Chance een live-act. Clemens Rehbein speelt gitaar en zingt, terwijl dj Phillip Dausch het elektronische deel voor zijn rekening neemt en op een trommeltje slaat. De heren komen uit Kassel en kennen elkaar van een bandje op de middelbare school (Flow Tones). Na het afstuderen in 2012 viel dit bandje uiteen, maar bleven de twee muziek maken onder de naam Milky Chance, een naam Rehbein op zijn veertiende al verzonnen had en die verder niets betekent. Rehbein schrijft al liedjes sinds zijn 13e en bedacht zo’n vier jaar geleden de melodie van Stolen Dance. Anderhalf jaar later schreef hij het refrein waarna het weer even op de plank bleef liggen. Later vond hij het terug op zijn computer en besloot het liedje af te maken. In april 2013 zetten zij het op Youtube. Inmiddels passeerde Stolen Dance 90 miljoen views.
 

De combinatie van minimale elektronica, folk en de rauwe stem van Rehbein sloeg aan in Duitsland. Arnold Scheepmaker heeft wel een idee waarom. De dj is de man achter de Kill All Hipsters en Noodlanding feesten en degene die Stolen Dance aan Nederlandse oren introduceerde.

“Ik hoorde Stolen Dance voor het eerst op mijn Kill All Hipsters avond in Berlijn”, zegt Scheepmaker “Het werd aangevraagd en ik kende het nog niet. Als mensen zoiets vragen schrijf ik het altijd op, als ik denk dat het tof is ga ik er iets mee doen. Milky Chance zit in het verlengde van Wankelmut en het commerciëlere Alle Farben. Die sound die aan de ene kant pseudoalternatief singer-songwriter publiek aanspreekt, en aan de andere kant ook de deephousegeneratie door die kabbelritmes. Het heeft een fijnzacht gevoel met euforie en een lichte melancholie, een feelgood gevoel in slechte tijden.”

Het werkte, dus nam hij de track mee naar Nederland. “Ik draaide hem in juni 2013 voor het eerst. Ik vond het gewoon een leuk liedje en hij is zo makkelijk te draaien. Mensen reageerden direct goed, ze kwamen op me af om te vragen wat het was. Dan merk je dat er potentie in zo’n liedje zit. Ik dacht nog dat ik een geheimpje had, maar hij werd al snel opgepikt door andere dj’s. Dan hoor je hem ineens op Pinkpop voor 12.000 man.” 

In januari stond Milky Chance op Eurosonic en kwam hun album Sadnecessary uit. Een maand later huppelde Stolen Dance de Nederlandse hitparade in en bleef daar de hele zomer hangen tot halverwege september. “Dit soort nummers is een stukje verbroedering tussen twee doelgroepen. Het heeft genoeg songstructuur om voor het indierock publiek herkenbaar te zijn en is monotoon genoeg met een flow om het danspubliek aan te spreken”, zegt Scheepmaker. “Ik merk nu in Berlijn dat het publiek er daar wel een beetje klaar mee is. Dat is ook logisch omdat zij het sneller oppikten. Zij kijken er nu naar zoals wij naar Tiësto of Armin van Buuren kijken. Ons grootste exportproduct, maar wij hebben het wel een beetje gehad. Toch past die sound wel bij onze gezellige Nederlandse vibe, en ik denk dat het hier nog wel even blijft hangen.”

“Ik denk dat het net zo gaat als bij Placebo, dat in Nederland veel langer hot blijft, terwijl in Engeland iedereen het wel uitschijt. Het had in het begin wel een vernieuwend geluid, dat dromerige. Ik vind het ook wel een fijne ontwikkeling, want het zijn platen die voor iedereen werken. Laat die volgende zomerhit maar komen.”