ITGWO14 blog: De zondag

Met Sinkane, stargaze, Lonnie Holley, Vancouver Sleep Clinic, Brushy One-String

Timo Pisart, Ingmar Griffioen, Tim van der Steen ,

Ook op Into The Great Wide Open spelen zoveel interessante acts dat het voor de 3voor12-redactie ondoenlijk is om iedereen een eigen artikel te geven. Maar we willen natuurlijk wel zoveel mogelijk acts behandelen en daarvoor hebben we dit ITGWO14-blog, waarin we je dagelijks voorstellen aan the best of the rest. Dit blog wordt in de loop van de dag aangevuld.

The Mysterons zijn half baby, half inktvis

“Het volgende liedje gaat over een baby die half mens is en half inktvis.” Zo gemixt klinkt de band zelf ook. Drie van de vijf leden spelen ook in Jungle By Night. The Mysterons zijn duidelijk fan van de sixties/seventies en lijken nog te zoeken naar hun sound. Soms is het funk, later rock en vrijwel alles psychedelisch. Allemaal lekker, maar in één nummer samengevoegd nog een beetje onbestemd. De zangeres klinkt spannend. Soms dromerig als Julia Stone, andere momenten dreigend of spacend door de effecten die zij gebruikt. De demo ‘Echoes’ is veruit het beste nummer dat zij spelen. Denk Deep Purple met Pink Floyd, een fijn orgeltje ook. Die Hammond leidt netjes de tempowisselingen in, iets dat in sommige andere nummers miste. The Mysterons zijn prima vermaak op de Platte Kar, en als de nummers wat meer vorm krijgen kan het best interessant worden in de toekomst. (Tim van der Steen) 

Sinkane heeft de perfecte, lome zondagmiddagvibe
Sinkane begint erg loom en dubby. Wel lekker zo op die zonnige zondagmiddag en vooral: aan het einde van vier festivaldagen. Sinkane is geboren als Engelsman Ahmed Gallab, bekend van samenwerkingen met Caribou en Yeasayer en recent nog het William Onyeabor-tribute op Lowlands. Deze week verscheen Mean Love, zijn tweede album op DFA Records, dat wat lichtvoetiger funkt, reaggaet, groovet dan voorloper Mars en meer R&B en Afropop biedt. Gallab schuwt hier het wahwah-pedaal niet en zingt vooral met hoge stem. Hij heeft een goede funky reggaeband met nieuwe gitarist bij zich. Het kwartet hangt heel lekker in de reggae-groove, ritmisch nadrukkelijk aan Exodus (Bob Marley) refererend.

Heel sympathiek hoe Gallab vertelt dat de nieuwe plaat daar verkrijgbaar is, maar dat je die niet hoeft te kopen... "Time to party now", stelt hij en inderdaad, daar vraagt How We Be wel om, een song met een gek toetsenloopje, steeldrums (uit het keyboard) en weer die sublieme, dwingende groove. Minpunt: de band, Ahmed incluis, straalt niet heel veel uit. Maar de muziek spreekt. En Gallab ook: croonend in het rootsy titelnummer Mean Love: "You know I love you but you're mean to me..." en de pedalsteel jankt lekker met hem mee. Jammer dat Sinkane niet wat meer schuurt, en zijn kraut- en free-jazz wortels aanspreekt, maar de band legt hier wel de perfecte, lome zondagvibe neer. "You guys have some of the most beautiful women in the world", merkt Gallab terecht op. "You're so lucky. They're even distracting me from my own fucking music." Ahmed kan straks z'n lol op in De Bolder, zoveel is duidelijk.  (Ingmar Griffioen)

Brushy heeft maar één snaar nodig voor het Bospodium

Brushy One-String is een geval apart. De man komt naar Into The Great Wide Open met alleen zijn soulvolle stem en een gitaar met één snaar. Dat is genoeg! De bluesmelodietjes op de gitaar worden wel wat repetitief, het is zijn geleefde stem die het draagt. Het is bomvol rond de kuil voor het podium, de mensen zitten tot over de buitenste hekken. Na een klein kwartier lijkt het publiek de gimmick wel te kennen dus zet Brushy een troef in: “You guys know Bob Marley?”

