John Paul Keith: Het stelt niets voor, iedereen kan het

Muzikant verloor zijn pretenties in de straten van Memphis

Atze de Vrieze ,

There's really nothing to it, anyone can do it. Dat is het levensmotto van John Paul Keith, een muzikant uit Knoxville, Tennessee wiens ouders hem onbedoeld met zijn naamgeving al de halve popgeschiedenis meegaven. Volgende week speelt hij op Vlieland tijdens Into The Great Wide Open.

Eigenlijk is het verschil tussen een muzikant in de categorie John Paul Keith en een trucker helemaal niet zo groot. Ze reizen beiden veel, moeten intussen moeite doen om hun privé-leven overeind te houden, en hun bestaan is in werkelijkheid een stuk minder romantisch dan iedereen denkt. "Mijn vader vond het maar saai. Hij reed ook zelden naar opwindende plekken. Maar ja, hij had een familie te voeden." John Paul Keith is de zoon van een vrachtwagenchauffeur, die zelf het lot van de muzikant koos. Eerst in Nashville, de grote muziekhoofdstad van de staat Tennessee. Het werd geen succes. "Te ouderwets, te traditioneel. Dat was wat labels of uitgevers me zeiden als ik liedjes aan ze probeerde te slijten. Ik vond dat zelf helemaal niet. Ik maakte gewoon de muziek die ik zelf mooi vond toen ik opgroeide."

Down and out
Het werd jarenlang niks met John Paul Keith, en toch staat hij nu ineens op Into The Great Wide Open. Dat dankt hij aan zijn album The Man Who Time Forgot. Niet bepaald high profile, maar het werd opgepikt door onder meer een aantal platenzaken in Nederland, door Gijsbert Kamer van de Volkskrant en DJ St Paul, die het waardeerden om zijn ouderwetse liedjesambacht. Niets revolutionairs aan, maar het zit verdomd goed in elkaar. Die kunst leerde Keith in de straten van Memphis, de stad waar hij belandde via zijn zus. "Jarenlang had ik in bands gezeten, met heel wat ups en downs. Op zeker moment besloot ik er maar mee te stoppen. Het was mooi geweest. Ik wist niet meer wat ik moest, was op zoek naar werk. Mijn zus zei: waarom kom je niet naar Memphis? Ik had geen enkele reden om niet te komen, en dus ging ik."

Memphis, stad van Elvis, de stad met de legendarische Sun Studio, waar de rock 'n roll zo'n beetje eigenhandig uitgevonden werd. Keith speelde er onlangs op de 35ste sterfdag van The King, in Graceland, een enorme eer, vond hij zelf. Stad ook met een grote historie aan soul en country. Het zit allemaal in de muziek van John Paul Keith, en dat dankt hij onder meer aan het openluchtmuseum van Memphis, Beale Street. In een van de belangrijkste straten van de stad wordt de muziek levend gehouden. John Paul Keith had zijn gitaar aan de wilgen gehangen, maar belandde daar alsnog op de planken. "Memphis is een heel muzikale stad, je kunt niet anders dan daarin verstrikt raken. Ik had geld nodig, en daar kon je zestig dollar op een avond verdienen met spelen. Ik kende wat jongens her en der en kon wat optredens krijgen. Daar en in het WC Handy Park. Het aanbod is minder geworden door de crisis, dat is echt jammer."

Toeristen
In de bars van Beale Street vond John Paul Keith zijn liefde voor muziek weer terug, maar hij verloor er gaandeweg ook zijn ambities. Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar het leidt precies tot de plaat zonder overbodige franjes die hij nu gemaakt heeft. Hij probeert het wiel niet uit te vinden, maar combineert onverwoestbare genres als soul, rockabilly en country. "Ik ben opgegroeid in de indierockwereld, waar iedereen heel serieus bezig is met een album maken, en dan maar hopen dat iedereen de subtiliteiten opmerkt die je erin hebt gestopt. Op Beale Street is de belangrijkste taak de mensen te vermaken. Als ze niet dansen, doe je iets niet goed. Dat gaat precies zo op Lower Broadway in Nashville en op Bourbon Street in New Orleans. De uitdaging is iets te maken dat iedere voorbijganger begrijpt, maar dat ook genoeg uitdaging biedt voor de fanatieke platenverzamelaar. Want ik probeer wel degelijk iets nieuws te doen. Het bronnenmateriaal is niet nieuw, maar wat ik ermee maak bestond nog niet."

