“Muziek zorgt voor een ongedwongen sfeer in het museum”

Over de meerwaarde van muziek in musea

Fiona Fortuin ,

Steeds meer musea in Nederland gebruiken muziek als middel om een nieuwe groep mensen aan te spreken: zij die van muziek houden, maar zelden een museum bezoeken. Boijmans in Rotterdam start met Art Rocks, in Utrecht komt er een podium in het Speelklok museum. “Beeldende kunst en muziek worden nog te vaak van elkaar gescheiden, terwijl ze elkaar juist kunnen versterken.”

Over de meerwaarde van muziek in musea

Museum Boijmans van Beuningen start het project Art Rocks om een nieuwe groep mensen aan te spreken: zij die van muziek houden, maar zelden een museum bezoeken. Art Rocks moet een brug slaan tussen kunst en popmuziek. Muzikanten krijgen de opdracht een compositie te maken bij een kunstwerk in de vaste collectie. De nummers zullen onderdeel uitmaken van de multimediale tour en worden verzameld op een cd. Het project wordt geopend met een openluchtconcert van de medewerkende artiesten.

Eind vorige week heeft Boijmans van sponsor Bank Giro Loterij te horen gekregen dat het plan financieel gedekt wordt: 400.000 euro is voor Art Rocks vrijgemaakt. Een gedetailleerde invulling is er dan ook nog niet, maar ideeën zijn er te over. Boijmans speelt ook met de gedachte een tv-programma op te zetten, waarin per aflevering een deelnemende muzikant wordt gevolgd in het proces.

Steeds vaker lijkt muziek te worden ingezet om een breder publiek warm te maken voor een museumbezoek. Natuurlijk, de Museumnacht heeft al langer muziek als onderdeel van haar programma om een jong publiek te interesseren voor kunst. Eens per jaar zijn musea in onder meer Amsterdam, Utrecht en Rotterdam tot laat in de avond open. Maar eenmaal per jaar lijkt te weinig, musea gaan voor een structurele relatie met muziek en krijgen daarvoor steun van de grote sponsors. Ook het Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement heeft geld ontvangen van de Bank Giro Loterij. Daarmee wil het Utrechtse museum een podium bouwen, opdat popmuzikanten concerten kunnen geven met instrumenten uit de collectie. In het verleden traden Spinvis, C-Mon & Kypski en Lucky Fonz III al eens op in het museum. Tijdens Eurosonic waren in het Groninger Museum sessies te bezoeken van The Leisure Society en Jenny Lane.  

Het museum Tate Modern in Londen is als voorbeeld genomen voor Art Rocks. Daar schreven eerder twaalf muzikanten een nummer geïnspireerd op een kunstwerk in het museum. In Amerika is het al langer gewoon om bands tussen de kunstwerken te laten spelen. Onlangs stond Yeasayer in het New Yorkse Guggenheim, binnenkort staat Animal Collective daar op het programma. The Academy of Sciences in San Francisco organiseert wekelijks op de vrijdagavond feesten.

In Nederland heeft het Van Gogh Museum in Amsterdam al vijf jaar lang op de vrijdagavond een randprogrammering met bands, dj’s of theater. “Hiermee willen we mensen tussen de 18 tot 35 jaar aanspreken die eigenlijk nooit in hun eigen stad naar het museum gaan”, zegt programmeur Shayne McCreadie. “Vaak zijn ze weleens naar het Van Gogh geweest, dat was dan lang geleden een keer met school, of met hun ouders. Een museum wordt ook vaak nog gezien als een soort van bibliotheek waar je stil moet zijn. Muziek zorgt voor een ongedwongen sfeer, het maakt een bezoek meer ontspannen.”

McCreadie probeert zo breed mogelijk te programmeren. “Maar we kunnen niet alles neerzetten. Door trillingen kunnen de schilderijen beschadigd raken. Def P. trad hier eens op, dan is het heel belangrijk dat het geluid wel goed staat afgestemd.”  Maar komt het beoogde publiek ook op de avonden af? “Ja”, zegt McCreadie. “De doelgroep weet ons steeds beter te vinden, al hebben we nog veel stappen te maken. Binnenkort komen we niet alleen in de museumagenda te staan, maar ook in die voor muziek, theater en film. Dat zal helpen.” 

Radna Rumping is betrokken bij de organisatie van de Museumnacht in Amsterdam en Nachtsalon, dat drie keer per jaar wordt georganiseerd in verschillende musea. Ook is zij bezig om een soortgelijk project als Tate Tracks van het Tate Museum op te zetten, waarbij ze curatoren aan artiesten wil koppelen. Volgens haar helpt muziek zeker bij het aantrekkelijker maken van musea. “Beeldende kunst en muziek zijn twee instituten die nog te vaak van elkaar worden gescheiden, terwijl ze elkaar enorm kunnen versterken. Veel mensen denken nog dat je kunstgeschiedenis moet studeren om kunst te kunnen waarderen. Muziek kan dat denkpatroon doorbreken.”

Rumping staat positief tegenover de ontwikkeling dat steeds meer musea de samenwerking met muzikanten opzoeken. “Maar het zou nog mooier zijn als muziek niet alleen als middel wordt gebruikt om nieuw publiek te trekken, maar echt onderdeel van het museum gaat vormen. Het Tate Museum doet dat heel goed. Ze programmeren niet alleen bands, ze vragen ook verschillende muzikanten zoals Brian Eno om hun persoonlijke beschrijving van een kunstwerk. Op die manier wordt het een wisselwerking tussen kunst en muziek. Ook voor een muzikant kan het inspirerend werken. Spelen in een museum betekent een totaal andere omgeving.”