Damien Jurado: "Leef ik nu, of ben ik juist dood?"

Amerikaanse zanger over auto-ongelukken en spirituele wedergeboorte

Atze de Vrieze ,

Met zijn tiende album Maraqopa stond Damien Jurado ineens vol in de spotlights. Nu is er een opvolger, getiteld Brothers And Sisters Of The Eternal Son. Jurado vertelt als een waar missionaris over God, over individuele vrijheid en over zijn onhandige gewoonte om in auto-ongelukken te belanden.

'De laatste keer dat ik in een auto-ongeluk belandde was op de snelweg. Ik rijd honderd kilometer per uur op een regenachtige dag, en opeens trapt de bestuurder voor me vol op de rem. Ik raak hem, beland op de andere weghelft en word daar opnieuw geraakt. Mijn auto begint te spinnen, terwijl links en recht van me auto's elkaar raken. Mijn auto had de zwaarste klappen gekregen, maar ik en mijn zoon van elf kwamen er allebei zonder kleerscheuren vanaf. Dat was mijn eerste gedachte: is mijn zoon oké? Ik heb de laatste jaren vaak ongelukken gehad, en nooit was het mijn schuld. Ik zweer het je, ik ben een uitstekende bestuurder.'

In Brothers And Sisters Of The Eternal Son, het nieuwe album van Damien Jurado, staat een auto-ongeluk centraal. Het vindt plaats aan Jericho Road, een symbolische plek natuurlijk. Volgens Jurado was Jericho de stad waarin de farizeeër Saulus zijn eerste ontmoeting had met Jezus, waarna hij zich bekeerde en verder door het leven ging als Paulus. Dat zijn bijbelse geschiedenis hem in de steek laat (de stad in kwestie was het Syrische Damascus), vergeven we hem maar, het idee is duidelijk. Het draait om wedergeboorte, om spirituele bevrijding. 'Ergens in Jericho Road zing ik: "Document my resurrection." Let op, ik verander. Ik ben een ander mens. Stel je dat auto-ongeluk nog eens voor. Je auto is volledig in de prak gereden, overal ligt glas, en jij bent er uit geslingerd. Maar het wonderlijke is: je wordt wakker en hebt niets, nog geen schrammetje. Op dat moment weet je het niet meer: leef ik nu, of ben ik juist dood?'

En zo treffen we in Brothers And Sisters Of The Eternal Son (nog maar eens voluit, omdat juist het laatste stuk van die titel zo belangrijk is) een verdwaasde hoofdpersoon aan. We kennen hem van het tiende album Maraqopa, dat ineens uitgegroeide tot zijn meest succesvolle tot nu toe. 'Tot mijn eigen verrassing', zegt Jurado, die halverwege de jaren negentig al debuteerde in het door grunge gedomineerde Seattle. Hij zelf was singer-songwriter, al heeft Jurado nogal een hekel aan die term. 'Singer-songwriter? Wat is dat? Ik ben net zo veel singer-songwriter als Metallica. Ik schrijf liedjes en ik zing ze. Maar ik heb juist een genreloze plaat willen maken, muziek die in geen enkel hokje te plaatsen is. Ik ben net zo goed geïnspireerd door dubreggae of gospel. Op mijn vorige albums wilde ik dat ook, maar ik hield veel te veel vast aan mijn roots.'

Niet vreemd dus dat Brothers And Sisters Of The Eternal Son nog vrijer klinkt dan zijn voorganger, waarop hij ook al stoeide met Latijns-Amerikaanse invloeden en zelfs met 50's easy listening. Hij zet dit keer alle studio-effecten in om een buitenaards klinkende plaat te maken, zonder te vervallen in onluisterbaar experiment. In tegendeel, het is een statige plaat met klasse, waarin psychedelische effecten op bas en gitaar hand in hand gaan met sierlijke strijkers en bellen. 'Ik doe nu nog meer interviews dan de vorige keer', zegt Jurado, die een uitgebreide pre-release tour door Europa doet. 'De pers vindt het kennelijk mooi wat ik maak. Dat is goed, want de pers is altijd kritischer dan mijn fans. Zij zullen er dan zeker van houden. En dat terwijl ik eerst baalde. Ik herinner me nog dat ik op de veranda van mijn huis zat en mijn huisgenoot Jesse me vroeg: je gaat volgende week de studio in met Richard (Swift, red.), heb je zin? Ik antwoordde: om eerlijk te zijn niet. Ik weet niet wat het is. De liedjes? Jesse zei: waarom maak je het verhaal niet af? Dat was het, dat moest ik doen. Ik ging naar binnen en schreef Return To Maraqopa. Letterlijk de terugkeer.'

