Vampire Weekend: "De Forever 27 Club had mij vast niet toegelaten"

Ezra Koenig over de crisis, ouder worden en vergaand idealisme

Atze de Vrieze ,

Vier vers-afgestuurde jongens uit de New Yorkse upper-middle class waren ze bij hun doorbraak in 2008. Vampire Weekend, een band met een open blik en een verdomd goed gevoel voor pakkende popliedjes. Nu zijn ze terug met hun derde album Modern Vampires Of The City. Frontman Ezra Koenig: "Het is ons meest rare en tegelijk ons meest conservatieve album ooit. We eren de gouden regels van het songschrijversschap meer dan ooit, maar we willen natuurlijk niet dat die liedjes vervolgens ook traditioneel KLINKEN."

Jullie hebben je albumtitel afgeleid uit een bekend reggaeliedje van Junior Reid, One Blood. Hij gebruikt vampiers als een beeld voor racistisch geweld. Hoe kwam je daar terecht?
"Ik was eigenlijk altijd al geïnteresseerd in de beelden die horen bij reggae en rastifari. Concepten als Babylon en Zion, die raken aan dingen je kent uit de joods-christelijke traditie. Het beeld van de vampier is onderbelicht, maar het komt veel voor, ook bij bijvoorbeeld Peter Tosh, Bob Marley en Lee Perry. We vinden het leuk om na te denken over nieuwe betekenissen van het begrip vampier. Mensen lijken nu eindelijk een beetje aan onze gekke naam gewend. Ik herinner me dat we ooit eens bij een venue aan poster aantroffen met een vampier die het gras stond te maaien op zijn vrije dag. Ok, dachten we toen. Wat betekent dat, een vampier?"

(TIP: LEES OOK DE SPECIALE VAMPIEREN IN DE REGGAE SPECIAL, GEINSPIREERD OP VAMPIRES OF THE MODERN CITY)

De Arctic Monkeys gebruikten het beeld ook op hun eerste plaat, zij doelden op schimmige figuren in het nachtleven. Hoeren, knokjongens. Wie zijn jullie vampiers van de moderne stad?
"Ik denk dan aan bankiers, aan advocaten, aan de overheid, dat vind ik een krachtig beeld. Maar eigenlijk heeft iedereen de neiging om een bloedzuiger te zijn."

Waar zit die drang bij jou?
"Misschien in mijn streven naar comfort. Dat geldt voor veel mensen. Je kunt nog zo kritisch zijn op de maatschappij of op het systeem, maar niet veel mensen zijn bereid de privileges op te geven die ze aan datzelfde systeem te danken hebben. Ik ontmoette een tijdje terug mensen die dag wel deden. Ze woonden in een woonden in een soort community center meets kraakpand in Saint Louis, en ze zorgden ervoor dat ze nooit meer dan 10.000 dollar per jaar verdienden, omdat ze geen inkomstenbelasting wilden betalen. Ik ken veel mensen met dezelfde denkbeelden, die absoluut niet zo ver gaan. Dat imponeerde me wel. Aan de andere kant: moet je een college professor die hecht aan zijn salaris en die graag in restaurants eet veroordelen? Zo ver wil ik zeker niet aan, maar het zorgt er wel voor dat je nadenkt over wat het betekent ergens voor te staan."

Je noemde als eerste de bankiers. Het is wonderlijk, de Irak-oorlog liet de meeste kunstenaars koud, maar de crisis sluipt stilaan de popmuziek binnen.
"De pessimistische analyse daarvan is dat mensen de crisis persoonlijker nemen. Het is heel erg als mensen ver weg zonder reden vermoord worden, maar het is heel wat anders als we hoogstpersoonlijk de fijne economie uit genaaid worden waarvan we vinden dat we hem verdienen. Niet echt een positieve gedachte over de menselijke geest maar ik denk wel dat je gelijk hebt."

Er zijn muzikanten die liever niet in New York wonen omdat het daar zo duur is. Als je geen geld heb in zo'n stad vreet ie je met huid en haar op, toch?
"Zonder geld is het niet makkelijk, nee. Maar ik heb ook in New York geleefd met schulden. Op de een of andere manier heeft de nervositeit over geld die de stad oproept wel altijd een rol gespeeld in mijn creatieve proces. Toen ik voor het eerst naar college ging, ontmoette ik ineens mensen met een andere achtergrond. Ik ontmoette rijke mensen, ik was voor het eerst in prachtige appartementen. Ineens ga je nadenken over dingen waar je niet eerder over nadacht. Ben je jaloers? Ben je hebberig?"

En?
"Ja, een beetje. Toen ik afstudeerde zag ik ineens allemaal mensen om me heen die banen kregen bij investeringsbanken. Ik wist amper wat dat waren. Het voelde alsof ik vier jaar lang had liggen dutten. Zij kregen al bonussen bij het tekenen van hun contract, ik had niet eens een baan. Ik studeerde Engels. Ik moet eerlijk zijn: die dingen trekken me best aan."

Hoe gaat het nu met ze?
"Dat was natuurlijk het grappige: de meeste gingen aan de slag bij Lehmann Brothers, de eerste bank die omviel. Iedereen heeft inmiddels weer een nieuwe baan, maar het bankwezen leek toch niet de gouden kans die het in eerste instantie leek. Het ligt veel complexer."

