3VOOR12 bespreekt Album van de week (3): The Mad Trist

Debuutalbum Pay The Piper onderscheidt zich op details

Tomas Delsing ,

De boodschap die achter de albumtitel Pay The Piper schuil lijkt te gaan is even gebiedend als ondubbelzinnig. Als rattenvanger van Hamelen eist The Mad Trist vanaf de eerste seconde de volledige aandacht van de luisteraar, om die pas na tien vuige rocknummers weer los te laten.

Debuutalbum Pay The Piper onderscheidt zich op details

De boodschap die achter de albumtitel Pay The Piper schuil lijkt te gaan is even gebiedend als ondubbelzinnig. Als rattenvanger van Hamelen eist The Mad Trist, 3VOOR12 Selecteert… van deze maand, vanaf de eerste seconde de volledige aandacht van de luisteraar, om die pas na tien vuige rocknummers weer los te laten. Zelf ontkennen ze het dreigement overigens in alle toonaarden. Wij weten beter.

Ze noemen het stonerpop, en willen van geen vergelijking met Queens Of The Stone Age weten. In de praktijk staan de zaken er iets anders voor. Natuurlijk, het gros van de tracks klinkt nét even gepolijster, nét even minder hoekig dan je bij de gedoodverfde grote broers van QOTSA en De Staat zou verwachten, maar dan nog blijven er genoeg gelijkenissen staan. Niet geheel toevallig: van laatstgenoemde was voorman Torre Florim, goede vriend van de band, verantwoordelijk voor de productie. De grote vraag is natuurlijk of er nog wel plaats is voor nóg een - vooruit - op stoner geënte band.

Het antwoord daarop is een volmondig ja. Als je de stamboom van rockmuziek zou proberen te tekenen, zou The Mad Trist een nieuwe vertakking náást QOTSA en De Staat zijn. Met dezelfde wortels, maar zeker niet zo lomp als de Amerikanen kunnen zijn en veel vloeiender dan de Nijmeegse formatie. De kracht zit hem hier in de eenvoud. The Mad Trist bestaat niet uit technisch hoogbegaafde muzikanten, dat weten ze zelf ook wel, maar uit jongens die weten hoe je pakkende rocknummers schrijft. Dat blijkt al vanaf de eerste tel: het gehijg van opener Juvenile grijpt je bijna letterlijk bij de kladden en sleurt je de plaat in. Vanaf dat moment dicteren lome baspartijen, gruizige gitaren en stampende drums. Verwacht geen ingewikkelde solo's, verfijnde zang of andere opsmuk, dat heeft The Mad Trist helemaal niet nodig om je bij de les te houden.

Wat ze wel hebben, zijn strakke en goed doordachte tracks die de luisteraar in hoog tempo achterna lijken te zitten. Alibi heeft een heerlijk logge opbouw die uitmondt in een snoeiharde finale met stuwende gitaren, een kunstige truc die de Maastrichtenaren ook tijdens bijvoorbeeld My Mouth, A Whistle en hekkensluiter Won't That Look Good On You laten horen, en die de luisteraar voortdurend op het puntje van zijn stoel houdt. Single Pay The Piper heeft duidelijk een meer poppy insteek: een goed gekozen kennismaker voor het grote publiek? Het meest tekenend is misschien nog wel Silver Lines. Tussen het stevige refrein zitten onverwachte breaks, doet de koebel van zich spreken en is zowaar een xylofoon te horen! Het zijn deze slimme details, soms nauwelijks hoorbaar, die maken dat The Mad Trist afwijkt van de door de voorgangers gebaande paden.

Natuurlijk draait een succesact om meer dan alleen een sterk debuutalbum. Maar, de eerste horde is in ieder geval succesvol genomen. De enige opties om aan die Rattenvanger te ontkomen? Sluit deuren en ramen, berg je kinderen op, of… Betalen!

Het album Pay The Piper van The Mad Trist komt 22 januari uit bij PIAS, maar is nu al te beluisteren op de luisterpaal!