Maraqopa eindigde open, met een soort verdwijning. Jurado claimt dat hij het verhaal - een soort roadtrip die symbool staat voor persoonlijke bevrijding - aan een droom te danken heeft. Dat wil zeggen: een droom als een trailer van twee minuten, waar Jurado zelf een volledige film van gemaakt heeft. Hij claimt ook dat die droom nog niet af was. Want na het net genoemde auto-ongeluk keert hoofdpersoon Timothy levend en wel terug naar het stadje Maraqopa, waar hij een UFO aantreft. Metallic Cloud, noemt Jurado het zelf. In een paar uur tijd is alles ineens anders, en we treffen ineens allemaal mensen aan in zilveren gewaden. Ze heten Silver Donna, Silver Malcolm, Silver Catherine en Silver Joy, die allemaal een bepaalde rol aannemen ten opzichte van de hoofdpersoon.

Ho, wacht. Waar gaat dit ineens heen? UFO's? Zilveren gewaden? Een buitenaards rollenspel? 'Science fiction en het christelijk geloof sluiten elkaar niet uit', betoogt Jurado. Want inderdaad, die 'eternal son' is natuurlijk de Zoon Gods. 'Denk aan een schrijver als CS Lewis, een man met een christelijke achtergrond die geweldige science fiction-boeken schreef. Mijn favoriete boek van hem heet Screwtape letters, een verhaal waarin een man met de bus naar de hel reist. Hij heeft ook een mooi "space age"-boek gemaakt, waarvan de titel me even ontgaan is. Lewis noemde zichzelf schrijver, geen christelijke schrijver.'

Jurado klinkt desalniettemin als een overtuigd zendeling, maar wel een van het particuliere en vrijzinnige soort. Jazeker, zo betoogt hij, het geloof is zeer belangrijk voor hem, maar de kerk niet. En hij heeft al helemaal niets met instanties die hun volgelingen regels proberen op te leggen. 'God heeft mij niet op de wereld gezet om hetzelfde te zijn als alle andere mensen. Kunst moet juist proberen anders te zijn, je moet contrasten scheppen. Ik ben enorm veranderd als mens. Een paar jaar geleden was ik teleurgesteld in het leven, ik was boos en onzeker. Dat is nu weg.' Het is 'work in progress', zegt Jurado, die zichzelf bij zijn vorige album ook al bevrijd voelde. 'Ik ben nu veel verder.'

Alle kritische vragen over het christendom weerlegt hij met parafraseringen van de bijbel, of met wedervragen. Wat vindt jouw God van het samenzijn van twee mannen? 'Dat weet ik niet. Dat zegt de bijbel niet. En zelfs als God het af zou keuren, zou het niet mijn taak zijn het ze te vertellen. Jezus hing in zijn tijd rond met prostituees of - nog erger - met de belastinginners van het Romeinse rijk. Zei hij ze: jullie leven is niet goed? Of hield hij van ze? Hij hield van ze. Het enige dat je te doen staat, is je leven met God leiden. Liefhebben is het grootste gebod.' En dan komen we bij de kern van zijn geloof EN zijn muzikantschap, een soort kosmische definitie, die de kalmte verklaart die om hem heen hangt: het verdwijnen van zijn ego. 'Mijn liedjes zijn niet meer van mij. Ze behoren toe aan Heer en aan mijn familie. Ik ben niet meer dan het kopje waar de koffie in geschonken kan worden.'