Ik sprak laatst met soulzanger Charles Bradley over de crisis. Hij vertelde dat zijn zus op straat was komen te staan omdat ze haar baan verloren was. Zelfde stad, zelfde crisis, heel ander perspectief.
"Nogal ja, al loopt het ook vaak door elkaar. Mensen hebben in New York altijd op elkaar gepropt geleefd. Vaak wordt gedacht in hokjes. Laag opgeleide mensen zijn arm, hoog opgeleide rijk, maar er zijn zoveel tegenstellingen. Mensen veranderen, wijken veranderen. Mijn vader en mijn opa zijn allebei opgegroeid in de 'housing projects' in The Bronx. Daar stellen mensen zich al snel een bepaald beeld bij voor: duister, veel criminaliteit. In de jaren vijftig was dat niet zo, en in veel gevallen nu nog steeds niet. Mensen die in een door de overheid gesubsidieerd appartementencomplex moeten wonen en die geen geld hebben, kunnen toch beschikken over een collectie klassieke platen, of een wand vol boeken. De manier waarop je als kunstenaar met klasse en identiteit omgaat, vind ik interessant."

Jullie putten inspiratie uit allerlei lagen en contexten. Zo laat je een syrup crunk hiphopstem overgaan in en kinderkoor, twee dingen die helemaal niet bij elkaar passen.
"Klopt, maar het klinkt wel geweldig. We maken veel combinaties in onze muziek, soms tegenstellingen, maar we gooien nooit zomaar iets bij elkaar. We kunnen nu een velletje papier pakken en 100.000 ideeën opschrijven. Polka metaal, salsa met Wagner. Maar hoeveel van die ideeën leveren ook daadwerkelijk iets moois op? Niet veel. Goede ideeën komen als je er niet op let. Soms zitten Rostam en ik gefrustreerd in zijn appartement omdat het niet lukt, en dan valt het kwartje als je even naar de supermarkt loopt. Gelukkig hebben zelfs de allergrootste songwriters dat."

De toekomst speelt een belangrijke rol op deze plaat. Een aantal keren komt letterlijk een klok voor. De tijd tikt weg. Was je je daarvan bewust?
"Nee, het verraste me. We praten veel binnen de band, over grote onderwerpen, over thema's en muzikale ideeën. Maar als puntje bij paaltje komt, gaan we gewoon iets maken wat zo goed mogelijk klinkt. Misschien ben ik onbewust bezig met het gevoel dat ik ouder aan het worden ben. Misschien komt het doordat we eindelijk een beetje tijd namen om stil te staan en na te denken over alles wat de afgelopen jaren gebeurd is. De tijd vervliegt razendsnel. Tijd is natuurlijk een klassiek thema in de kunst. Ik bedoel: de helft van de sonnetten van Shakespeare gaat over ouder worden."

Heb je echt een vriendin de Diane Young heet? Dying young? Het is de titel van jullie nieuwe single.
"Nee, wel een Hanna Hunt. Rostam stuurde me en punkie saxofoonliedje, ik kwam met dying young, Diane Young. We houden van namenliedjes. Op ons eerste album hadden we Walcott en Bryn, nu zijn we toe aan de volgende stap: voor- en achternamen."

Als je profsporter wilt worden moet je op je twintigste toch wel doorbreken. Lukt dat niet, dan weet je dat het nooit meer gaat gebeuren. Als je de 27 gepasseerd bent zul je nooit meer jong sterven.
"Ik heb mijn kans gemist om in de Forever 27 Club te belanden, maar ik was vast niet toegelaten. Ik zou het lid van de club zijn dat niemand hardop wilde noemen, naast al die rock 'n roll rebellen met hun legendarische drugsgebruik. En dan die jongen wiens band twee platen gemaakt had voor ie onder een auto kwam, per ongeluk. Nee, dat telt niet."

Het nieuwe David Bowie liedje The Stars (Are Out Tonight) gaat over hoe 'wij' gewone mensen al hun perverse dromen op de sterren kunnen projecteren, omdat die 'voor ons' jong sterven. Interessant omdat Bowie zelf inmiddels natuurlijk een oude man geworden is. Heeft dat beeld van de rockheld je ooit aangesproken?
"Niet echt. De muziek waar ik van hield was nooit vuige rock 'n roll. Ik de 90s was ik net te jong voor de grunge. Toen ik tien was kreeg ik wel een cassettebandje van Nirvana's In Utero, dat vond ik cool. Maar toen ik rond een jaar of dertien zelf albums ging kopen dook ik meer in de ska en surf. Ook cool, maar op een andere manier. Nu ik succesvol aan het eind van mijn twintiger jaren beland ben merk ik dat mijn interesse meer uit gaat naar oudere rolmodellen. Iemand als Serge Gainsbourg bijvoorbeeld. In de jaren zestig was hij een man van middelbare leeftijd, elegant. Maar ook grappig, raar en subversief. Niet per se de leukste mens, maar wel het type dat cooler wordt met de jaren. Met een rock 'n roll imago kun je minder goed oud worden. Een Mick Jagger bijvoorbeeld, is die nu nog zo rock 'n roll? Welnee, die draagt Dior en heeft een prive-eiland. Hij is elegant."

Ga jij ook je meer subversieve kant opzoeken als je ouder wordt?
"Misschien wel. Ik denk veel na over wat ik met mijn leven wil, en het verandert soms binnen een dag. Dan sta ik op, drink ik koffie en ben ik opgewonden over het leven dat ik lijd, ik maak kunst, ik woon in New York, ik treed op voor mensen van Londen tot Tokio. Geweldig. En dan later op de dag, na een moeilijk gesprek, of als mijn bloedsuikerspiegel gedaald is, kan ik zomaar denken: het is stom, oppervlakkig, ik moet een vrijheidsstrijder zijn, mijn bezittingen weg doen, etcetera.  Uiteindelijk zijn de liedjes die we maken een combinatie van die twee, plus nog een heleboel andere dingen. Er zit heel veel in, ik ben benieuwd wat mensen er allemaal uit halen. En als ze het niet horen, ook goed."

Dan kun je er altijd nog op dansen?
"Precies."