Natuurlijk, Brushy komt uit dezelfde regio als Marley. 'Get Up, Stand Up', en het publiek staat. 'No Woman, No Cry' komt er direct achteraan, en met een Q&A (WOJOOO!) is iedereen direct bij de les. Wakker genoeg om nog twee nummertjes eigen materiaal te verteren. Het vrolijke 'Chicken In The Corn' kan rekenen op een klein dansfeestje voor het podium waarna om een toegift wordt gevraagd. 'Walking Dreamer', een liedje over zijn slaapwandelende moeder, gaat nog maar een 'One String Play' blijkt net te veel. Brushy is een leuke act, maar op enkel eigen materiaal is één snaar net te weinig. (Tim van der Steen) 

Vancouver Sleep Clinic is de Australische James Blake én Justin Vernon ineen
Vancouver Sleep Clinic oogt heel erg jong en spil Tim Bettinson, met sproeten, grungy kapsel en petje, blijkt inderdaad pas 17. Toch is hij al goochem genoeg om technische problemen op te vangen met een praatje. Zo leren we dat de band van down under stamt. Dit is de laatste stop op hun Europese tour en morgen vliegen ze in twintig uur terug. "Not looking forward to that... But hey: this is the most beautiful festival ever!" Tijdens de eerste folky songs hoor je duidelijk de grote inspiratie van Bon Iver's For Emma, Forever Ago. Ook qua klankkleur en stem, die Bettinson moeiteloos de hoogte in laat schieten.

In de derde song gaat VSC naar uptempo synthpop en dan - als de elektronica aanzwelt - richting James Blake of SOHN. Bettinson dankt de volgelopen bospan voor de stilte. Dat zijn ze niet gewend op een festival. "Normally people just yell and throw things at us. This is crazy." Uitschieters in de set zijn Collapse, het nieuwe It Kills Me I Love You, plus het ijzige Hold On We're Going Home (cover van Drake, erg SOHN in deze versie). Als het met veel technische sores al zo klinkt, zit er zeker nog rek in. Een beetje meer eigen smoel moeten ze nog krijgen, maar dat pikken ze onderweg nog wel op. (Ingmar Griffioen)

Lonnie Holley is de vreemdste vogel van Vlieland
"I'm so happy to be here", bekent Lonnie Holley. "From shoreline to shoreline, trying to get over the mountains... Mother earth has been so good for us, so i say: mother..." Het verhaal (gedicht?) van de 64-jarige kunstenaar gaat wat verloren, maar de boodschap is - zeker hier op deze kwetsbare boslocatie - zonneklaar: wij als mensen mogen maar wat blij en voorzichtig zijn met wat moeder aarde ons geschonken heeft. Amen. Holley is een wat zonderling ogende Amerikaanse artiest, verstopt onder een vissershoed waar we onder meer een zeeschelp, slakkenhuis, vergrootglas, US vlag en kruis in Jamaicaanse kleuren op ontwaren. Tel daar die halve laarzen, en bonte collectie armbanden en ringen bij op en Holley zou zo als Vlielandse strandjutter door het leven kunnen.

Zijn geluidssculpturen zijn niet zo bizar, maar wel erg abstract. De man uit Birmingham, Alabama hamert wat op de toetsen, declameert teksten met rauwe, bluesy strot en die gitarist probeert hem te volgen. Wij ook trouwens. Soms intrigerend en betoverend, maar het valt wel op dat er erg weinig mensen op afgekomen zijn. We eindigen met het tweestemmige "I'm On A Timeline" en resumeren: Een bijzondere, bonte vogel op een bijzonder en bont festival. (Ingmar Griffioen)

stargaze: bruggen bouwen als eclectisch ontbijtje
De slaap is nog amper uit de ogen, wanneer het modern-klassieke ensemble stargaze (kleine letter s!) aantreedt op het Bospodium. Eerder werkte de in Berlijn gebaseerde groep rondom dirigent André de Ridder al samen met Villagers, My Brightest Diamond, Bill Frisell, Nils Frahm en Pantha du Prince, en vandaag spelen de jonge muzikanten een bijzonder eclectische selectie van composities die de link leggen tussen modern-klassiek en hedendaagse indiefolk.

Ze beginnen met Run, Rabbit, Run van Sufjan Stevens: een strijkkwartetinterpretatie van het experimentele elektronica-album Enjoy Your Rabbit uit 2001 dat in niets lijkt op de rijk georkestreerde indiefolk waar Stevens bekend mee werd. Het loopt over van dissonante strijkpartijen en ligt 's ochtends om 11 uur nog zwaarder op de maag dan een friet kapsalon als ontbijt. Veel prettiger smaakt Kristana van Nils Frahm met melodische, filmische toetsenpartijen die bijna minimal aandoen. stargaze sluit af met een rits espresso-ADD-kamermuziekvariaties van Deerhoof en - speciaal voor festivaloprichter Ferry Roseboom - een bewerking van postpunkband The Sound. Het zingen hadden ze achterwege mogen laten, maar verder brengt stargaze precies de juiste mix tussen behapbare brokjes en meer uitdagende passages die in eerste instantie wat moeilijk in het gehoor liggen. Veel festivals gaan prat op de bruggen die ze zouden willen bouwen tussen klassiek en 'indiepop', stargaze kan dat dus als geen ander. En dat voor een bos dat vrijwel helemaal vol zit met aandachtig luisterend en wegdromend publiek. Missie geslaagd. (Timo Pisart)