Opvallend veel liedjes op The Man Who Time Forgot gaan over het songschrijven zelf. Naast Anyone Can Do It staan er nummers op als Songs For Sale en Somebody Ought To Write A Song About You. "Anyone Can Do It schreef ik voor een film die hier in Memphis opgenomen werd, in 2010. Hij heet Losers Take All en gaat over een fictieve band in het postpunktijdperk rond 1984. Het verhaal is losjes gebaseerd op de Replacements. Ik werd ingehuurd voor de band in de film. Anyone Can Do It is natuurlijk het motto van de punk, de slogan zat dagen in mijn hoofd en ik besloot er maar een liedje op te baseren. In de film zingt uiteraard de hoofdrolspeler het nummer, voor mijn eigen album heb ik het opnieuw opgenomen, minder punk, meer rock 'n roll. Maar uiteindelijk is het maar een dunne lijn tussen The Ramones en Eddie Cochran. Voor mij is dat dezelfde muziek, alleen de versterkers zijn anders. Verder schrijf ik vooral over de bekende onderwerpen. Liefde, dood, verlies, spiritualiteit, dat zijn toch de enige onderwerpen die het echt waard zijn bezongen te worden."

Simpel
"Ik vind altijd dat de meest simpele songs het moeilijkst te maken zijn", zegt Keith. "Je kunt je afvragen hoe Pink Floyd die klassiekers van ze toch allemaal gemaakt heeft, maar ik ben veel meer gefascineerd door een liedje als Your Cheating Heart van Hank Williams. Zo simpel, een kind kon het verzinnen, maar probeer zo hard als je kan om zoiets te maken, en het lukt je niet. Ik hou overigens ook van de meest sophisticated popmuziek van bijvoorbeeld Burt Bacharach of Dusty Springfield, georchestreerde soul-pop uit de late jaren zestig. Zeer compliceerde muziek die niet makkelijk te maken is, zeker niet nu er nauwelijks nog getrainde muzikanten zijn die het kunnen arrangeren en spelen. Die mensen stamden allemaal van voor de oorlog, uit de bigband tijd, die generatie is uitgestorven. Veel muzikanten nu komen uit de rockwereld, die zijn vaak niet opgeleid."

"Ach, ik zou best willen dat er wat meer geld in de muziek zat", verzucht Keith. "Maar ik doe het graag. Ik hou van het touren, van het spelen. Ik ben 37 en heb geen kinderen om voor te zorgen. Als je zelf professioneel werkt en de kansen grijpt die zich aandienen, kun je rondkomen." De appel valt na al die omzwervingen uiteindelijk niet al te ver van de boom. Met zijn nummer Knoxville Girls droeg Keith bij aan een kleine traditie van songs over zijn geboorteplaats. Er is een oude gospelsong genaamd Satan Is Busy In Knoxville, Tennessee, Mark Knopfler wijdde er een liedje aan, en de Louvin Brothers legden de legendarische murderballad Knoxville Girl vast. "Knoxville is een klein plaatsje, te dicht bij Nashville om een eigen muziekscene te hebben", zegt Keith. "Maar er zijn wel veel country-artiesten die daar hun roots hebben. Ik aarzelde of ik er een song over zou schrijven. Ik wil het liefst mijn liedjes zo universeel mogelijk maken. Of mensen het over twintig jaar nog moeten kunnen begrijpen? Als iemand over twintig jaar nog steeds naar mijn muziek luistert, ben ik een dankbaar mens."